HET NEST – CYNTHIA D’APRIX SWEENEY

Het was een meesterzet om de dag na Thanksgiving deze geschreven parodie op de problemen van geprivilegieerde Amerikanen naar uitgeverijen te sturen. 

De agent van Cynthia D’Aprix Sweeney stuurde Het nest een dag na Thanksgiving naar uitgeverijen. Als lezers die hun weekend naar alle waarschijnlijkheid bij familie hadden doorgebracht, zouden ze weleens extra ontvankelijk kunnen zijn voor de wederwaardigheden van de dysfunctionele Plumb-familie in het boek, dacht hij. En het werkte. Uitgeverij Ecco had er een bedrag van zeven cijfers voor over om Het nest te mogen publiceren. Het debuut van de 55-jarige D’Aprix Sweeney werd een literaire hype – de
zoveelste in de Verenigde Staten.

Begrijpelijk wel, want Het nest is een zeer smeuïg boek, waarin bijna iedereen met broers en/of zussen wel een en ander zal herkennen. ‘Gelukkige gezinnen zijn allemaal hetzelfde, ieder ongelukkig gezin is ongelukkig op z’n eigen manier,’ is de bekende openingszin van Tolstojs Anna Karenina, en D’Aprix Sweeney lijkt dit als uitgangspunt genomen te hebben voor een kluchtig verhaal over vier broers en zussen – Leo, Bea, Jack en Melody –, die druk bezig zijn een puinhoop te maken van een erfenis waarover ze lang hebben gefantaseerd. Een klassiek gegeven, dat garant staat voor vele pagina’s onhandige situaties en geestig gekissebis.

De flitsende epiloog doet denken aan de jazzy intro’s van menig Woody Allen-film: op een bruiloft op Long Island, New York, gaat de drugsverslaafde, op seks beluste Leo Plumb aan de haal met het jonge serveerstertje Matilda Rodriguez. Na de nodige champagne lokt hij haar mee voor een ritje in zijn geleaste Porsche, waar hij haar zover krijgt om hem
af te trekken. Helaas blijft het niet bij een slippertje: ze krijgen een ongeluk, Matilda eindigt met een geamputeerde voet, Leo met een rib uit zijn lijf: hij hoest haar ziektekosten op en betaalt een berg zwijggeld.

Als zijn vrouw, niet heel verrassend, van hem gaat scheiden, staat het water hem zodanig aan de lippen dat hij een flink beroep doet op een gedeeld trustfonds, dat is opgezet door hun overleden vader Leonard en wordt beheerd door hun afstandelijke moeder Francie. Het geld, door de vier broers en zussen liefkozend ‘het nest’ genoemd, zal aan hen worden uitgekeerd als de jongste, Melody, 40 wordt. Zover is het bijna.

Natuurlijk zijn Bea, Jack en Melody not amused als ze ontdekken dat Leo hun nest heeft ‘leeggeroofd’. Maar vooral omdat ze zo suf zijn geweest om elk hun deel al te spenderen. Niet eens uit geldnood, maar omdat ze vonden dat hun dochters naar een dure privéschool moesten, of bijvoorbeeld om een afgietsel van een beeld van Rodin te kopen.

De hoofdrolspelers krijgen veel meer ongemakken te verduren. Zo blijkt een van Bea’s dochters lesbisch, zonder dat zij dat weet. Maar uiteindelijk komt het allemaal toch wel weer goed met de Plumbs.

D’Aprix Sweeney werkte voorheen als copywriter en dat herken je in de weinig uitgesproken, niet-literaire, maar heel heldere en vastberaden stijl. Het nest is een vriendelijke, vermakelijke parodie op de problemen van geprivilegieerde Amerikanen. Ik moest regelmatig aan tv-series als Modern Family en Transparant denken. Een debuut waar je onmogelijk iemand geen plezier mee zou kunnen doen.

Door Arjan Reinders