GEORGINA VERBAAN: ‘JA IK BEN HAAR MOEDER, JA IK WERK, NOU WAT ONTZETTEND KNAP VAN MIJ’

BEELD: FRANK RUITER
Deze winter zien we Georgina Verbaan in de bioscoop (Hartenstrijd), op de planken (Venus), op tv (La Famiglia, Klem) en in de boekhandel met haar eerste bundel columns en verhalen. Daarin zien we tussen de regels door het meest van haarzelf. ‘Ik denk dat iedereen last heeft van eenzaamheid, maar anderen verdoezelen het beter.’ 

Georgina Verbaan belt iets later dan afgesproken aan bij de Jordanese fotostudio waar we elkaar in de late ochtend ontmoeten. De herfstzon glimt over de daken van de smalle straat, er stiefelen wat mensen langs. Het is het type beeld dat Georgina Verbaan misschien in een van haar columns voor NRC Handelsblad zou vangen. Maar de avond ervoor stond ze in het DeLaMar Theater op de planken, in Venus, en ze heeft net al een column geschreven waar ze matig tevreden over is. Ochtenden zijn sowieso niet haar beste moment, haast ze zich te zeggen. ‘Wil je koffie?’ ‘Ja absoluut. Met aspartaam. Heb je dat? Aspartaam vind ik het lekkerst.’

Ze zit middenin de voorstellingenreeks van Venus, die in elk geval tot half december loopt. Het is gebaseerd op de Amerikaanse versie van dit stuk uit 2010, Venus in Fur, dat in 2012 door Roman Polanski verfilmd werd.
Het is een ingewikkelde, maar intelligente raamvertelling waarin een regisseur, gespeeld door Jeroen Spitzenberger, de hele dag actrices op auditie heeft gehad, maar de juiste kandidaat om in Venus in Fur te spelen niet heeft gevonden. Tot  Vanda te laat komt binnenvallen. Ze is op het eerste gezicht verre van de ideale kandidate, maar weet met heel haar grillige, seksuele wezen uiteindelijk de regisseur voor zich te winnen.
Verbaan (37) begint net te vertellen hoe ze de repetitietijd heeft ervaren – heftig, ze doet weinig toneel – als ze schrikt van het feit dat ze zichzelf aan de andere kant van de tafel in een spiegel ziet. Snel verplaatst ze, zo kan ze zich niet concentreren, zegt ze. ‘Gisteren was een goede avond. Zo’n avond waarop het publiek bij was. Ik kan het lastig vinden als je pas op driekwart van het stuk een lach krijgt. Oh, jullie zijn er wel, denk ik dan.’
Wat geeft het jou, toneel?
‘Het theater is niet mijn natuurlijke arena. Ik vind het heus leuk om er een keer te staan, maar ik heb geen gevoel van binnen dat zegt: geweldig, ik moet ik moet ik moet. Het is vooral de rol die maakt dat ik wilde.’

‘Vaak worden rollen door mannen geschreven met de beste intenties, maar ze zien niet welk beeld ze neerzetten’ 

Wat trekt je in Vanda?
‘Toen ik het stuk las, jaren terug, vond ik het geestig en gedurfd. Ze is Venus, ze is alle soorten vrouwen in één. Vanda is manipulatief, slim, ze heeft kloten en ze kan zelfs het domme kindvrouwtje spelen. Je krijgt als actrice toch vaak één soort vrouw te spelen. Aardige vrouwen. De vrouw die het gezin bij elkaar wil houden. Dat is op een gegeven moment best een
beetje saai. Of, hoe zeg ik dat diplomatiek, dat is niet een heel grote uitdaging, haha. Ik had laatst opnames voor een serie, was ik weer zo’n vrouw die met het eten wachtte op haar man. Vaak worden rollen door mannen geschreven met de beste intenties, maar ze zien niet welk beeld ze neerzetten.
Als acteur ben je misschien ook nooit tevreden met de rollen die je krijgt. Een donker personage wordt me niet zo snel aangeboden. Ik ben vrij extravert, en ik kan op beeld makkelijk een lichtheid meegeven die mensen prettig vinden, heb ik me laten vertellen. Ik heb eens een naargeestige vrouw gespeeld in de serie Van God Los, daar vonden mensen me doodeng in. Ik hoopte toen op meer van dat soort klussen, maar nee.’
Middenin deze periode komt je bundeling columns en verhalen uit, Loze ruimte. Je debuut als schrijver, met een erotisch verhaal en tragikomische columns over onder meer je kat en je allereerste manager. Hoe is het schrijven begonnen voor jou?
‘Ik deed het altijd wel. Is dat gek? Op de middelbare school stond ik al met rijmpjes in de schoolkrant. Op een zeker punt begon ik met een blog, meer dan tien jaar geleden. Ik schreef wat en wie ik zoal tegenkwam in mijn leven. Dat ik de medicijnen van mijn kat op mezelf had uitgeprobeerd. Daar kwam interesse uit voort… haha – en columns voor NRC, uiteindelijk.
Mijn schrijven is erg aangemoedigd door mijn ex en goede vriend Jort Kelder. Ik vind het prettig om alleen te werken, om een verhaal te kunnen maken zonder rekening te hoeven houden met anderen.’
Je bent nogal beschouwend in je columns, of liever: je observeert veel.
‘Ja, maar dat is niet uniek voor mijn schrijven. Als actrice ben ik ook geïnteresseerd in hoe mensen zich bewegen over straat, hoe ze zich tot elkaar verhouden. Ik zie overal filmbeelden.’

‘Op nu.nl staan vind ik het goorste dat er is, het lijkt serieus maar het is een rioolrattenkanaal’ 

Hoe zelfverzekerd ben je als columnist?
‘Poeh… ik weet wel dat ik aardig kan schrijven, dat ik in staat ben mooie details te zien. Maar de verhalen waar ik heel gelukkig mee ben, vallen vaak niet zo op. Wanneer ik denk ‘goh, best matig dit keer’, wordt ’ie vaak juist goed ontvangen. Jezelf in de zeik nemen, wordt altijd erg gewaardeerd. Dat soort trucjes. Terwijl ik ook beschouwend kan zijn over dingen die ik mooi vind, en die ik dan zelf best treffend geformuleerd vind.’
Een paar jaar geleden schreef je een glasheldere column over de zwartepietendiscussie. De laatste jaren ben je in je columns minder opiniërend. Is daar een reden voor?
‘Nou… ik ben naar de zaterdagkrant gegaan, en daar is de deadline veel vroeger, dus ik kan domweg niet zo actueel zijn. Soms heb ik wel het gevoel dat ik even iets wil of moet zeggen, zoals met de hack vorig jaar van de telefoons van Hollywoodsterren van wie dan vervolgens overal de naaktfoto’s uitlekken. Maar ik heb er steeds minder behoefte aan. Ik kan me niet zo goed voorstellen dat de lezer zit te wachten op mijn mening over de politiek of zo. Ik schep er gewoon meer plezier in andere dingen te schrijven.’
Wat vind je zelf je belangrijkste thema?
‘Nou. Eenzaamheid toch wel. Denk ik.’
In je bundel staat een mooie column waarin je als actrice een gezinssituatie moet neerzetten. In die scène zit je als moeder met je man en vader aan tafel te ontbijten. Je beschrijft de opnames, de gespannen sfeer. En dan in één zin zeg je het: ‘Ik heb nog nooit met mijn vader en mijn moeder aan één ontbijttafel gezeten.’
‘Ja… Ik wil eerlijk zijn, maar ik probeer nooit al te persoonlijk te schrijven. Ik verpak het in één regel, of in een bordkartonnen wereld waarin duiven praten. Natuurlijk spelen veel columns zich af in mijn huis, maar ik schrijf niet over mijn leven, over het leven van Georgina Verbaan, actrice.’
Is dat uit zelfbescherming?
‘Nee. Nou ja, óók. Ik vind het fijn om persoonlijk te kunnen zijn binnen de vorm die ik zelf kies. Maar ik vind het pathetisch om het op een andere manier te doen. Om mijn column te gebruiken als een soort dagboek. Het is voor mij toch meer een literaire vorm.’
Veel bekende en onbekende Nederlanders gebruiken hun column natuurlijk wel zo, als een etalage van hun leven.
 ‘Ja. Dat zal ik nooit doen. Mensen hoeven niet zo veel over mijn persoonlijke leven te weten, vind ik. Soms figureert De Korte in een column, mijn dochter. Of ik voer een van mijn katten op als verteller als ik zelf niet weet wat ik moet schrijven, en dan weet iedereen dat ik niet lekker in mijn vel zit. Dus ik laat mezelf heus wel zien. Maar op deze manier ben ik niet te quoten en valt er geen smeuïg nu.nl-bericht van mijn column te maken.’
Daar ben je dus bewust mee bezig.   
‘Absoluut! Ik vind op nu.nl staan het goorste dat er is. Nu.nl heeft een serieus uiterlijk, maar het is gewoon een rioolrattenkanaal. Ik heb zo vaak gedacht: jullie moeten het hele interview gelezen hebben en toch pikken jullie alleen dit zinnetje eruit. Het schuim der aarde, echt.’
Er is de afgelopen jaren inderdaad nogal wat over je geschreven. En niet alleen in roddelbladen als Story en Privé.
‘Ja, vanmorgen nog, in De Telegraaf. Dat ik nu samenwoon met mijn nieuwe liefde en dat ik de afgelopen twintig jaar wel heel veel mannen heb gehad. En dan de namen erbij van de mannen met wie ik weleens op een foto heb gestaan. Heb ik over getwitterd. Het allerergste vind ik dat er een foto van mijn dochter bij staat. Daar moet ik nog iets mee doen.’
Wat bedoel je? 
‘Ach, nu ik toch met Opzij praat… Ik vind het gewoon raar dat vrouwen als ik toch altijd worden neergezet als een soort slet. “Heel wat mannen hebben de revue gepasseerd.” En dan noemen ze mannen die ik niet ken. En dan nog: al zouden het al die mannen zijn geweest in twintig jaar… Al waren het er honderd.
Maar om terug te komen op mijn columns: ik vind het heus belangrijk dat er iets echts onder de verhalen zit, en ik ben nog steeds op zoek naar hoe ik dat het beste doe. Want uiteindelijk wil ik meer fictie schrijven. Het is alleen lastig dat daar geen geld mee te verdienen is. Dus het schrijven zal in de avond- en nachturen blijven plaatsvinden. Ik zou het vooral ontzettend fijn vinden als ik buiten het zicht van alles en iedereen zou kunnen schrijven.’

‘Ik vind het lastig mezelf te zijn, er zijn al zo lang heel veel meningen over me’ 

Voor je rust?
‘Ja. Acteren is wel leuk, het deel van op een set staan en werken met leuke mensen. Maar alles dat om het acteren heen hangt, is vrij uitputtend.’
Je bedoelt interviews als dit?
‘Dit valt vooralsnog mee. In de meeste interviews wordt naar mijn uiterlijk gevraagd, of ik bereid ben iets te veranderen nu ik ouder word. Of naar hoe ik filmen combineer met een kind. Ja, ik ben haar moeder, ja ik werk. Nou, wat ontzettend knap van mij.
Gisteren had ik bijvoorbeeld een persdag voor een film. Het schijnt erbij te horen, maar ik voel me dan echt een pratend poppetje. De helft van de tijd moet ik dilemma’s doornemen: wat zou je het liefst willen, nooit meer zoenen of nooit meer knuffelen? Stuitend, die stupiditeit! En daar vul ik hele dagen mee! Dat vind ik soms heel erg, terwijl ik ook weet dat het onschuldig is. Dat mijn dochter met haar hoofd in de krant staat, dat vind ik echt vervelend.’
Die roman van jou, want er komt dus een roman… Gaat die ook over eenzaamheid?
‘Ja, zeker. Nou ja, ik denk dat iedereen daar wel last van heeft, maar dat de meeste mensen het beter verdoezelen. Dat is toch een universeel thema? Ergens niet bij horen, niet kloppen.’
Maar dat is een gevoel dat in jezelf zit, los van de mensen die je om je heen hebt.
‘Ja. Ik moet zeggen dat ik me nu goed voel hoor, ik ben gelukkig. In mijn leven, met mijn kind en katten en in de liefde. Maar mensen die ergens stilletjes buiten staan, die ergens tussen staan maar er toch buiten vallen, die vallen me op straat altijd meer op dan de schreeuwerds.’
Heb je daar een verklaring voor?
‘Die heb ik wel, maar dan wordt het wel heel persoonlijk.’ Ze lacht ongemakkelijk. ‘Ja. Ja.’
Trouw schreef vorig jaar dat je eindelijk je vorm had gevonden, na je Gouden Kalf voor De surprise.
‘Ik doe mijn best rollen te kiezen die ik een stap vooruit vind. Maar soms is je agenda leeg en moet je iets. En dan sta je weer met een boodschappentas op een imaginair schoolplein een moeder te spelen. Dus om nu te zeggen dat ik mijn vorm heb gevonden, dat ik een lijn uitzet in mijn carrière. Nee. Ach ja, het is ook maar gewoon verkleed spelen hè, acteren.’
Je beschouwt het nu van buiten, net als in je columns.
‘Misschien vind ik dat prettiger. Als het even niet hoeft, praat ik liever niet met mensen. Afluisteren daarentegen… Het komt misschien ook doordat ik het lastig vind “mezelf te zijn”, vreselijke term ook trouwens. Er zijn al zo lang heel veel meningen over me. Dat begon in mijn vormende jaren toen ik als puber bij Goede tijden kwam. Zo zichtbaar zijn is niet altijd goed voor een mens. Het was denk ik beter geweest als ik een paar jaar gestopt was met acteren. Maar het is nu eenmaal wat op mijn pad kwam en waar ik mezelf goed mee kon onderhouden, en dat was nodig, want ik stond al jong op eigen benen.’
Heb je nooit gedacht: waarom doe ik dit werk, ik kap er mee?
‘Zeker wel, rond mijn 30ste. Ik wilde gewoon leven. Ik was 16 toen ik op kamers ging. Ik heb altijd alles aangenomen, spelletjes gepresenteerd en op braderieën gezongen. Ik was jong. En ik was alleen. Ik had niemand die tegen me zei: “Zou je dat nu wel doen? Is dat wel verstandig?” Ik had alleen maar Wally’s om me heen – Wally was mijn toenmalige manager die veel geld heeft doen verdwijnen.’
Er was niemand die voor je zorgde?
‘Nee. Uiteindelijk de moeder van een ex van mij, Louise Laman. Zij is echt een voorbeeld voor mij als vrouw geweest. Ik mocht een tijdje bij haar wonen toen het echt heel slecht met mij ging. Ik was een jaar of 20. Ik gebruikte drugs, had schulden en was al een tijd niet op de set bij GTST verschenen en werd gevonden in een hangmat in de Supperclub. Toen ben ik naar Louise gebracht. Zij heeft echt voor mij gezorgd, op een lieve, maar ook strenge manier. Dat had ik nodig. Ik kende dat niet.
Louise had haar zoon jong gekregen en is daarna nog notaris geworden. Ze was iemand die ik kon bewonderen. Ik zag laatst haar zoon weer en toen dacht ik: ik moet haar nog eens bedanken.’
Je hebt geen contact met je moeder, al tijden niet. Wat heeft dat voor invloed op je eigen moederschap?
‘Dat vind ik moeilijk te zeggen. Soms heb ik het gevoel dat ik in hetzelfde toneelstuk sta in een heel andere rol. Het is onoverkomelijk dat je vergelijkt, terwijl ik een heel andere invulling wil geven aan de moeder-dochterrelatie. Die ken ik maar op één manier en die wil ik niet herhalen.
Het leukst vind ik dat ik mijn dochter ken, ze is echt een bijzonder mens. Tegelijkertijd is mijn leven sinds ze er is een stuk zorgelijker, want ik heb nu haar te verliezen. En ze is natuurlijk, sinds haar vader en ik uit elkaar gingen een paar jaar geleden, de helft van de tijd bij hem. Dat vind ik nog steeds moeilijk. In het begin smeerde ik alle dagen dat ze er niet was vol met werk of sociale dingen. Of dan deed ik
’s avonds de gordijntjes van haar kamer gewoon dicht. Alsof ze er wel was. Dat idee van een kale kinder-
kamer met open gordijnen vond ik te vervelend.
Gelukkig ben ik sinds een paar jaar minder onzeker. Dingen zijn wel prima zoals ze zijn. Het enige dat maar niet wil lukken, is dat ik vaak een slecht overzicht over mijn leven en agenda heb. Ook al word ik daar een fractie beter in.’
Zeg je te graag ja?
‘Nee! Ik zeg liever nee! Maar soms is je agenda leeg en dan vliegt dat aan. Ik heb toch een huis en een kind. Dus dan zeg je ergens ja op, en dan komen er opeens toch leuke dingen aan die je ook wilt doen. Zo ben ik dus de afgelopen jaren een paar keer volledig overwerkt geraakt. Ik leer niet makkelijk. Maar ik probeer er op te letten. In die zin is schrijven ook fijn.’
Verbaan in 163 Woorden
Geboren: 9 oktober 1979
Privé: ze heeft een dochter van 6 en een relatie
Opleiding: mavo, Erasmus College Zoetermeer – ‘Ik heb het altijd jammer gevonden dat ik niet heb gestudeerd’
Doorbraak: als de naïeve en extravagante Hedwig Harmsen in Goede tijden, Slechte tijden
Bekend van: Costa!, ’t Schaep met de 5 pooten, 06/05, Medea, Volle maan, Lotus, Mannenharten
Boek: leest er twee: Moedervlekken van Arnon Grunberg, Alleen met de goden van Alex Boogers en gaat snel beginnen in Judas van Astrid Holleeder
Voor het laatst gedanst? ‘Met mijn geliefde op een feestje dat hij mede-georganiseerd had’
Moet steevast huilen? ‘Als het volle maan is, heel vervelend’
Lievelingsfilm: Singing in the Rain
Prijzen: ze won in 2012 een Gouden Kalf voor haar bijrol in De marathon en in 2015 één voor haar hoofdrol in De surprise 
En verder: is ze ook jurylid geweest van het Nationaal Songfestival en spreekt veel kinderfilms- en series in, zoals WinxClub, Bolt, Pim en Pom en de LEGO Film
Door Femke van Wiggen