Geen werk, alleenstaand ouderschap: dan is er vaker sprake van kindermishandeling
Vrijdagmiddag publiceerde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) cijfers over kindermishandeling in ons land. Er is een relatie gelegd tussen een aantal registers dat beschikbaar is, enerzijds die over mishandelde kinderen zoals de zestien Advies- en Meldpunten Kindermishandeling ze rapporteren. Anderzijds de register over gezinskenmerken. De cijfers zijn uit 2014 maar er is geen reden om aan te nemen dat er sindsdien grote veranderingen optraden. In 2014 stonden 19.340 kinderen als slachtoffer van kindermishandeling geregistreerd, gemiddeld zes op de 1.000. De jongste kinderen zijn vaker slachtoffer: tot en met drie jaar gaat het om 7 op de 1.000. Tussen 12 en 17 jaar zijn het er nog 4 op de 1.000.
In maar liefst 44 procent van de gevallen vindt de mishandeling plaats in éénoudergezinnen. Nog eens 40 procent van de kinderen groeit op in gezinnen waarin beide ouders geen werk hebben.
Hoewel het CBS er voor waarschuwt dat het een verkennende studie is waarin alleen maar gegevens uit meerdere bestanden zijn gekoppeld, kan toch wel worden gesteld dat er een groot en direct verband lijkt te zijn tussen huishoudens die dichtbij bij de armoedegrens grens leven. Want precies dit type gezinnen (een ouder of beide partners werkloos) heeft het financieel vaak het zwaarst.