Nog steeds lopen zwarte vrouwen en hun baby’s in de VS een verhoogd risico op vroegtijdige sterfte
In 1850 was babysterfte in de VS- maar ook hier – zo’n waarschijnlijkheid dat veel ouders hun kind pas bij hun eerste verjaardag een naam gaven. Het was ook het jaar dat kindersterfte in de VS voor het eerst in de statistieken werd bijgehouden. Ook toen was er al een fors verschil tussen het zwarte en blanke deel van de bevolking: de kindersterfte in zwarte gezinnen bedroeg 340 per 1.000 geboorten, bij blanken was dat cijfer 217 per 1.000. Doe hoge sterfte had uiteraard alles te maken met voeding, leefgewoonten, de kwaliteit van de gezondheidszorg en de toegang ertoe. Tussen 1915 en 1990 verbeterden de cijfers enorm, ze daalden gemiddeld wel met 90 procent.
In 1960 stond de VS wereldwijd op de 12e plaats als het ging om kindersterfte, inmiddels is dat de 32e plaats op ene lijst van de 35 meest welvarende landen.
Hoewel de daling van het aantal sterfgevallen in absolute zin enorm is, zijn de verhoudingen tussen blank en zwart verslechterd: kindersterfte in zwarte gezinnen bedraagt nu 11,3 per 1.000, onder blanken is dat 4,9 per 1.000.
Is dat aantal op zich al bedroevend, er is in de VS een bijzondere factor in het spel: de sterfte van zwarte moeders tijdens de zwangerschap of bij de geboorte van hun kind. In de VS is dat cijfer nu slechter dan 25 jaar geleden en dat is wereldwijd maar in 13 landen het geval. Zwarte vrouwen hebben een drie tot vier keer zo grote kans om te sterven tijdens hun zwangerschap dan blanke vrouwen. Nog altijd spelen voeding en leefgewoonten een grote rol maar er speelt nog iets anders: medici lijken lang niet altijd voorbereid op complicaties die zich vooral bij zwarte vrouwen voordoen, ze zijn vaak meer gespitst op wat zich in de blanke gemeenschap voordoet. Zo is er bij zwarte aanstaande moeders veel vaker sprake van verhoogde bloeddruk en pre-eclampsia. Aan die laatste factor overlijden wereldwijd naar schatting jaarlijks 76.000 moeders en 500.000 baby’s.
Overigens: In Nederland stierven in 2016 7 op de 1.000 baby’s binnen vier weken na hun geboorte.