COLUMN SHEILA SITALSING: ‘NÍÉMAND DENKT DAT JONGENS BETER ZIJN IN STOFFEN DAN MEISJES’

Vraag jongens en meisjes van een jaar of 12, 13, 14 hoe ze hun dagbesteding voor zich zien, ‘later’, wanneer ze eventueel een kind hebben en iemand die daarbij hoort, en ze antwoorden in meerderheid: nou, dan gaan de mannen fulltime of vier dagen betaald buitenshuis werken en de vrouwen maximaal twee dagen, of helemaal niet. Opdat zij meer tijd heeft om voor de baby te zorgen, want dat kan ze zo goed, en hij meer geld kan verdienen.

Het is 2016, maar het onderzoek dat het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) onlangs hield onder jongeren tussen 12 en 25 jaar oud over de gewenste rolverdeling tussen man en vrouw, had ook uit 2006 kunnen komen. Of uit 1996.

‘Over de taaiheid van rolpatronen, normen, waarden en opvattingen’, zo had de enquête ook kunnen heten, waarin vragen worden gesteld als ‘Wie vind jij het meest geschikt voor huishoudelijke en zorgtaken: mannen, vrouwen of zijn ze even geschikt?’ en ‘Hoeveel wil je later werken, als er geen kinderen zijn, als er een baby is en als je schoolgaande kinderen hebt?’ Er is ook gevraagd naar de gewenste rolverdeling bij homoseksuele relaties, zegt het CBS, maar of dat andere resultaten oplevert, wordt niet vermeld.

Het aardige van dit onderzoek is dat het niet vraagt naar de status quo, maar naar de gewenste situatie, later in de toekomst, met een hypothetische relatie en een hypothetisch gezin. Je zou kunnen zeggen dat het de norm meet. Dit is dus wat de huidige generatie tieners en vroeg-twintigers wil en denkt. Dat baby’s verzorgen vooral vrouwenwerk is. Dat meisjes geschikter zijn voor stofzuigen, afwassen en koken (50 procent van de ondervraagde jongens, 40 procent van de ondervraagde meisjes) dan jongens. Of dat jongens en meisjes even geschikt zijn voor dit type werk (iets minder dan de helft van de jongens, ruim de helft van de meisjes).

In hoeverre dit de schuld is van Bart Smit, roze stofzuigers voor meisjes en scheikundedozen voor jongens valt buiten de opzet van dit onderzoek. Het CBS heeft wel iets anders onderzocht dat vermoedelijk nog bepalender is dan pratende babypoppen: kinderen nemen een voorbeeld aan hun ouders.

Moeders met kleine baantjes die het zorgen goeddeels voor hun rekening nemen en het geld verdienen goeddeels overlaten aan de man in huis geven aan hun dochters én hun zoons de boodschap mee dat dit oké is.

Daarnaast zitten die moeders vermoedelijk de hele tijd de vaders die iets in het huishouden doen te bekritiseren te corrigeren. Want – en dit vind ik de zieligste uitkomst van het onderzoek – niemand, helemaal níemand van de ondervraagde jongeren denkt dat jongens beter zijn in stoffen, wc’s poetsen en koken dan meisjes.

Je oogst wat je zaait.

Door Sheila Sitalsing