Wie worden die – tenminste acht – vrouwelijke ministers in Rutte III?
Na de langste onderhandelingen over een regeerakkoord ooit – dat record heeft Mark Rutte in elk geval op zak – is het nu aan hem om te laten zien dat de op 16 maart 2017 van kracht geworden Wet streefcijfer evenwichtige zetelverdeling mannen en vrouwen in bestuur serieus wordt genomen. De wet legt weliswaar vooralsnog alleen een verplichting op aan het het bestuur en de raad van commissarissen van grote naamloze en besloten vennootschappen maar je zou kunnen zeggen dat het runnen van ons land hier ook de grootste onderneming betreft. En anders voldoet elk individuele ministerie en ook menig Zelfstandig Bestuurs Orgaan wel aan de criteria die u u hieronder vindt.
Grote ondernemingen voldoen aan de volgende criteria *:
- Balanstotaal > € 20 miljoen
- Netto omzet boekjaar > € 40 miljoen
- Gemiddeld aantal werknemers boekjaar > 250 werknemers
Mark Rutte heeft 16 ministersposten te verdelen en evenwichtige zetelverdeling betekent dan gewoon fify/fifty, iets anders moet hij uitleggen. Op de site van de Rijksoverheid wordt onder meer deze uitleg voor de toepassing van de wet gegeven:
Grote ondernemingen die in 2016 geen evenwichtige verdeling van de zetels hadden, zijn verplicht dit toe te lichten in hun bestuursverslag als zij hun bestuursverslag ná 13 april 2017 publiceren. Tot 13 april wordt een beroep gedaan op de bereidheid van ondernemingen om te handelen in overeenstemming met het voornemen om het wettelijk streefcijfer te verlengen.
De Overheid heeft ook nu al een heleboel uit te leggen want zelf lijkt ze nog steeds zo’n 30 procent-norm voor vrouwen te hanteren. Een norm die lang niet altijd en overal wordt gehaald. Het kan toch niet zo zijn dat van bedrijven iets wordt verwacht dat de wetgever zichzelf niet wenst op te leggen? Of wel? We gaan het zien. Er zijn tenminste twee ontsnappingsformuleringen: het betreft een streefcijfer en het gaat om evenwichtig. Heel benieuwd welke uitleg de politiek daaraan zal geven als er straks niet (tenminste) acht vrouwelijke ministers op het bordes staan. Hoewel: ook dat bordes is nog onzeker, het paleis wordt nog verbouwd. ;-).
Het kabinet Rutte II had bij aanvang deze samenstelling, vijf vrouwen op 13 ministersposten. Dat kan en moet beter.
Mark Rutte (VVD), Minister-President en Minister van Algemene Zaken
Lodewijk Asscher (PvdA), Vice-Minister-President en Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ivo Opstelten (VVD), Minister van Veiligheid en Justitie
Melanie Schultz van Haegen (VVD), Minister van Infrastructuur en Milieu
Henk Kamp (VVD), Minister van Economische Zaken
Edith Schippers (VVD), Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Frans Timmermans (PvdA), Minister van Buitenlandse Zaken
Ronald Plasterk (PvdA), Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Jet Bussemaker (PvdA), Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Jeroen Dijsselbloem (PvdA), Minister van Financiën;
Jeanine Hennis-Plasschaert (VVD), Minister van Defensie
Lilianne Ploumen (PvdA), Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking;
Stef Blok (VVD), Minister voor Wonen en Rijksdienst.