Mannen van boven de 50 gaan over onze pensioenfondsen
Het Financieele Dagblad publiceert vandaag over de besturen van onze pensioenfondsen. D66 wil dat er volgende jaar in wetgeving wordt afgedwongen dat jonge en vrouwelijke bestuurders in veel grotere mate deel uitmaken van die besturen.
Dat is beloofd, aldus D66, maar er komt weinig tot niets van terecht. Minister Wouter Koolmees gaat op korte termijn het gesprek met de pensioenfondsen aan. Nog voor de zomer zouden er afspraken moeten liggen. Maar die afspraken zijn al vijf jaar geleden gemaakt in de Code Pensioenfondsen. In de besturen zouden tenminste steeds één man en één vrouw plaats moeten hebben. Margot Scheltema is voorzitter van de monitoringscommissie van de Code Pensioenfondsen en stelt vast dat er ‘te weinig urgentie om te veranderen is’. Intussen heeft tweederde van de pensioenfondsen geen enkele bestuurder onder de 40: nog geen 7 procent van de ca. 1.600 pensioenbestuurders is jonger dan 40. Van alle bestuurders is 15 procent vrouw maar daarmee zijn vrouwen wel vertegenwoordigd in 40 procent van de besturen van pensioenfondsen.
Een belangrijke belemmering voor doorstroming vormen de benoemingstermijnen. Er moet worden gewacht op vrijkomende bestuurszetels en daarvan zijn er de komende tijd veel te weinig. Daaraan zou je met nieuwe wetgeving snel iets kunnen veranderen. verkort de benoemingstermijn en verlaag de leeftijd waarop een bestuurder moet aftreden. Zo makkelijk zou dat kunnen zijn. De sector-zelf werpt dan tegen dat lange bestuurlijke ervaring beslist een selectiecriterium is. Het belang van dat argument zou wel eens flink overdreven kunnen zijn. Zo goed doen de meeste pensioenfondsen het nu ook weer niet.