Olga Zoutendijk. En weer sneuvelt een vrouw bij ABN Amro
Vandaag werd bekend dat president-commissaris Olga Zoutendijk van ABN Amro opstapt. ABN Amro was nog maar kort geleden een ‘staatsbank’ en nog altijd houdt de Overheid er een flinke vinger in de pap. Zoutendijk werd in 2014 commissaris en in 2016 voorzitter van de Raad van Commissarissen.
Er heeft zich de afgelopen maanden van alles achter de schermen afgespeeld, binnen de bank maar ook bij De Nederlandsche Bank en Het Ministerie van Financiën. Aanleiding waren de kennelijk nogal geringe inspanningen die Zoutendijk zich getroostte om vrienden te maken. Zoutendijk zou zich te veel gedragen als bestuursvoorzitter en te weinig als toezichthouder, haar eigenlijke rol. Het kostte Gerrit Zalm de kop als bestuursvoorzitter maar ook daarna was er sprake van een zorgwekkende uittocht van topfunctionarissen. Vijf van de zeven personen uit het team van Zalm vertrokken.
Toch is de gang van zaken opmerkelijk. Zoutendijk verklaarde nog begin 2017 in een interview hoe zij haar rol zag. Citaat:
‘Er is een duidelijke transformatie gaande richting scherper en zuiverder toezicht. De Monitoring Commissie Corporate Governance stelt heel duidelijk in de herziening van de corporate governance code dat de functie van commissarissen professionaliseert, dat commissarissen een meer vooraanstaande positie krijgen binnen de vennootschapsrechtelijke verhoudingen en de checks and balances binnen de vennootschap. De commissie constateert ook dat van commissarissen wordt verlangd dat zij steeds dichter op het bestuur zitten om hun toezichthoudende rol op een effectieve wijze te kunnen uitvoeren. Dat is ook bij ABN Amro het geval.’
Je zou dus kunnen zeggen dat wie dan ook gewaarschuwd was over haar taakopvatting. Bovendien, juist ABN Amro was een metafoor voor zo ongeveer alles wat er mis ging in de financiële wereld. In de media lijkt het vandaag alsof die taakopvatting nogal specifiek des Zoutendijks was. Maar ze verwijst naar de Corporate Governance Code die mede door de Overheid is opgesteld om het toezicht op ondernemingen te verbeteren.
In die Corporate Governance Code kan worden gelezen dat in het de klassieke (oude) governance benadering in de eerste plaats de taak van het bestuur is om de strategie te formuleren, en houdt de raad van commissarissen daar toezicht op via goedkeuring. De commissie ziet nu een actievere rol voor de commissaris, die al in een vroeg stadium wordt geacht de visie en strategie mee te ontwikkelen.
Het lijkt erop dat Zoutendijk bij haar aanstelling precies die opdracht meekreeg: een actieve rol spelen, dicht op de Raad van Bestuur. En dat ze, nu ze dat deed, daarop wordt afgerekend met vertrek als gevolg. Als dat zo gaat is zo’n nieuwe (2016) Corporate Governance Code al direct een dode letter. Althans, als je (teveel) mannen in de weg loopt, als vrouw.