‘Hokken’ is populair, steeds meer stellen kiezen ervoor. Het huwelijk stabiliseert
Velen van u hebben het nog gedaan toen het zo heette: ‘hokken’. Wie het woord uitsprak deed het óf met groot dédain of juist als een geuzennaam. De eerste categorie: de ouderen van de jaren ’60 en ’70, de tweede categorie de jongeren die wel van elkaar hielden maar de noodzaak van het halen van een boterbriefje – zoals het huwelijk wel werd genoemd – niet zagen.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) maakt vandaag bekend dat inmiddels zo’n 1 op de 5 van de 81 duizend paren die in 2016 een verbintenis aangingen, koos voor een geregistreerd partnerschap. Dat zoiets bestaat – in die omvang – was 50 jaar geleden ondenkbaar. Inmiddels schommelt het aantal huwelijken al jaren tussen de 60 en 65 duizend. Tien jaar geleden koos nog geen 9 procent voor het geregistreerd partnerschap, dat aantal is dus meer dan verdubbeld.
Tegelijk is er de merkwaardige trend dat we geregistreerde partnerschappen vaker in kleinere steden en dorpen zien dan in de grote stad. 50 jaar geleden was ‘grote stad’ de metafoor voor losbollig gedrag, tot uitdrukking komend in – ondermeer – hokken. Nu is het andersom en een belangrijke oorzaak daarvan is het gegeven dat de grote steden een grotere groep inwoners kennen met een migratieachtergrond. Maar 2 procent van de Nederlanders met een Turkse of Marokkaanse achtergrond sloot in 2016 een geregistreerd partnerschap. En dat drukt het landelijk gemiddelde van 19 procent met name in de grote steden.
Inmiddels zijn partnerschappen juridisch vrijwel gelijk aan het huwelijk, sinds 2014 wordt ook automatisch het vaderschap toegekend. Vroeger moest de man daarvoor nog extra stappen zetten om het kind te ‘echten’, zoals dat toen nog werd genoemd.
Hieronder ziet en hoort u Jan Latten, woordvoerder van het CBS en bijzonder hoogleraar sociale demografie, over de ontwikkelingen.