Column Asha ten Broeke: ‘TO BE, OR NOT TO BE’
Een keurslijf, noemde een collega het laatst: al die politieke correctheid, het geklooi met genderneutrale voornaamwoorden, de toenemende druk om in boeken, films en series te zorgen dat allerlei mensen gerepresenteerd zijn, en dus niet hoofdzakelijk witte mannen en soms een witte vrouw.
Een dwangbuis, vond hij het. Een verhaal waarin een schrijver met opzet zorgt dat de personages niet allemaal wit, meestal man, hetero, cis (wanneer je seksuele identiteit overeenkomt met het geslacht – red.), zonder beperking en monogaam zijn, dat kan niet anders dan een geforceerde geschiedenis worden.
Een moeizame en kunstmatige vertelling zal het zijn, een knieval voor de kunst van de morele chantage van een kleine groep gemarginaliseerde mensen, het resultaat onleesbaar of onkijkbaar voor iedereen, behalve voor de meest vastberaden social justice warrior.
Mijn collega is niet de enige die er zo over denkt. Het is hip om je te verzetten tegen de ‘censuur van de gekwetste minderheid’, om filosoof Sebastien Valkenberg te citeren. Zelfs feministisch ex-boegbeeld Fay Weldon deed in een Volkskrant- interview een duit in dat zakje. In een gesprek over trans-mensen vertelde ze dat ze de aandacht voor mensen die ‘zeggen dat ze zielig zijn’ om ‘aandacht en begrip’ te krijgen, ziet als een vorm van pure tirannie. “Onze samenleving doet denken aan de oude Sovjet-Unie,” zei ze. “Voor een dwarse opinie word je misschien niet naar de Goelag gestuurd, maar wel wordt je elke mogelijkheid ontnomen om nog ergens je mening te geven.”