Het gaat fantastisch met de economie. Maar u ziet daar weinig van terug
Vandaag publiceert het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) cijfers over het reëel besteedbaar inkomen van huishoudens. Als het CBS zoiets publiceert, mag u ervan uitgaan dat het klopt. De conclusie is dat huishoudens ‘ongeveer de helft van de economische groei terugzien in hun portemonnee’. Da’s altijd goed, denkt u. Hoewel: de helft? Waar blijft dan die andere helft? Die andere helft gaat ondermeer naar belastingen. Logisch, als u meer verdient of meer mensen inkomen hebben, dan profiteert de Belastingdienst daar uiteraard ook van. Maar in toenemen mate gaat economische groei niet meer langs de portemonnee van werkenden maar naar de verstrekkers van kapitaal: aandeelhouders dus. Er zijn steeds minder ‘handjes’ nodig om de omzet en resultaten van ondernemingen te laten groeien. Er zijn lage lonen-landen, er is automatisering en robotisering.
Er is een onder de haters van statistiek populair gezegde: Lies, damn lies and statistics. De suggestie is dat statistieken liegen. Dat doen ze niet – mits zorgvuldig gemaakt zoals het CBS dat doet – maar er is wel altijd sprake van definities en de looptijd van een cijferreeks. De cijfers van vanochtend gaan over de periode 2013 tot en met 2017, dat is zo’n looptijd. Maar eveneens van het CBS afkomstige cijfers (verwerkt in dit rapport van Rabobank) vanaf 1977 (!) tonen een heel ander beeld. Nog in 2014 stond het werkelijk besteedbaar inkomen van huishoudens, gecorrigeerd voor inflatie, stil. Al 40 jaar.
Nu kunt u zeggen: we leven in 2018, het leven en de economie zien er al weer heel anders uit dan in 2014, laat staan 1977 Dat klopt, maar het ziet er zeker niet écht beter uit. Het Sociaal en Cultureel Planbureau heeft – op basis van CBS-cijfers – een heldere analyse gemaakt met de naam Bevolking en economie: het maatschappelijk speelveld. Die gaat over meer dan alleen besteedbaar inkomen en telt 38 pagina’s. Als u geen zin heeft die allemaal te lezen: zie de grafiek uit het rapport hieronder, de spreekt boekdelen. De groene lijn is waar het om gaat: die zit eind 2016 nog altijd onder het niveau van 2008-2009. Daar is in 2017 wel een klein beetje maar niet heel veel verandering in gekomen en de stijging is al weer minder dan in 2016.
Toch zien we overal optimisme, de terrasjes zitten vol, de consumptieve uitgaven stijgen. Hoe komt dan? Dat is het fenomeen van dat glas. Is het halfleeg of halfvol? Er zit hetzelfde in maar op dit moment denken we dat het halfvol is.