‘ZAG JE OP TV. JE HAAR ZAT WILD. MOOIE JURK. IS DAT MODE NU? DOEI, MAMA’
’Toen ik klein was, zo klein dat ik het me niet kan herinneren, wilde ik altijd dat mijn moeder me optilde. Dat vertelde ze later althans altijd, dat ik een hangkind was in de letterlijke zin van het woord, zo’n kind dat doorlopend haar benen omklemde en ‘til me!’ eiste.
Op foto’s uit die tijd heeft ze me inderdaad vaak op de arm, grote lummel van 4 of 5 of misschien wel 6 die ik al was, vaak in een jurk die ze zelf genaaid had, want mijn moeder was een moeder die dat soort dingen kon. Zij lacht er gelukkig meestal bij.
Hoe lekker het is om je kind op te tillen, besefte ik pas veel later toen ik zelf hangkinderen kreeg die bij voorkeur de hele dag als aapjesjongen om me heen slingerden. Met hun warme plakkerige handjes omklemden ze m’n nek. Ik zou ze willen blijven optillen tot ze de optilleeflijd ver voorbij zijn, en veel te zwaar zijn om zich verantwoord te laten optillen, maar dat laatste geeft niet want als het aankomt op het optillen van je kinderen ben je beresterk.
Mijn moeder was ziek en ze ging dood en ze woonde ver weg: 7881 kilometer en negen uur vliegen hier vandaan. Ook dat hoort bij het migrantenzeer; zo veel verschillende werelden die je moet zien bij te benen. En als je even niet oplet, gebeurt er van alles in de wereld waar je toevallig níet bent.
Er is een tijd geweest dat ik niet door haar opgetild wilde worden, net zoals er een tijd zal komen dat mijn kinderen niet meer met hun plakhandjes de hele dag in mijn nek zullen willen hangen. Dat ik ‘jááhaa’ zei op haar verstandige adviezen en haar ‘zou je dat nou wel doen?’, net zoals mijn hangdochters
nu al steeds vaker ‘jááhaa’ zeggen op mijn verstandige aanwijzingen. Om vervolgens het tegenovergestelde te doen.
Ze was niet van de internationale vrouwensolidariteit, van de politiek getinte eendracht die zich veelal op een abstract en afstandelijk niveau afspeelt, en waarbij je je soms afvraagt of die vrouwen wel echt van elkaar houden, als mens, omdat de vrouwensolidariteit lijkt te bestaan uit elkaar de maat nemen. Zij was van de onwrikbare en onvoorwaardelijke solidariteit met haar dochters. Dat uitte zich in de fraaiste, ultrakorte mailtjes: ‘Zag je op tv. Je haar zat wild. Mooie jurk. Is dat mode nu? Doei, mama’. Ook dat was optillen op afstand, op negen uur vliegen hier vandaan.
Op het laatst moesten we haar optillen. Dat kon, omdat ze haast niks meer woog en omdat wij van de weeromstuit beresterk werden. Het paste wonderwel. Het leven komt neer op optillen en opgetild worden.
Door Sheila Sitalsing
Econoom Sheila Sitalsing (48) is freelance journalist en columnist bij deVolkskrant. Ze woont met haar man en twee kinderen in Delft.
Econoom Sheila Sitalsing (48) is freelance journalist en columnist bij deVolkskrant. Ze woont met haar man en twee kinderen in Delft.