IS-vrouwen en kinderen. Een duivels dilemma
Naast het standpunt over het kinderpardon schuift er nog meer. De regering houdt zich tot nu toe ver van de repatriëring van de vrouwen die, met uit Nederland afkomstige radicalen, kozen voor aansluiting bij IS.
Veel van deze vrouwen – vaak ook nog gewoon heel jong toen ze ‘kozen’ – valt te verwijten dat ze én voor zo’n man kozen én vreselijk naïef waren. Eenmaal op of in de buurt van het strijdtoneel merkten ze dat de wereld er dramatisch anders uitzag dan het geschetste paradijs. En dat er ook nog eens tenminste twee kanten waren: als vrouw in die gebieden blijkt je positie al direct een heel andere dan je in Nederland gewend was of waarop je hier mag hopen. En de gruwelijkheden waaraan je man zich schuldig maakte. De mogelijk in Nederland nog veronderstelde romantiek was in geen velden of wegen te bekennen.
Vervolgens kreeg je daar ook nog kinderen.
Intussen is IS grotendeels verslagen en de man die je volgde is weg of dood, voor jouw situatie maakt dat niet veel uit. In de vluchtelingenkampen waarin je vervolgens terechtkomt ben je een paria: je zit daar met de mensen die voor IS zijn gevlucht.
Geen sprake van dat Nederland je terug wil. En je kinderen ook niet, het is vragen om problemen. Wie garandeert dat je in werkelijkheid niet ook zelf sympathieën ontwikkelde voor dat kwaad dat we hier beslist niet willen. Om misschien zelfs wel participeerde. En je kinderen al in die sfeer opvoedt. Blijf maar lekker daar, eigen schuld. Zo is ons regeringsstandpunt en de oppositie ertegen was – heel bijzonder – ook niet heel groot.
Maar naarmate er meer details bekend worden over de erbarmelijke omstandigheden waarin deze vrouwen en kinderen verkeren, beginnen de standpunten te schuiven. Er wordt nu meer onderzocht.
Het is een hels karwei om een goed beeld te krijgen. Want het gaat erom om uit feiten, omstandigheden, gedragingen, lichaamstaal een beeld te krijgen van wie deugt maar een gruwelijke vergissing beging. Of wie een gevaar voor onze Nederlandse samenleving zal kunnen blijken te zijn.
Maar de one size fits all-benadering die we nu hanteren, daar blijkt geen greintje mededogen uit.