DE MENS, NIET DE LEGENDE

Er was een Chileen voor nodig om een film te maken waarin het niet draait om het icoon Jackie Kennedy, maar om wie ze was als persoon.
Noem Jacqueline Kennedy en het gaat altijd over haar goede smaak, haar gevoel voor stijl en wellicht haar huwelijksproblemen. Maar wie ze werkelijk was, is nooit helemaal duidelijk geworden: het icoon overschaduwde altijd de persoon.
Er was klaarblijkelijk een Chileen voor nodig, die helemaal niets met de Kennedy’s had, om een film te maken waarin het draait om de mens en niet om de legende. In Jackie beperkt Pablo Larraín (Neruda) zich tot de vier dagen direct na de moord op John F. Kennedy. We zien hoe deze gebeurtenis het leven van de First Lady in één woeste klap omver gooit. Maar hoe aangeslagen ook, toch maakt ze er doelbewust werk van de mythe dat haar man een groot president was te consolideren. Ze modelleert zijn begrafenis naar die van Abraham Lincoln. En ze nodigt een journalist uit in haar huis in Hyannis Port om haar geïdealiseerde versie van de geschiedenis aan hem te dicteren.

Portman is een Jackie naar wie je wilt blijven kijken

In Jackie werkt Larraín voor het eerst in zijn carrière met een vrouwelijke hoofdpersoon en het stond voor hem van tevoren vast dat die persoon Natalie Portman moest zijn. Dat heeft hij goed gezien. Portman is een Jackie naar wie je wilt blijven kijken: een intrigerende combinatie van kwetsbaarheid en wilskracht. Niet per se sympathiek. Mooi ook hoe ze dat typerende stemgeluid weet te vangen, zonder het er te dik bovenop te leggen.
De film ontrolt zich in een stijlvol, ingehouden tempo, met fijne bijrollen van Peter Sarsgaard als Robert Kennedy en Greta Gerwig als Jackie’s rechterhand Nancy Tuckerman. Alles ondersteund door aangrijpende muziek van de Britse componist Mica Levi. Een gelaagd, intiem portret van een vrouw wiens wereld aan gruzelementen ligt, maar die er toch in slaagt staande te blijven.
Jackie is vanaf 16 februari te zien in de bioscoop
Door Renate van der Zee