#metoo: Aan je collega gezeten? Seksistische opmerkingen gemaakt? Dan word je zelden ontslagen
Arbeidsechtadvocaten Maartje Govaert, Mirjam Decoz en Stefan Sagel deden onderzoek naar de behandeling door kantonrechters – die gaan in ons land over ontslagzaken – van ontslagverzoeken op basis van seksuele intimidatie en ongewenste intimiteiten. Hun conclusie: dat is als regel geen ontslaggrond. En zeker geen grond voor ontslag op staande voet.
‘De vaak te slappe optredens van rechters belemmeren niet alleen werkgevers die willen optreden tegen seksuele intimidatie, maar laten ook dappere slachtoffers die al hun moed bijeen hebben geraapt in de kou staan’, aldus Sagel, ook hoogleraar arbeidsrecht aan de Universiteit Leiden. ‘Rechters leggen de drempel voor ontslag zo hoog dat daders bijna altijd terugkeren op de werkvloer. En geven een verkeerd signaal af aan de rest van het personeel’, zo stelt Govaert.
Ze spreken over die gevallen die überhaupt leiden tot een verzoek aan de kantonrechter, meestal komt het niet zover. Werkgevers schikken liever en houden dit soort kwesties op die manier intern.
Maar ook is het vaak zo dat het bewijs moeilijk rond kan worden gekregen, meestal gaat het om één op één-situaties: haar woord tegen het zijne. Het wordt pas makkelijker als meerdere collega’s verklaren over hetzelfde gedrag maar zelfs dan komt een kantonrechter niet makkelijk tot een grond voor ontslag. Decoz deed onderzoek naar ruim tweehonderd rechterlijke uitspraken.
In 2013 is de Hoge Raad gevraagd om een vuistregel te formuleren zodat seksuele intimidatie op het werk standaard een dringende reden voor ontslag oplevert, behalve in bijzondere omstandigheden. ‘Hij wilde daar niet aan en deed die zaak af zonder motivatie. Die beslissing geeft de lagere rechter alle ruimte om op dit terrein zijn eigen koers te varen’, zegt Sagel. ‘Een op Twitter geuite #metoo-beschuldiging mag in geen enkel geval een geldige ontslaggrond zijn. Maar als het bewijs geleverd is, dan is arbeidsrechtelijke fermheid vereist. Ik zou denken dat de brede verontwaardiging over de zaak van Harvey Weinstein dat alleen maar onderstreept.’