Gynaecologen: dode man mag geen zaad ‘doneren’ voor verwekken baby. Ehh, is dat niet raar?
Nederlandse gynaecologen hebben bijgedragen aan het Modelreglement Embryowet dat minister De Jonge (VWS) deze week naar de Tweede Kamer stuurde en waarover vandaag wordt gedebatteerd. Het gaat om een richtlijn over actuele dilemma’s van de beroepsverenigingen van gynaecologen en embryologen, NVOG en KLEM. De minister vindt zo’n Modelreglement nodig ‘vanwege de snelle ontwikkelingen op het gebied van vruchtbaarheidstechnieken’. Da’s mooi, altijd goed. Maar daarin stellen de gynaecologen dat ze ‘in principe’ niet zullen meewerken aan het bevruchten van vrouwen die zaad willen verkrijgen uit hun overleden man.
Daar moet je eens even goed voor gaan zitten. Want op het eerste gezicht klinkt zo’n standpunt heel plausibel. Maar al snel eigenlijk helemaal niet. En al helemaal niet als je dit standpunt legt naast de bedoeling van de Donorwet. Met de Donorwet in de hand willen we levens redden en verlengen door het hergebruik van alles dat zich daarvoor leent uit het lichaam van een overledene. De ontvanger is doorgaans een wildvreemde. En we zijn allemaal donor tenzij we hebben aangegeven het niet te willen zijn.
En dan zou een vrouw niet het zaad van haar overleden geliefde mogen gebruiken om alsnog het kind te krijgen dat ze samen misschien al wilde hebben. In elk geval wil zij het.
Als er al een verschil is met doneren aan een wildvreemde, dan zou het oordeel gezien de relatie van de overledene en de ontvanger in het geval van zaad juist eerder in het voordeel van de partner van de overledene moeten zijn.
In de VS zijn al baby’s op deze manier geboren en de techniek voor deze ‘postmortale voortplanting’ is relatief eenvoudig, maar wegens ethische bezwaren willen gynaecologen er hier niet aan beginnen.
Natuurlijk is het een scenario waarover niemand wil nadenken als je dat is gegund. Maar juist door het standpunt van de gynaecologen worden we gedwongen eens goed op een rij te zetten wat hier gebeurt of dreigt te gebeuren.