Zo’n kantonrechter moet het een dag lang worden verboden naar een toilet te gaan
Gemiddeld plast een mens 5 tot 8 keer per dag. Als je moet, moet je. Die kantonrechter die weliswaar de boete voor een wildplassende vrouw matigde maar toch op € 90,- bepaalde, vond dat ze best op een mannentoilet had gekund. Mannentoiletten in een binnenstad zijn overwegend open en tegelijk niet afsluitbaar. Als je er plast kan er ook een ander binnenkomen. Voor een man geen probleem, die staat met zijn verondersteld edele deel richting de bak, een vrouw zou precies andersom moeten staan, zitten: geen idee wat deze edelachtbare in gedachten had. Dan zit je daar dus als vrouw – in elk geval neem je een quasi-zittende houding aan – en de eerste man die al dan niet moedwillig je toilet binnenstapt kijkt je recht in het kruis.
Deze kantonrechter heeft natuurlijk ook een dilemma. Met een beroep op de Wet Gelijke behandeling kan ook een man alles overal laten lopen als de vrouw was vrijgesproken of – zoals een andere kantonrechter in vergelijkbare gevallen deed – de boete matigen tot € 0,-.
Toch had hij er in dit geval voor moeten kiezen. Regels en wetgeving moeten praktisch toepasbaar zijn, anders moet je ze buiten werking stellen. Dit was zo’n geval. Er horen in gemeentes net zoveel openbare toiletten te zijn voor vrouwen als voor mannen. Zolang dat niet zo is past een boete van maximaal € 0,- of helemaal geen boete.
Laat deze kantonrechter zelf maar eens het gevoel krijgen dat deze vrouw had. Gewoon laten rondlopen met een al maar vollere blaas en effectief geen mogelijkheid – zelfs een verbod – om ‘m op een fatsoenlijke manier te legen.