COLUMN SHEILA SITALSING: ‘VROUWELIJKE TOEZICHTHOUDERS IN SERIEUZE ORGANISATIES, WORDT DAT NOG WAT?’

De ene vriendin werd onlangs benoemd tot toezichthouder bij een lief goededoelenclubje. Een andere vriendin doorliep een cursus voor commissarissen. Daar leer je dingen als ‘inzicht in governance en boardroom dynamics’, waarbij ik me als studiemateriaal een roedel apen op een grote rots voorstel. En dat de werkopdracht is: ga aan die ene, die net de manke heeft weggetrapt en met zijn dikke kont bovenop de rotspunt is gaan zitten, uitleggen waarom de raad van toezicht zestien keer de balkenendenorm een tikje overdreven vindt.

En zo kwam het dat het een thema werd bij ons aan de theetafel: vrouwelijke toezichthouders in serieuze organisaties, wordt dat nog wat? Hoogleraar corporate governance Mijntje Lückerath houdt het bij en fraai is het niet: in 2015 was 24 procent van de commissarissen bij beursvennootschappen, familiebedrijven, zorginstellingen, woningcorporaties et cetera vrouw. Dat is nog minder dan het jaar daarvoor. Ze willen niet. Of ze willen wel maar ze komen niet langs sollicitatiecommissies die bevolkt worden door oude, wi… enfin, de gebruikelijke ellende.

Omdat het bij de uitvoerende topbestuurders – CEO’s, president-directeuren – ook al pet is, schiet het niet op met de 30 procent van Jet Bussemaker: de eis dat op 30 procent van de bestuurlijke topfuncties in het bedrijfsleven een vrouw zit. Of nou ja, eis. Verzoek. Want sancties zijn er niet. Dus toen we onlangs de minister van Emancipatiezaken zagen, konden we het vragen: moet u die werkgevers niet harder aanpakken? Zeker, zei ze. En waar geen wil is, is een wet, zei ze. Maar in het bedrijfsleven kunnen ze ook tellen. Bussemaker is nog een maand of acht minister, dus van een wet zal het onder haar bewind niet komen.

We zaten nog na te mopperen toen mijn oog viel op een nieuw boek: The Nordic Gender Equality Paradox van Nima Sanandaji, een Zweed die een serie publicaties over vrouwen en carrières op zijn naam heeft staan. Het gaat over de welbekende tegenstrijdigheid dat in landen met vrouwvriendelijke regelingen op de arbeidsmarkt, zoals Zweden en Noorwegen (en reken Nederland daar gerust bij), weinig vrouwen doorbreken naar de top. En dat ‘Amerikaanse toestanden’ zoals amper zwangerschapsverlof en geen recht op deeltijdwerk zeer bevorderlijk zijn voor de doorstroom van vrouwen naar de directiekamer.

Aan wettelijke 30%-regelingen, stelt Sanandaji, hebben we niets. Althans niet als we afgaan op de ervaringen in Noorwegen, waar al jaren zo’n verplichting geldt voor beursvennootschappen. Het resultaat tot dusver: de regeling is gunstig geweest voor slechts een handjevol ervaren vrouwen en het aantal vrouwelijke CEO’s bij de zestig grootste Noorse bedrijven is nog steeds nul. Volgens Sanandaji hebben vrouwen meer aan een Amerikaanse vechtersomgeving. Aan de theetafel wogen wij zijn woorden. Onze unanieme conclusie: naaaah, daar hebben we totaal geen zin in.

Door Sheila Sitalsing
Econoom Sheila Sitalsing (47) is freelance journalist en columnist bij de Volkskrant. Ze woont met haar man en twee kinderen in Delft.