COVERINTERVIEW HELEEN VAN ROYEN: ‘HET GROTE VOORDEEL VAN FILMEN WAS DAT IK DAN VEEL BIJ HAAR WAS’
De film die ze over haar dementerende moeder maakte, ging met veel succes in première tijdens het filmfestival van Rotterdam. Het lijkt wel of alles wat schrijver Heleen van Royen aanraakt in goud verandert. ‘Ik houd nu een seksdagboek bij. En daar zit een feministische gedachte achter.’
De maandag na de succesvolle première van Het doet zo zeer, de film die ze over haar dementerende moeder maakte, zit Heleen van Royen (51) een soepje te eten met haar zoon Sam (19) in een Amsterdams restaurant. Haar gezicht nog zwaar in de make-up van de televisieopnamen eerder die dag, maar haar houding ontspannen en casual.
Als je haar vraagt wat het haar doet dat sinds de publicatie van De gelukkige huisvrouw in 2000 alles wat ze aanraakt in goud verandert, schiet ze in de lach. ‘Ik geloof niet dat ik het erg persoonlijk opvat. Maar het heeft me wel zelfverzekerder gemaakt. Neem deze film. Het was eerst helemaal niet de bedoeling dat hij in de bioscopen zou gaan draaien. Ik werkte met een televisieproducent en die was niet geïnteresseerd in een bioscooprelease. Maar ik wél. Ik ben er met gestrekt been ingegaan. Dan helpt het dat dingen eerder zijn gelukt, omdat dat je het vertrouwen geeft dat het weer kan lukken. Maar ik heb wel keihard voor die bioscooprelease moeten knokken. Misschien is dat wel de reden waarom ik succes heb: ik geef niet op.
Nooit opgeven, dat heb ik van mijn moeder. Mijn moeder is weer gaan werken op haar 48ste. Dat was nadat ze mijn vader, met wie ze een slecht huwelijk had, het huis uit had gezet en hij vervolgens zelfmoord pleegde. Ze ging niet haar hand ophouden bij de overheid, nee, ze ging gewoon aan de slag. Ze las een advertentie van de tuberculosebestrijding, waarvan het kantoor bij ons in de buurt stond en schreef in haar sollicitatiebrief dat ze een werkgever dicht bij huis wilde omdat ik nog tussen de middag thuiskwam uit school. En ze kreeg die baan. Als mijn moeder zich iets voornam, deed ze het ook. Toen er geen geld was voor een nieuw vloerkleed, zei ze: ik ga er gewoon een haken. We gingen naar een wolwinkel, kochten daar krankzinnig veel wol en zij heeft toen een kamerbreed tapijt gehaakt. Gehaakt! Er was nog wol over en ze zei: dan haak ik de gang er ook nog bij. En dat deed ze. Ik herken dat, die houding van: oké, dit gaan we doen.
Ik zie het ook bij mijn dochter. Die werkt nu bij een zakenbank waar ze assessments doet en een goed salaris heeft. Ik vind het geweldig een dochter te hebben die goed in wiskunde is en zich met gemak in het mannendomein beweegt dat zo’n bank toch is.’
Was dat wat je dacht toen je besloot een film te maken over je moeder: oké, dit gaan we doen?
‘Ik maakte al filmpjes van mijn moeder met mijn telefoon voor mijn kinderen, om ze te laten zien hoe het met haar ging. Toen merkte ik hoe goed ze overkwam op film. Mijn moeder is heel uitgesproken en komt op zo’n filmpje krachtig en grappig over. En ik was als mantelzorger zo met haar bezig, dat ik daar iets mee wilde doen. Zo kwam ik op de gedachte een film over haar te maken. Ik wist zeker dat ze zo het best tot haar recht zou komen. Het grote voordeel van filmen was ook dat ik dan veel bij haar was. Als ik in mijn werkkamer ga zitten schrijven, heeft zij daar niets aan.’
Een ander had zich misschien afgevraagd: kan ik dat wel, een documentaire maken?
‘Ik zie nooit een probleem. We zien wel waar het schip strandt, dacht ik. Het was een moeilijke situatie, mijn moeder was dementerend en had veel pijn, het hielp gewoon dat ik nog iets anders omhanden had. Dat ik niet alleen aan het helpen was en aan het piekeren over hoe ze het best kon worden verzorgd, maar dat ik ook nog iets maakte. Het bood troost, de gedachte dat het allemaal niet op de grote hoop verdween, maar dat ik er iets mee deed waar anderen misschien ook nog iets aan konden hebben.
Ik ben me intensiever met mijn moeder gaan bemoeien toen ik merkte dat ze steeds vergeetachtiger werd. Haar buurman zei dat ze er een eind aan wilde maken. Dat gaat niet gebeuren, dacht ik, dat sta ik niet toe. Uiteindelijk heb ik een huisje bij mij in de achtertuin gezet waar ze kon gaan wonen.’
Hoe vond je vriend dat?
‘Hij snapte wel hoe schrijnend de situatie was. En je schoonmoeder onderbrengen in een huisje in de tuin is minder ingrijpend dan wanneer je haar in huis neemt. Bovendien kreeg ze uitgebreid thuiszorg. En toen we eenmaal een plan gingen maken, raakten we allebei
enthousiast. We dachten: dit gaan we gewoon doen.’
Speelde het feit dat je vader zelfmoord heeft gepleegd een rol bij de beslissing om dat huisje neer te zetten? Dat je niet nog een ouder op die manier wilde verliezen?
‘Dat speelde wel een rol, ja. Maar tegelijkertijd geloofde ik niet dat mijn moeder er echt een eind aan zou maken. Ik wilde gewoon voorkomen dat ze een nare oude dag zou krijgen. Daarom was het voor mij ook zo’n enorme klap toen ze na vrij korte tijd zó verslechterde dat ze niet in dat huisje kon blijven wonen. Ik had gedacht dat ze daar tot haar dood zou blijven. Opeens bleek dat ik alles voor niets had gedaan, dat ze toch naar een verpleeghuis moest. Dat was echt heel zwaar, meer voor mij dan voor haar. Want zij was dat hele huisje alweer vergeten.’
‘Ik vind het geweldig dat mijn dochter goed is in wiskunde en zich met gemak beweegt in het mannendomein’
Je hebt veel voor je moeder gedaan, maar toch had je niet altijd een goede band met haar.
‘Ze was een stugge vrouw, niet iemand die je lekker knuffelde. Ze kon hard zijn. Vooral in de periode rond de geboorte van mijn dochter Olivia, toen ik in een psychose raakte, heeft ze het mij moeilijk gemaakt. Ze begreep het niet, ze was bang dat het met mij dezelfde kant zou opgaan als met mijn vader. Ze geloofde niet dat het weer goed met mij zou komen, dat ik weer voor mijn kind zou kunnen zorgen.
Ik werd op een gegeven moment gedwongen opgenomen. Na twee weken sloegen de medicijnen aan en kon ik weer naar huis. Olivia was bij mijn moeder, want ze waren er niet helemaal gerust op dat ik weer voor haar kon zorgen.
Maar toen ik weer thuis was, stonden daar het wiegje en de box en wilde ik gewoon zelf voor mijn baby zorgen. Ik besprak dat met de huisarts en die vond het oké, maar mijn moeder wilde Olivia niet afgeven, ze vertrouwde me niet. Het werd een enorme botsing. Want wat ze deed, kon natuurlijk niet. Ik was net herstellende van een psychose en dan heb je steun nodig, niet iemand die zich tegen je keert. Al deed ze dat natuurlijk om Olivia te beschermen, niet om mij dwars te zitten.
Ach weet je, het leven is mijn moeder nooit goedgezind geweest. Ze is als kind mishandeld door haar eigen moeder. Haar verhalen daarover maakten grote indruk op mij. Daarom heb ik altijd voor mijn moeder gekozen. Ik heb haar altijd verdedigd als ze weer eens ruzie met mijn vader had. Dat mijn vader zelfmoord pleegde, was erger voor haar dan voor mij. Voor haar voelde het als wraak, en mij gaf ze vervolgens een heel negatief beeld van mijn vader mee. Dat heb ik haar wel kwalijk genomen, ja. Dan zei ik: vertel nou eens iets leuks over hem, en dan kwam ze toch weer met een rottig verhaal aanzetten.’
Maar het was toch niet allemáál kommer en kwel?
‘Nee. Ik heb het haar al lang vergeven en ik ben er totaal niet meer mee bezig. Mijn moeder komt uit een andere tijd. Het was allemaal veel harder toen. Psychologische hulp kwam er niet aan te pas. Het leuke aan haar was dat ze van kletsen hield en dat ze een echte feminist was. Wat een man mag, mag een vrouw ook, vond ze. Dat heeft van mij een onafhankelijke vrouw gemaakt. Ik ben dankzij haar geworden wie ik ben. En ik heb dat weer kunnen doorgeven aan mijn dochter, die doordrongen is van het belang van onafhankelijk zijn en je eigen geld verdienen.
Het mooie is dat mijn moeder en ik, doordat ik voor haar ben gaan zorgen, veel dichter bij elkaar zijn gekomen. Als ik met die film iets wil uitdragen, dan is dat het. Als een van je ouders dementeert, dan kan het een kans zijn om dichter bij die persoon te komen, omdat die je nodig heeft. Mijn moeder was preuts, maar opeens vroeg ze me te helpen haar broek op te hijsen na het plassen. Dat was eerst een beetje gek. Maar als het moet, dan doe je dat gewoon. Ik merkte dat ze het heel fijn vond dat ik er was. Ik kon echt iets voor haar betekenen.’
De film is af, wat is je volgende project?
‘Ik wil een boek schrijven over vrouwelijke seksualiteit. Daarvoor houd ik een seksdagboek bij. Ik houd bij hoe vaak ik seks heb en waar en wat we doen. Gewoon, plain sex. Hoe gaat dat nou eigenlijk?’
Op dat moment zegt zoon Sam, die tot dan toe bij het interview heeft gezeten: ‘Oké, dit is mijn cue.’ En hij staat op om afscheid te nemen. Maar niet voordat hij heeft gezegd dat hij het als een voordeel ziet dat zijn moeder Heleen van Royen heet. ‘Ze is over alles heel open, ja. Daar ben ik aan gewend. Het doet me niets meer als er rare dingen over ons in de media verschijnen. En vergeet niet, we hebben jarenlang in Portugal gewoond, daar zat ik op een internationale school waar helemaal niemand op Telegraaf.nl keek. Het is voor mij eigenlijk alleen maar makkelijk dat Heleen mijn moeder is.’ Hij studeert media en heeft een camera bij zich, omdat hij zijn moeder aan het filmen is rond de première van haar documentaire. Als hij het restaurant uitloopt, roept zij hem na: ‘Make vlogging great again, Sam!’
Maar goed, dat seksdagboek…
‘Ik vind het sowieso leuk om mijn seksleven vast te leggen. Maar het is ook eng. Soms denk ik: moet ik dit nou wel opschrijven? Maar goed, ik hoef natuurlijk niet alles te publiceren. Misschien wordt het ook niet echt een seksdagboek, maar een boek waarin ook essay-achtige stukken staan.
Er zit een feministische gedachte achter. Laatst las ik weer ergens dat mannen tijdens een potje heteroseks 95 procent kans hebben een orgasme te krijgen en vrouwen tussen de 30 en de 50 procent. Dat vind ik choquerend. Met zulke cijfers moet je niet verbaasd zijn dat vrouwen minder zin hebben in seks, want het levert ze gewoon minder op. Ik vind alleen dat je de oplossing niet bij de mannen moet zoeken, maar bij de vrouwen. Als je een orgasme wilt hebben, moet je daar wat voor doen. Gêne overwinnen, hulpmiddelen erbij halen. Mannen zorgen gewoon dat zij een orgasme krijgen, maar vrouwen zijn niet gewend seksueel plezier op te eisen. Daar wil ik graag open en eerlijk over schrijven, in de hoop dat het
orgasmepercentage stijgt.’
Wat doe jij om je orgasme op te eisen? Heb je Bart opgevoed?
‘Opvoeden vind ik een raar woord. Hij is geen kind, hij is mijn partner. We praten erover, we vinden het allebei belangrijk om het leuk te hebben in bed. Als je het beter wilt hebben, moet je het aankaarten. Veel vrouwen vinden dat moeilijk, maar je zult er toch echt over moeten praten, of het bij jezelf doen terwijl je met je partner bezig bent. Dat vinden veel vrouwen ook weer moeilijk.’
Je bent nu bijna 52. In de overgang krijgen sommige vrouwen minder zin in seks of worden ze droger. Ben je daar bang voor?
‘Nee hoor, daar zijn toch allerlei hulpmiddeltjes voor? Overgang of niet, ik wil gewoon een actief seksleven blijven houden. Pablo Picasso ging door tot zijn 90ste. En mijn vriend is 30, dus die houdt me wel bij de les.’
‘Mannen zorgen dat zij een orgasme krijgen, maar vrouwen zijn niet gewend seksueel plezier op te eisen’
Denk je weleens: over acht jaar ben ik 60 en hij 38?
‘We hadden het er vanochtend nog over. Ik zei enthousiast: als ik 60 ben, wil ik weer een selfmade project doen, zoals twee jaar geleden, met een boek en een tentoonstelling met selfies. Toen zei Bart: “Wil je alsjeblieft niet zo vrolijk en verheugd praten over je 60ste? Je bent nu 51! Ik wil nog helemaal niet denken aan je 60ste verjaardag.” Maar ik dacht alleen maar: leuk, met zo’n project heb ik dan tenminste nog wat omhanden.
Bart en ik houden heel veel van elkaar, dus de insteek is dat we bij elkaar willen blijven. Hoe het uiteindelijk zal lopen? De tijd zal het leren. Hij wil nu geen gezin, maar misschien wil hij dat op een gegeven moment toch. Of misschien word ik verliefd op iemand anders. Zulke dingen kunnen ook gebeuren als je even oud bent. Maar je kunt ook zo verknocht aan elkaar zijn dat je wel met elkaar doorgaat. We zien wel. Als ik iets heb geleerd, is dat niets in het leven gaat zoals je denkt dat het zal gaan.’
Het doet zo zeer draait vanaf 23 februari in de bioscopen.
HELEEN VAN ROYEN IN 121 WOORDEN
Geboren: 9 maart 1965
Privé: Ze heeft een relatie met drummer Bart Meeldijk en heeft twee kinderen, Olivia en Sam, uit haar huwelijk met televisie-presentator Ton van Royen
Opleiding: School voor Journalistiek, Utrecht
Doorbraak: In 2000 met haar debuut De gelukkige huisvrouw, dat een bestseller werd
Andere bestsellers: Godin van de jacht, De ontsnapping, De mannentester en De hartsvriendin
Boek op nachtkastje: Judas van Astrid Holleeder
Moet steevast huilen: Als ik bij mijn moeder wegga, moet ik meestal even iets wegslikken
Tentoonstelling: In 2014 had ze een tentoonstelling van haar selfies in het Letterkundig Museum in Den Haag. Tegelijkertijd verscheen haar boek Selfmade
En verder: Vanaf april is een tiendelige serie gebaseerd op De mannentester te zien op KPN Presenteert