De Nobelprijs voor de Vrede naar strijders tegen seksueel geweld in oorlogsgebied. Waarom duurde dat zo lang?
Het is fantastisch nieuws dat de Nobelprijs voor de Vrede dit jaar gaat naar verkrachtingsslachtoffer Nadia Murad en de Congolese gynaecoloog Denis Mukwege.
Overigens: OPZIJ interviewde Nadia Murad al in mei van dit jaar, lees het interview hier op Blendle (€)
De prijs bestaat uit een gouden medaille en een geldbedrag van 870.000 euro. Het is de beloning voor diegenen die zich in het afgelopen jaar het meest hebben ingezet voor vrede. ‘Dokter Mukwege en Nadia Murad hebben jarenlang hun eigen veiligheid op het spel gezet voor de mensen die ze willen helpen’, aldus het comité in Oslo.
Ruim een jaar geleden kwam de MeToo-beweging goed op gang, overigens werd de term ‘Me Too’ al geïntroduceerd door activiste Tarana Burke uit New York, die deze zinsnede in 2006 gebruikte op de website MySpace, ze had het over vrouwen die slachtoffer waren van seksueel misbruik. In oktober 2017 – inderdaad: een jaar geleden nu – kreeg MeToo een impuls met de beschuldigingen tegen Harvey Weinstein. Maar seksueel geweld en misbruik zijn van alle tijden en als het ergens manifest is en is geweest dan is het tijdens oorlogen.
Dichtbij huis kennen we dit soort oorlogsgeweld nog uit het voormalige Joegoslavië waar het zelfs onderdeel van de tactiek van partijen was: verkracht de vrouwen. Verder van huis kneep de wereld een of beter: talloze oogje(s) toe bij evenzovele conflicten in Afrika.
We willen maar zeggen: als er ergens geen sprake van was dat zaken zich heimelijk en moeilijk bewijsbaar afspeelden dan was het juist tijdens oorlogen die er – waar ook ter wereld – nooit niet zijn.
De prijs voor Nadia Murad en Denis Mukwege is terecht en je kunt ervan zeggen: ‘Beter laat dan nooit’. Maar de vraag waarom het zolang duurde voordat een invloedrijk iets als de Nobelprijs voor de Vrede op dit thema wordt toegekend, die vraag blijft.