Karsu Dönmez: Wonderkind op de piano
Op zevenjarige leeftijd speelde Karsu Dönmez (1990) de eerste noot op een piano. Ze zag Jan Vayne met zijn wapperende lange blonde lokken spelen achter de vleugel en dacht: dat wil ik ook. Haar ouders stelden eerst nog een kleiner instrument voor – een viool neemt bijvoorbeeld iets minder ruimte in – maar nee, Karsu moest en zou een piano hebben. Precies twintig jaar later staat ze aan de vooravond van haar vijfde theatervoorstelling Karsu plays Atlantic Records. Een voorstelling over Ahmet Ertegün, net als Dönmez van Turkse komaf, die een van de grondleggers van het beroemde platenlabel Atlantic Records is geweest.
DOOR Marleen Hogendoorn
Hoe kwam je op het verhaal van Ahmet Ertegün voor je tour?
“Ik hoorde over een man met dezelfde culturele achtergrond als ik, die ook van het mixen van muziekstylen was. Ahmet dus. Ik moest en zou les van hem krijgen of met hem werken. Ik kreeg via via het nummer van zijn assistent. We waren net te laat toen we hem belden, hij was drie dagen daarvoor overleden. Ik baalde echt. Toen ben ik me in zijn verhaal gaan verdiepen en deed research naar hem. Ahmet was de zoon van de ambassadeur in Washington. Hij organiseerde op de ambassade concerten voor zwarte muzikanten. Ahmet was rijk en wit, de straatmuzikanten waren donker en arm. Maar dat waren wel Duke Ellington, Ella Fitzgerald en John Coltrane, die later legendes werden. Hij ontdekte verder Ray Charles, The Rolling Stones, Aretha Franklin, The Bee Gees, Led Zeppelin, Eric Clapton en Cher. Iedereen bijna! Ook schreef hij liedjes, voor Ray Charles bijvoorbeeld, en ken je het liedje van Shaggy genaamd Angel? Als je het verhaal van hem hoort, dan sta je gewoon met je oren te klapperen.
Twee jaar geleden werd ik met mijn band uitgenodigd om op de Turkse ambassade op te treden, precies in de zaal waar de carrière van Ahmet begon. Daar hoorde ik nog meer anekdotes over hem. Bijvoorbeeld dat op de afterparty van het concert Aretha Franklin in Londen dat Ahmet een verlegen man in een hoekje zag zitten gitaar te spelen. Hij loopt erop af en stelt zichzelf voor. De gitarist zegt superverlegen: ‘Hoi, ik ben Eric Clapton.’ Dus op de afterparty van Aretha Franklin wordt Eric Clapton ontdekt. Hoe mooi is dat? Toen dachten we: daar moeten we echt wat mee. In de tour vertellen we zijn verhaal en spelen we liedjes van Atlantic Records, niet als coverband, maar we proberen het te transformeren tot iets nieuws.”
[blendlebutton]Je was op jonge leeftijd al bekend. Heeft je dat beïnvloed?
“Ik ben voorzichtiger geworden. Vooral op het gebied van social media. Ik vind het grappig om te zien hoe sommige mensen op social media hun hele leven delen zonder erover na te denken. Ik kan zo speuren in het leven van mensen die ik niet ontmoet heb. Heb ik niet bij jou gedaan hoor. Als ik met iemand werk, kan ik vooraf bijvoorbeeld al weten dat hij een vrouw heeft en twee kinderen, van wie de een adhd heeft. Ik heb wel social media, maar hanteer er strenge regels voor: geen familie, niet mijn huis, maar wel weer mijn kat.”
Terwijl social media ook wel belangrijk is in je beroep.
“Dat is wel zo, net als mijn uiterlijk. In het begin van mijn carrière dacht ik: ik ga gewoon zo optreden in een dikke trui en spijkerbroek. Maar toen zei een vriendin tegen me dat het voor het oog er ook leuk uit moet zien. Als ik naar een optreden ga van iemand anders en degene ziet er ook mooi uit met glitters enzo, dan is het nog leuker. Nu ben ik het ook leuk gaan vinden om een mooie jurk en hakken aan te doen op het podium. Als ik met vriendinnen afspreek voor een etentje, zien zij er allemaal fabulous uit. Ik kom in mijn spijkerbroek en zonder make-up. Heb ik nu make-up op?”
Eh, nee.
“Zie je. Ik moet dan de dag erna optreden en ga dan wel all the way. Ik heb een team dat mijn social media bijhoudt. Ze hebben onderzocht wat wel werkt en wat niet. Als er een foto wordt geplaatst waar mijn haar mooi is en ik heb een gave jurk aan, dan krijg ik in plaats van honderd maar liefst tweeduizend likes. Wat heel stom is eigenlijk. Als ik dit beroep niet zou hebben, had ik geen Facebook. Op mijn persoonlijke pagina deel ik alleen wetenschappelijke artikelen of een grappig filmpje van Mr Bean. Maar geen foto’s van mezelf.”
Zouden we tien jaar geleden hebben geweten dat we nu foto’s van ons eten en onze mooiste selfies posten op social media?
Nee, erg is dat he? Maar vroeger bladerde je in magazines met gephotoshopte lichamen en werd je op die manier voor de gek gehouden. Nu deelt iedereen op social media alleen hun gelukkige en mooie momenten. Veel mensen denken: oh mijn leven is niet zo. Of ik ben niet zo fabulous wakker geworden zoals die filmster er elke ochtend uitziet. Ik vind het naar voor mijn nichtjes dat ze hiermee opgroeien. Toen ik begon wilde ik per se niet gephotoshopt worden. Ik had een keer een shoot, de foto werd meteen uitgekozen en laten zien op een scherm. En floep, opeens waren mijn benen twintig centimeter langer. Ik durfde niets te zeggen, maar liet later mijn agent bellen. Zo zie ik er gewoon niet uit. Ik heb geen maat 32, dat hoeft ook niet.”
Wat is typisch Turks aan jou?
“Eten. Jij mag niet naar mijn huis komen, zonder dat je er eet. Ik zat laatst met mijn gitarist thuis om te oefenen. Ik zei: ‘Ik heb soep.’ Hij zei: ‘Nee, ik heb al geluncht.’ Ik zei: ‘Maakt niet uit, eet soep!’ Verder is de gastvrijheid belangrijk en ik ben een kletskous. Dat zou in Nederland opvallend. Laat ik het zo zeggen: ik ben meer een Hollander in Turkije, dan dat ik een Turk in Nederland ben. In Turkije ben ik apart, ik doe gewoon. In Turkije lopen artiesten dramatisch het podium op, ik ben meer van: Hoi, hoe is het? Als je in Nederland een BN’er ziet lopen dan denk je: Oh dat is Guus Meeuwis. In Turkije gaat het van: Oh my God, een artiest!”
Heb je weleens het idee gehad dat je als vrouw met Turkse roots meer je best moest doen?
“Nee nog nooit. Ik heb juist twee stappen voor. Ik ben nog nooit negatief beoordeeld over mijn afkomst of over mijn geslacht, wel positief. ‘We hebben je gekozen omdat je Turks bent,’ zeggen ze dan. Ik heb een keer een goed gesprek met Humberto Tan hierover gehad. Hij zei: ‘Ik werd ook gevraagd omdat ik donker was, maar ook omdat ik goed was. Je moet dus wel kwaliteit hebben als ze je vragen.’ Zo zie ik het. Ik had een bucket list gemaakt met dingen die ik voor mijn twintigste wilde doen. Even voor mijn verjaardag stond alleen nog het Metropole Orkest erop, de rest had ik kunnen afkruisen. Tien dagen voor mijn verjaardag belden ze: we willen met je werken. Ik helemaal blij natuurlijk en ik zei welke liedjes ik wilde doen. Nee, ze wilden iets met Turkse nummers doen, omdat ik van Turkse komaf ben. Toen moest ik aan Humberto denken.
Ik hoor weleens dat mannen vaker worden gedraaid op de radio en dat ze domineren in de muziekscene. In wat ik doe, ben ik de enige. Er is geen ander Turks meisje dat zingt en speelt met de piano met een glitterjurk aan, dus ik merk daar niet zoveel van.”
Heb je ook weleens tegenslagen?
“Ja tuurlijk. Soms gaan dingen niet zoals je wil. Ik liep net weg bij de regisseuse en ze riep: ‘We hebben het onderschat.’ Ja, voor de tour moeten we nog zoveel doen! Of als ik niet gegeten heb, dan word ik hangry. Ik denk er weleens aan hoe heerlijk het zou zijn als ik een negen tot vijf baan had, dan ben je thuis gewoon klaar. Ik zat afgelopen nacht om half een nog te vergaderen.”
Ben je een feminist?
“Als feminisme staat voor gelijke rechten, gelijke betalingen enzo dan ben ik zeker een feminist. Mijn moeder is lang lid geweest van OPZIJ. De eerste zin die ik van mijn moeder heb geleerd, na ‘mama’, ‘papa’ en ‘ik heb honger’ was: ‘Wees niet afhankelijk van een man.’ Dat is de eerste les die ze ons geleerd heeft. Laatst had ik een hamer nodig van mijn vader. Hij zei: ‘Geef maar aan je vriend.’ Ik verontwaardigd: ‘Hoezo??’ Maar hij bedoelde het niet zo, hij is ook een feminist. In mijn beroep heb ik niet echt te maken met onderwerpen zoals emancipatie en feminisme. Het is een eenzaam beroep. Ik heb niemand naast me waaraan ik me kan spiegelen. Maar als ik berichten op het nieuws hoor dat een vrouw minder salaris krijgt als een man, kan ik zo boos worden.”
Wat zijn je goede voornemens?
“Ik wil Amsterdam ontdekken. Ik ben al in zoveel landen geweest, afgelopen week was ik in Milaan en Venetië. Andere landen ken ik door en door. Maar ik heb geen idee hoe het Paleis op de Dam vanbinnen eruit ziet. Ik ben nog nooit bij de Museumnacht geweest. Komend jaar heb ik er ook helemaal geen tijd voor, maar I’m gonna try.”