Consumentenvertrouwen weer negatief. En daar zit het bericht over de energiekosten nog niet eens in
Vanochtend maakte het CBS bekend dat het consumentenvertrouwen voor het eerst in vier jaar weer negatief is. Er was al maanden een dalende trend maar in februari belanden we onder de ‘0’-streep.
Eerder werd bekend – ook op basis van CBS-data – dat de gemiddelde energiekosten voor een huishouden in 2019 niet met € 108,- maar met € 334,- stijgen. Die € 108,- was bij monde van Eric Wiebes eerder gecommuniceerd en zou meer dan volledig worden gecompenseerd met allerlei belastingmaatregelen. Want in koopkracht zouden we er in 2019 alweer op vooruit gaan…
Het laat zich makkelijk voorspellen: het consumentenvertrouwen zal de komende maanden verder dalen, nog meer negatief worden. De berichtgeving over meer economische tegenvallers is er al enige tijd, de groei zwakt sterk af. Bovendien bereikte die groei de meesten van ons al niet. Een negatief consumentenvertrouwen uit zich vrijwel direct in onze economische groei die vooral steunt op twee peilers: export en binnenlandse bestedingen. De export daalt en dat begon al in december. En de koopbereidheid van consumenten staat inmiddels op -3.
Intussen beraadt het kabinet zich over maatregelen om deze tegenvaller aan te pakken. De aanstaande verkiezingen maken dat haast geboden is maar dit soort problemen laat zich mogelijk wel in politieke termen oplossen maar de systemen van de Belastingdienst – de vorige verantwoordelijkheid van Eric Wiebes – kraken en piepen en kunnen een verandering op korte termijn niet aan.
En het grootste deel van de energietegenvaller zit ‘m in het accijns- en het leveringsdeel (waaronder CO2-heffingen) zoals De Volkskrant vanochtend heel goed in beeld brengt, zie hieronder.
Intussen is de discussie over de energietransitie nog niet eens serieus begonnen en moeten we vertrouwen op berekeningen die door de boven ons gestelden daarbij maken.
Het vertrouwen in dat soort berekeningen was al niet groot maar zal door dit akkefietje – niet € 108,- maar € 334, een vergissing van ruim 200 procent – naar een nulpunt dalen.