De Duitsers vonden Simone Veil nummer 78651. Nu is ze begraven in het Panthéon.
Simone Jacob was 16 toen ze met haar moeder en zusje werd gedeporteerd naar Auschwitz-Birkenau, in maart 1944. Later werden ze verplaatst naar Bergen-Belsen. Haar ouders en broer overleefden de Tweede Wereldoorlog niet.
Gisteren werd Simone Veil, een jaar na haar overlijden, bijgezet in Panthéon, het heilige der heiligen van de Franse cultuur. Ze is de vijfde vrouw die er een plaats krijgt en pas de vierde vrouw die die plaats zelf zou hebben verdiend.
Getatoeëerd op haar arm het nummer 78651, dat nummer werd gisteren tijdens haar tocht naar haar graf op grote schermen getoond. Na haar bevrijding studeerde ze rechten en werd rechter. In 1975 was ze minister in het kabinet van Valéry Giscard d’Estaing en de drijvende kracht achter de nieuwe abortuswetgeving. Om je een voorstelling te kunnen maken van die prestatie: het Franse parlement bestond destijds voor 98 procent uit mannen.
Weer wat later was ze voorzitter van het Europese parlement.
Direct na haar dood tekenden vele duizenden Fransen een petitie voor haar bijzetting in het Panthéon. Op dat moment lagen er 72 mannen en maar vier vrouwen. Namen als Victor Hugo, Voltaire en Jean-Jacques Rousseau.
De eerste vrouw, Sophie Berthelot, kwam er in 1907. Zij en haar man Marcellin Berthelot – een groot wetenschapper – stierven enkele uren na elkaar en ze werden gezamenlijk begraven. Pas in 1995 was het Marie Curie die er ‘op eigen kracht’ bij mocht, 34 jaar na haar overlijden. En dan waren er nog de verzetstrijders Germaine Tillion en Geneviève De Gaulle-Anthonioz die pas in 2015 werden bijgezet. ‘Al’ één jaar na je overlijden de plaats die je verdiend: is dat vooruitgang?