A space of one’s own. Jane Fortune, een vrouw die u beslist moet leren kennen.
Op 23 september j.l. overleed Jane Fortune op 76-jarige leeftijd – en dus veel te jong – aan de gevolgen van kanker. Dat zal velen van ons zijn ontgaan als we al wisten van haar bestaan.
In 2005 bezocht ze Florence en in een boekwinkel viel haar oog op een boek over Plautilla Nelli, (29 januari 1524 – 7 mei 1588), de eerste bekende vrouwelijke Florentijnse kunstenaar uit die periode. Plautilla was de dochter van schilder Piero de Luca Nelli.
Jane Fortune besloot in Florence op zoek te gaan naar werk van Plautilla en trof het werk Bewening van de gestorven Christus aan in het San Marco Museum. Het was in erbarmelijke staat en Jane besloot ter plekke om de restauratie te betalen.
Het was voor haar ook een keerpunt in een leven waarin ze al veel hedendaagse vrouwelijke kunstenaars steunde. Vrouwelijke kunstenaars waren in het Florence van de bloeitijd een zeldzaamheid maar ze waren er wel. Ze opereerden overwegend in de marge van de grote namen van de mannen die we nu nog kennen en waarmee de musea vol staan en hangen. Fortune werd zich ervan bewust dat die situatie al sinds de 16e eeuw voortduurde: veel te weinig aandacht voor vrouwen in de kunst.
Ze richtte een non-profitorganisatie op onder de naam Advancing Women Artists om kunst te vinden en te redden die door vrouwen was gemaakt tussen de 16e en 20e eeuw. Haar aandacht voor deze werken, waarvan er vele door de geschiedenis verloren waren gewaand maar die zich vaak al eeuwenlang in Toscaanse kerken en op zolders bevonden, bezorgde haar in de Italiaanse pers de bijnaam “Indiana Jane”. Inmiddels gaat het om ruim 2.000 vergeten werken die op restauratie wachten én de plek die ze verdienen.
En dan is er nu de database A space of one’s own waarin alle gegevens worden opgeslagen en voor iedereen toegankelijk zijn. A Space of One’s Own is een verwijzing naar Virginia Woolf’s feministische A Room of One’s Own.