‘HET BEHEERSEN VAN MIJN TEMPERAMENT IS NIET MIJN STERKSTE KANT’
Maas, 54 inmiddels, groeide op met een jongere zus en broer in het katholieke Bergen op Zoom. Zijn vader had een transportbedrijf. Het vrijzinnige denken kreeg hij van huis uit mee. Vooral van zijn moeder, die hij omschrijft als ‘een weerbare vrouw van het grote gebaar’. Hij bracht vroeger veel tijd met haar door: Maas was niet goed in sport, dus hij zat in de boekjes aan de tafel in de woonkamer, met zijn moeder op de achtergrond.
‘Mijn moeder groeide op onder omstandigheden die niet tot een belangrijke rol in de maatschappij zouden leiden, terwijl ze er wel de capaciteiten voor had. Daarom zorgde ze – natuurlijk in samenspraak met mijn vader – dat haar drie kinderen alle mogelijkheden voor ontwikkeling zouden krijgen en konden uitgroeien tot zelfstandige mensen. Ik haalde op de lagere school goede resultaten. Daarom liet mijn moeder me naar het particuliere gymnasium gaan. Dat werd haar door sommige mensen in Bergen op Zoom niet in dank afgenomen. Het was nu eenmaal niet de bedoeling dat je grensverleggend dacht.
Mijn ouders verhuisden op een goed moment naar een groter huis, dat van een tandarts was geweest. Met die tandarts en zijn vrouw bouwden ze een innige vriendschap op. Daar werd soms het nodige commentaar op gegeven – je diende je niet aan je sociale stand te onttrekken. Maar mijn moeder was werelds. Ze wilde naast de regionale ook een landelijke krant lezen. En toen ik niet meer naar de kerk wilde en het geloof ter discussie stelde, ging ze daar een flink eind in mee.’
Wat maakt je moeder feministisch? Ze werkte immers niet.
‘In mentale en morele zin zou ik een goede vader zijn, maar in de praktijk niet’
Veel homoseksuele stellen trouwen tegenwoordig wel en krijgen kinderen. Heb jij ooit kinderen gewild?
‘In mijn omgeving zijn er vrienden die homo of lesbo zijn en toch kinderen hebben gekregen. Twee vrienden van mij dragen zorg voor een pleegkind, twee andere vrienden adopteerden twee Amerikaanse jongetjes. Ik heb daar grote bewondering voor. Ook voor het feit dat zij op volkomen vanzelfsprekende wijze een nieuwe familie hebben gecreëerd.
Ik kan heel goed met kinderen overweg en ik denk dat ik in mentale en morele zin een goede vader zou zijn, maar in de praktijk niet. Ik vaar nogal mijn eigen, drukke koers en heb weinig geduld voor praktische zaken. Ik zorg al niet goed voor mezelf, laat staan voor eventuele kinderen.
Eigenlijk begrijpt hij ook maar moeilijk waarom veel mensen nog zo’n scherp onderscheid maken tussen hogere en lagere cultuur. Tussen kunst en vermaak, tussen links en rechts, volks en intellect. Neem nu carnaval. Maas: ‘Dat gaat voor mij óók over vergankelijkheid. Het is een soort bevroren moment in de tijd, omdat het altijd hetzelfde is, waardoor je je des te meer realiseert dat er weer een jaar voorbij is. Het is een feest van melancholie en een feest waarbij je echt bij elkaar bent.’
Het Songfestival heeft zeker kitscherige elementen, maar er worden ook serieuze zaken behandeld, benadrukt hij. ‘Met het winnende lied van Oekraïne heeft de zangeres geprobeerd een verhaal te vertellen over de deportatie van 240.000 Krim-Tataren naar Centraal-Azië, waarmee ze indirect misschien ook refereert aan de vluchtelingencrisis. Het Songfestival heeft – los van de liedjes – vooral ook een verbindende werking.’
Waarom verdiepen musicalproducenten en toneelregisseurs zich niet meer in elkaars werk, vraagt hij zich weleens af. Ze kunnen immers zoveel van elkaar leren. ‘Annet Malherbe won een Musical Award voor haar acteerwerk in De terugkeer van Hans & Grietje. Bij de ontvangst van de prijs, zei ze, een beetje neerbuigend: “Ik wist niet eens dat ik in een musical speelde en dat je daarvoor genomineerd kon worden.” Terwijl de gesubsidieerde sector veel kan leren van de marketingtechnieken van de musicalproducenten. Omgekeerd zijn Albert Verlinde en Joop van den Ende volgens mij nog nooit naar een musicalvoorstelling van het RO Theater gaan kijken, terwijl dat toneelgezelschap toch al een aantal Musical Awards won. Waarom hebben we in Nederland geen gala zoals de Tony Awards, waarbij alle theatermakers – cabaretiers, musicalsterren en toneelspelers – met prijzen worden beloond?’
Wat is er goed aan Volle zalen?
‘Het is mooi om te laten zien hoeveel bloed, zweet en tranen komen kijken bij acteren. Een beeld van Paul de Leeuw die voor aanvang van de voorstelling in opperste concentratie nog even zijn tekst lispelt, zegt misschien meer dan een interview in de studio. En het is spannend om te zien dat Anne-Wil Blankers nog snel een paar steekwoorden van de regisseur krijgt voordat ze opgaat, en hoe ze die vervolgens in haar spel gebruikt. Het zijn krankzinnige draaidagen, waarbij we soms drie dagen van twee uur ’s middags tot drie uur in de nacht bezig zijn voor tien minuten televisie. Maar het resultaat is er wel naar. Ik vind het bijzonder dat ik zoveel vertrouwen krijg van artiesten. Of ik nu The Common Linnets volg of Adriaan van Dis, ze laten me heel dichtbij komen.’ !
CORNALD MAAS IN 151 WOORDEN
Geboren: 21 juli 1962 in Bergen op Zoom
Opleiding: Nederlandse taal- en letterkunde aan de Rijksuniversiteit Leiden
‘Het Songfestival heeft zeker kitscherige elementen, maar er worden ook serieuze zaken behandeld’
Boek op nachtkastje: Moedervlekken van Arnon Grunberg
Motto: Mens, durf te leven!
Laatste keer gedanst: in mijn hoofd, terwijl ik op de ipod naar Billy Pauls versie van Your Song van Elton John luisterde
Laatste keer gehuild: toen ik gadesloeg hoe liefdevol de vader van mijn vriend, net voor zijn dood, door diens vrouw verzorgd en gerustgesteld werd
Grootste genot: in de zon in het volle licht op mijn iPod naar de jukebox van mijn leven luisteren
Lastige eigenschap: dingen niet op zijn beloop kunnen laten
Eigenaardigheid: alle uitslagen van het Songfestival uit m’n hoofd kennen
Favoriete toneelstuk: afgelopen seizoen De welwillenden met een magistrale Hans Kesting
Grootste blunder: te grote vrijpostigheid op Twitter, waardoor ik af en toe mijn eigen glazen ingooi
Mijlpaal: cum laude afstuderen aan de universiteit (argumentatietheorie en klassieke retorica)
Door Maartje Den Breejen