De ingewikkelde discussie over in deeltijd werkende jonge vrouwen
Gisteren barstte in alle media – en ook op onze site – de discussie los over de uitkomst van een onderzoek, gepresenteerd in een lijvig rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Zoals dat gaat op social media was er niet altijd aandacht voor de feiten, laat staan nuance. De berichtgeving door OPZIJ ging in op met name twee elementen: de conclusie (van het SCP) dat jonge vrouwen zich ondanks jarenlange campagnes van de Overheid nog altijd niet heel anders gedragen dan hun moeders. En dat dit een volledig vrije keuze is. Een hoger opleidingsniveau maakt hooguit een klein verschil. Het zijn feiten, geen meningen. Zo goed als de vrije keuze van jonge vrouwen om meer dan jonge mannen voor deeltijd te kiezen een feit is. Volgens het SCP-rapport zijn hun kansen in die levensfase gelijk aan die van jonge mannen. Als het zo is dat een deel van hen best meer uren zou willen werken: dat geldt ook voor jonge mannen.
Zoals gezegd: het rapport kreeg gisteren, maar ook vandaag nog in commentaren in de dagbladen, heel veel aandacht. Dat OPZIJ het welkom vindt dat jonge vrouwen überhaupt een vrije keuze kunnen maken – dat konden hun moeders, laat staan grootmoeders overwegend niet – werd in reacties op Facebook en Twitter door sommigen direct uitgelegd als anti-feministisch. In sommige reacties leek het erop dat die mogelijkheid van vrije keuze dan maar beperkt moet worden als dat ertoe leidt dat jonge vrouwen ertoe komen economische zelfstandigheid te bereiken.
OPZIJ wil er duidelijk in zijn: feminisme is – tenminste – allebei, dat vonden we eerder, dat vonden we gisteren. En vandaag. En dat blijven we vinden. Vrouwen moeten volledig zelfstandig en vrij hun keuzes kunnen maken. Het is in alle gevallen belangrijk dat die keuzes niet economische zelfstandigheid beperken. Het SCP-rapport kun je ook zo uitleggen dat de Overheid accenten moet verleggen in zijn speerpuntenbeleid als het gaat om emancipatie. Het begint in het onderwijs, méér dan daarna. De SCP-onderzoekers stellen, bijvoorbeeld, vast dat jonge vrouwen tijdens hun studie hun kansen op een carrière lager inschatten dan jonge mannen dat doen. Hun kansen op de arbeidsmarkt, direct na hun studie, geven geen aanleiding voor dat pessimisme. Integendeel: ze zijn gelijk aan die van jonge mannen en jonge vrouwen zijn inmiddels gemiddeld beter opgeleid en worden eerder beter dan slechter betaald.
Tenslotte viel het ons op dat in de reacties vaak een gebrek aan ambitie werd genoemd als het erom gaat dat jonge vrouwen nog altijd minder dan mannen een carrière nastreven. Sinds wanneer heeft ambitie alleen met geld en carrière te maken? Zeker beter opgeleiden kunnen die mijlpaal van economische zelfstandigheid, die de Overheid definieert als een netto-inkomen van tenminste € 920,-, ook in deeltijd bereiken. Vrouwen die daarvoor kiezen tonen een ander soort ambitie, ze creëren voor zichzelf tijd om ook op andere terreinen actief te zijn. Kies je voor je carrière? Prima. Kies je er niet voor? Ook prima. Maar zorg vooral dat je de baas bent over je eigen leven, economische zelfstandigheid helpt daar enorm bij.