MAN OVER VROUW: DANNY GHOSEN
Man over vrouw
Beeld Ernst Coppejans
Op zijn 15de ontvluchtte Danny Ghosen (39) met zijn ouders en zusjes de burgeroorlog in Libanon. In 2013 brak hij door als hit-and-run-reporter voor omroep PowNed. Sinds 2016 werkt hij voor de NTR, waar hij de programma’s Danny in Arabistan en Danny zoekt stemmers maakte. Wie zijn de vrouwen die de presentator inspireerden?
De moeder
‘Toen ik 15 was, kwam ik met mijn ouders en vijf jongere zusjes naar Nederland. Kort daarna overleed mijn vader. Dat was natuurlijk een klap. Het was al een moeilijke periode in een vreemd land en ineens moesten we het zonder hem doen.
Mijn moeder was net als mijn vader nooit te beroerd om al het mogelijke werk aan te pakken en dat bleef ze doen. Ze stelde ons daarbij altijd voorop. Dan zocht mijn moeder bijvoorbeeld kleding voor ons en vroegen we of ze zelf niets hoefde. “Ja, dat komt later wel, ik zorg eerst voor jullie,” zei ze dan. Dat is nog steeds zo. Als ik haar bel en zeg: ik kom er nu aan, dan maakt ze eten voor me, al is het midden in de nacht. Ik help zelf ook graag mensen, en dat dienstbare, niks terug hoeven voor wat je doet, heb ik van mijn vader en van haar.’
‘Als ik zeg: ik kom er nu aan, dan maakt ze eten voor me, al is het midden in de nacht’
De zusjes
‘Ik vond het niet altijd leuk om zo veel zusjes te hebben, ik wilde eigenlijk een broertje. Ik was wel een stoute toen ik klein was en zij vormden dan een front tegen mij. Maar uiteindelijk kwam het altijd goed. Als jongen heb je in de Arabische cultuur iets meer status dan een meisje. “Het is toch een jongen,” zeggen ze dan. Dat veranderde natuurlijk toen we in Nederland waren. Hier is het: “Nou en, het is een jongen?”
Ik maak soms programma’s waar niet iedereen blij mee is, en ik wil niet dat zij daar last van krijgen. Ik spreek mijn zussen nog altijd vaak, ook al woont een van hen met haar man in Canada. Inmiddels hebben ze bijna allemaal kinderen. Als ik ze nu als moeders zie, ben ik echt heel trots op ze en op de manier waarop ze hun kinderen opvoeden. Zij staan nu centraal. Ondanks de afwezigheid van mijn vader en broers heb ik het mannelijke nooit echt gemist in mijn gezin. Ik vind vrouwen eigenlijk veel slimmer en intelligenter dan mannen. Je kunt bij vrouwen gewoon jezelf zijn, hoeft geen machogedrag te vertonen zonder bang te zijn voor pussy uitgemaakt te worden.’
De zangeres Fairuz
‘Ik doe haar tekort door haar een Libanese zangeres te noemen, want Fairuz is een grootheid in de Arabische wereld. Ze is de stem van het volk, van iedereen. Tijdens de burgeroorlog groeiden we op met haar muziek. Ze bleef altijd boven de partijen staan, heeft nooit een kant gekozen en is altijd in Libanon gebleven.
Iedereen kan zich herkennen in een of ander
liedje van haar. Als je verliefd bent, kun je naar Fairuz luisteren, als je verdrietig bent, als je blij bent, er is altijd wel iets. Haar stem raakt je ziel gewoon. Als ik opsta zet ik Fairuz op, als ik naar bed ga, luister ik even Fairuz. Soms krijg ik echt kippenvel als ik haar muziek hoor. Dan denk ik aan mijn jeugd in Libanon, waar ik nog zo weinig van heb. Eigenlijk kan ik het niet uitleggen, je moet het voelen.’
De mentor Yvonne Lub
‘Ik was best een lastige student, soms tot op het onderhandelbare af. Ik was zoekende en paste nergens tussen. Op een gegeven moment ging ik stage lopen bij de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht. Daar had ik drie vrouwelijke stagebegeleiders. Een van hen, Yvonne, zag altijd de positieve kanten van mijn drukte en mijn rebelsheid. Die Danny heeft wel lef, zag ze. Ik was goed in het aanspreken van mensen, contact maken en me op die manier nuttig te maken. Dat stimuleerde ze.
Ik ging mezelf ontdekken en merkte dat ik toch niet zo waardeloos was als de meesten zeiden. Na drie jaar was ik echt een ander persoon geworden, toen was ik klaar om naar de School voor Journalistiek te gaan. Vanaf daar ging het alleen maar omhoog. Ik heb nog steeds contact met Yvonne. Als er iets gebeurt, zegt ze altijd: “Rustig Danny, ga even zitten, we gaan het aanpakken, alles komt goed.” Dat weet ik inmiddels, alles komt inderdaad goed.’
Door Jop de Vrieze