EEN BEHOORLIJK ACTUEEL STUK
Veertig jaar geleden was Twee vrouwen van Harry Mulisch iets nieuws. Het verhaal heeft opnieuw waarde gekregen nu we terug lijken te gaan naar minder tolerantie voor alles dat anders is, meent Renée Soutendijk, die de rol van Laura Tinhuizen speelt.
‘Eindelijk weer een ‘gewoon’ verhaal,’ verzuchtte Harry Mulisch in 1975 in een interview over zijn roman Twee vrouwen. Geen oorlog dit keer, maar een eenvoudige, toegankelijke liefdesgeschiedenis, al zou Mulisch Mulisch niet zijn als hij er niet een flinke scheut mythologie in had verwerkt. In tegenstelling tot zijn eerdere, tamelijk intellectuele romans, bereikte hij met dit boek, zijn enige met een vrouw als hoofdpersoon, een groot publiek. Toch is deze liefdesgeschiedenis helemaal niet zo ‘gewoon’, als je bedenkt dat het een van de weinige romans is waarin het draait om een lesbische verhouding. Twee vrouwen vertelt het verhaal van Laura Tinhuizen (gespeeld door Renée Soutendijk). Zij is al enkele jaren gescheiden van Alfred (Chris Tates) als ze ineens onstuimig verliefd wordt op een vrouw, de veel jongere Sylvia (een rol van Roos van Erkel). De twee krijgen een relatie, en Sylvia begint zelfs over kinderen. Nadat Laura haar heeft verteld dat ze geen kinderen kan krijgen, wat een van de redenen is waarom haar huwelijk op de klippen is gelopen, verdwijnt Sylvia en gaat ze ervandoor met Alfred. Na verloop van tijd keert ze terug met een blijde boodschap: om Laura een kind te kunnen schenken, is Sylvia zwanger geworden van Alfred. Maar dat heeft dramatische gevolgen. Alleen en verdrietig reist Laura af naar Frankrijk, om haar gestorven moeder te begraven.
Na De ontdekking van de hemel is dit de tweede roman van Harry Mulisch die Hummelinck Stuurman bewerkt voor het toneel. Met alle recente ontwikkelingen in de wereld op het gebied van vrijheden en rechten van onder andere vrouwen en homoseksuelen, is het een behoorlijk actueel stuk, denkt Renée Soutendijk. ‘In de tijd dat Mulisch het schreef, de tijd van de flowerpower en meer vrouwenrechten, was het bijzonder dat hij met dit verhaal kwam. Men was toen bezig met politiek theater en politieke boeken, niet met liefdesverhalen. En romans over homoseksuele of lesbische relaties waren er ook nog nauwelijks. Toch sloeg het aan. Voor veel lesbische vrouwen was het zelfs hun lijfboek. Eindelijk voelden zij zich erkend. Hoewel vandaag de dag anders samengestelde stellen meer rechten hebben gekregen en mensen van gelijke sekse met elkaar mogen trouwen, lijken we nu juist weer terug te gaan naar minder tolerantie en toenemende angst. Er worden bovendien nog altijd heel weinig films of theaterstukken gemaakt waarin een homoseksuele relatie centraal staat.’
‘Veel lesbische vrouwen voelden zich eindelijk erkend door dit verhaal’
In haar bewerking van Twee vrouwen bracht Janine Brogt een extra laag aan. In het kaderverhaal zijn drie acteurs bezig met de repetities van Twee vrouwen – een klein Droste-effect dus. Hierdoor kunnen de acteurs bespiegelen op Mulisch, op het boek en op de tijd waarin het verhaal zich afspeelt. Renée Soutendijk: ‘Ik speel dus niet alleen Laura, maar ook de actrice die Laura speelt. Het personage Laura vertelt haar geschiedenis op het moment dat zij in Avignon is, aan het einde van het verhaal, en alles wil opschrijven om alle gebeurtenissen te verwerken. Haar herinneringen zijn de scènes die we spelen. Zo ga je langzamerhand met haar mee naar het dramatische einde, waarin ze in Avignon alleen op die kamer zit, met uitzicht op de diepe bouwput bij het Palais des Papes.’
Die gelaagdheid van het romanverhaal en het verhaal van de acteurs eromheen geeft een bepaalde speelsheid aan de scènes, vindt Soutendijk, omdat de acteurs in en uit de scènes stappen. ‘Het plaatst het stuk ook in het perspectief van die tijd, waarin veel geheim werd gehouden en deze twee vrouwen hun moeders voorliegen omdat ze geen van beiden eerlijk durven zijn. Bovendien krijg je meer inzicht in de persoon van Mulisch, die een groot schrijver was, maar ook een beetje een ijdele man. Het was aanvankelijk helemaal niet Mulisch’ bedoeling een boek over twee vrouwen te schrijven, maar hij kreeg het verhaal niet rond. Op een gegeven moment staat er in zijn aantekeningen: is “hij” misschien een vrouw? Toen hij die gedachte zijn fantasie liet prikkelen, schreef hij het boek vervolgens in slechts vijf weken tijd.’
VROUWENROLLEN
In het boek is Laura midden 30 en Sylvia begin 20, in de theaterversie is Sylvia eind 20 en Laura eind 40. In mei wordt Renée Soutendijk 60 jaar. ‘Dat is het fijne van theater,’ lacht de actrice.
‘Bij film kun je dat niet waarmaken, in het theater wel. In de film- en televisiewereld wordt het lastiger om mooie rollen te vinden in deze leeftijdsfase. Internationaal zie je wel meer filmproducties die zijn gericht op babyboomers, want die leeftijdsgroep gaat nog naar het theater en de bioscoop. Helen Mirren, Julianne Moore, Meryl Streep, er zijn genoeg voorbeelden van oudere actrices die nog volop aan het werk zijn. Maar Nederland is een klein taalgebied en daardoor is het lastig om er geld en een distributiekanaal voor te vinden. Het risico is gewoon te groot. Het gaat immers niet om commerciële hits, maar om films in het art circuit.’
Maar, zegt ze, ‘je hoort mij niet klagen hoor. Ik heb het dit jaar drukker dan ooit! Centraal Medisch Centrum, de televisieserie waarin ik speelde, gaat waarschijnlijk door. Ik ga een film doen, in het najaar nog een theatervoorstelling. Het is wel een paar jaar wat rustiger geweest, maar die tussenperiode, waarin je te oud bent voor de rol van minnares of vrouw en niet oud genoeg voor die van moeder of oma, ligt achter me.’
Een oplossing voor een tekort aan interessante vrouwenrollen kan ook zijn ze zelf te scheppen. Dat is Soutendijk niet zo goed bevallen. ‘Mijn man Thed Lenssen en ik hebben een eigen productiemaatschappij gehad, maar daar moet je een heel lange adem voor hebben. Ja, je bent minder afhankelijk van het aanbod en je kunt de mensen kiezen met wie jij graag een project wilt ontwikkelen waar je achter kunt staan. Maar tegelijk ben je nog altijd afhankelijk van dramaturgen en geldschieters, en is het steeds weer de vraag of je een project kunt realiseren. Ik heb twee keer meegemaakt dat de realiteit het verhaal inhaalde, doordat het voortraject rondom de financiering zo lang duurde. Dus nee, ik ben meer een sprinter dan een langeafstandsloper. Ik ben een máker, wil creatief zijn in plaats van onderdeel van die bureaucratie.’
Op de vraag welke rol ze nog graag in haar carrière zou willen vertolken, blijft ze het antwoord schuldig. ‘Vroeger was ik heel ambitieus en wilde ik alles meemaken en doen, en daar moest ook alles voor wijken. Maar het vat van mijn ambitie is inmiddels wel gevuld. In de jaren tachtig, toen de Nederlandse film het heel goed deed, heb ik de mogelijkheid gekregen om heel verschillende rollen en types neer te zetten. Ik heb zoveel mogen en kunnen doen, ik ben enorm verwend. Ik ben blij dat ik nog steeds leuk werk heb, want ik houd van mijn vak. Of het nou komt doordat je bepaalde trekken krijgt in je gezicht, ik weet het niet, maar als je ouder wordt, kom je in een hokje terecht. Dat vind ik jammer. Mijn hokje is dat van de pittige vrouw die niet op haar mondje is gevallen en niet over zich heen laat lopen. Persoonlijk ben ik veel introverter dan de rollen die ik de laatste jaren veel heb gespeeld.’
Twee vrouwen is te zien tot en met 21 mei
RENÉE SOUTENDIJK IN 111 WOORDEN
Renée Soutendijk (21 mei 1957) is een van de grote actrices van haar generatie. Ze debuteerde in 1978 in de film Pastorale ’43. In de jaren 80was ze in bijna elke Nederlandse film te zien: Spetters (1980), Het meisje met het rode haar (1981), Van de koele meren des doods (1982) en De vierde man (1983) zijn maar een paar van de titels die haar ook in het buitenland roem en werk brachten. Soutendijk speelde in het theater en in bekende televisieseries, zoals Dagboek van een herdershond , Meiden van De Wit , Tatort en Moordvrouw. Afgelopen jaar was ze te zien in de ziekenhuisserie Centraal Medisch Centrum en de theatermarathon Borgen.
Door Vivian de Gier