World Economic Forum: positie Nederlandse vrouw verslechtert
De ongelijkheid tussen Nederlandse mannen en vrouwen is toegenomen vergeleken met een jaar geleden. Dat is de conclusie in het Global Gender Gap-rapport van het World Economic Forum dat is gepubliceerd.
Vooral als het gaat om politieke vertegenwoordiging en economische participatie en kansen is het raak.
Nederland zakt van de 16e naar de 32e plaats in een lijst van 144 landen. Er is maar één lichtpuntje: Nederland blijft nummer één als het gaat om onderwijs.
Hoewel het kabinet Rutte III nog niet kan hebben bijgedragen is het beeld daar wel een bevestiging van het rapport: van de 24 bewindslieden zijn er maar 10 vrouw. Vooraf stelde Rutte dat de man-vrouw-verdeling voor hem prioriteit nummer twee zou zijn, zijn streven is het ‘om de beste mensen te vinden.’ Binnen de VVD heeft hij ook niet lang gezocht: die levert zegge en schrijve één vrouwelijke minister. En brekebeentjes als Eric Wiebes krijgen promotie. Het rapport verschijnt sinds 2006, in 2017 is er voor het eerst sprake van een grotere gender gap, wereldwijd.
IJsland, Noorwegen en Finland vormen de Top Drie, direct gevolgd door – dat zouden we met al onze veronderstelde Westerse superioriteit niet snel bedenken – Rwanda. Maar ook landen als Nicaragua en de Filipijnen staan in de Top Tien.
In de Top Tien vinden we niet één lid van de zogenaamde G20-landen te vinden, de economische grootmachten.
Er zijn ook lichtpuntjes. Het rapport beoordeelt aan de hand van vier criteria. Als het gaat om gezondheid en onderwijs is er bijna sprake van gelijkheid.