Interview: Rachel Kushners nieuwste roman Club Mars
Door Melissa Casu
Onlangs verscheen Rachel Kushners derde roman Club Mars. De derde roman van Rachel Kushner doet in eerste instantie denken aan Netflix-serie Orange is the new black, ware het niet dat deze roman over zoveel meer gaat dan het leven in een vrouwengevangenis. Club Mars biedt inzicht in de vaak tragische levens van verschillende gevangenen door de gebeurtenissen vanuit hun perspectief te beschrijven. De Amerikaanse schrijfster was onlangs in Amsterdam om haar boek te lanceren. Wij spraken haar daar over, uiteraard, vrouwengevangenissen, Californië en gender.
Hoe kwam je op het idee om over het leven in een vrouwengevangenis te schrijven?
“Voor mij gaat boek over veel meer dan het leven in een vrouwengevangenis. Het gaat over een vrouw die opgroeide in San Francisco, over haar leven voor en tijdens haar gevangenschap. Het is daarnaast ook een roman over de huidige stand van zaken in Californië. Dat is een complexe staat. Niet alleen is het de vijfde economie ter wereld, ook het penitentiair systeem is er enorm. Californië heeft het grootste gevangeniswezen van de VS. In 20 jaar tijd heeft Californië de grootste verzameling gevangenissen ter wereld uit de grond gestampt. De plaatsing van die gevangenisgebouwen houdt verband met de klassenstructuur van onze samenleving; alleen arme mensen gaan naar de gevangenis. Er is natuurlijk geen sprake van direct verband; je gaat niet naar de gevangenis omdat je arm bent, maar omdat je een ernstig delict hebt gepleegd. Dat neemt niet weg dat delinquenten meestal afkomstig zijn uit arme families, uit een omgeving die in eerste instantie al een slecht toekomstperspectief biedt. In mijn ogen geldt daarom: je kunt de maatschappij pas kennen als je ook het gevangeniswezen kent. Ik was dus niet zozeer geïnteresseerd in het gevangeniswezen, als wel in de Californische samenleving. Ik wilde het landschap van San Francisco en Californië kunnen ontcijferen. Dat is wat een schrijver hoort te doen: de betekenis van de dingen die we dagelijks zien achterhalen, zonder te oordelen. Dat proces is onomkeerbaar. Zodra je de vertakkingen en invloeden van het rechtssysteem en gevangeniswezen leert zien, kun je ze niet meer negeren.”
Wat vind je van het gevangeniswezen in Californië?
“Het idee dat misdadigers de samenleving ‘terugbetalen’ door hun leven in opsluiting door te brengen heb ik altijd bizar gevonden. Vooral het concept ‘levenslang’ zit mij dwars; het maakt niet uit of je nog 3 of 50 jaar leeft na je veroordeling, zodra je overlijdt, is je straf volbracht. Het Amerikaanse systeem is heel streng, erg straffend. Het lijkt bijna een theologische autoriteit te claimen door straffen op te leggen die langer dan een mensenleven beslaan. De betekenis daarvan werkte plots op me in toen ik op reis was in Barcelona. Ik stond in de Sagrada Familia, een basiliek van 170 meter hoog, en toen ik omhoog keek besefte ik opeens de absurditeit van zulke straffen. Daarom wilde ik mij verdiepen in die positie, schrijven vanuit het perspectief van een vrouw die zo’n straf uitzit.”
De personages in Club Mars hebben afschuwelijke misdaden gepleegd, maar zoals je al zei: die kwamen niet uit het niets. De meesten hebben tragische levens achter de rug die de lezer bijna doen begrijpen waarom ze de fout in gingen. Is die reactie ook je bedoeling?
“Als ik schrijf, houd ik mij niet bezig met wat anderen ervan zullen vinden, dat belemmert alleen maar het schrijfproces. Mijn eigen standaarden zijn al hoog genoeg. Belangrijker is dat ik trouw wilde blijven aan mijn eigen ervaringen, aan wat ik zie, denk en voel. Maar er moest zeker ook een realiteit van het boek uitgaan. Het moest associaties met onze samenleving oproepen, zelfs al is het fictie. Dat probeer ik te doen door verschillende perspectieven te bieden, door de verhalen van verschillende gevangenen op te tekenen. Daarmee hoop ik inzichten te verschaffen die in de samenleving niet onmiddellijk aan de oppervlakte liggen. Ik denk bijvoorbeeld niet dat mensen in staat zijn diepgaande keuzes te maken, je reageert logisch voor zover de situatie dat toelaat. Als je aan iemand vraagt: wil je studeren en een goede baan krijgen of emotioneel reageren, iemand neersteken en in de gevangenis belanden, dan kiest niemand voor het laatste. Je raakt stukje voor stukje ingesloten in de weg naar die laatste optie. Om dat te begrijpen moeten we de misdaad en de weg ernaartoe bezien vanuit het perspectief van een gevangene. Tegelijkertijd moeten we onthouden dat diegene schuldig is en blijft. De realiteit is dat het merendeel van de delinquenten vastzit voor een misdaad die zij daadwerkelijk begaan hebben. Niet onschuld, maar begrip voor het verloop van de gebeurtenissen moet sympathie teweegbrengen.”
Hoe ben je zoveel te weten gekomen over de gang van zaken in vrouwengevangenissen?
“Ik heb veel tijd door gebracht in vrouwengevangenissen vanwege mijn vrijwilligerswerk voor mensenrechtenorganisatie JusticeNow. Zij behartigen de belangen van gevangenen. Bijzonder is bovendien dat ook de leiding van deze organisatie uit gevangenen bestaat, voornamelijk mensen met levenslang. Deel van hun bezigheden is het documenteren van schendingen van mensenrechten in gevangenissen. Daarnaast geven zij gevangenispersoneel ook onderwijs in mensenrechtenwetgeving, zodat de schendingen teruggebracht kunnen worden. Eens per maand ging ik met hen naar vrouwengevangenissen, waar ik in gesprek ging met gevangenen. Zo heb ik de nodige kennis opgedaan, niet alleen door goed te luisteren, maar vooral ook door goed om me heen te kijken. Veel heb ik bovendien te danken aan een goede vriendin, die 22 jaar heeft vastgezeten. Zij heeft me ontzettend veel bijgebracht over het gevangeniswezen, heeft een geweldige expertise op dat gebied.”
Veel van de personages in je boek identificeren zich met een ander gender dan ‘vrouw’, terwijl ze wel in een vrouwengevangenis zitten. Kun je dat uitleggen?
“In gevangenissen, een vrouwengevangenis in het bijzonder, wordt je gender je min of meer opgelegd; je gaat naar een vrouwengevangenis, dus je bent vrouw. Paradoxaal genoeg geeft dat gegeven de gevangenen een bepaald soort vrijheid om een ander gender uit te dragen. Het kan gebeuren dat iemand zich binnen de muren van een gevangenis ineens heel mannelijk gaat voordoen, terwijl diegene in eerste instantie juist heel feminien was. Dat is iets wat al heel lang gebeurt in gevangenissen. Natuurlijk komen er ook mensen de gevangenis binnen die in eerste instantie al transgender zijn, maar de fluïditeit van gender is een verschijnsel dat het gevangeniswezen in het leven lijkt te roepen. Het laat des te meer zien dat we niet gevangen kunnen worden in de binaire sekse-indeling. Zo heb ik me altijd ook deels man gevoeld.“