Als de artiest fout is, is z’n werk dat dan ook?
We zijn ongetwijfeld niet de enigen die er mee zitten. Michael Jackson, R. Kelly, Kevin Spacey. De lijst is lang. Maar ook de Nederlandse dirigent en organisator van de Matthäus-Passion van Johann Sebastian Bach waarmee hij al jaren zeer succesvol door het land trekt.
Vele miljoenen fans genoten en genieten van hun muziek, films en theaterstukken. Is dat nu allemaal fout?
De Volkskrant schrijft vandaag onder de kop ‘Hoe luister je, na die aanklachten, dit passieseizoen naar Pieter Jan Leusink?’ over het dilemma. Kun je – of zelfs: mag je – de artistieke prestatie van iemand die is aangeklaagd voor al dan niet ernstige vormen van ontoelaatbaar gedrag nog wel waarderen? Het artikel in De Volkskrant is een ‘bespreking’ en misschien is over de totstandkoming ervan – doen of niet doen? – op de redactie ook al gediscussieerd. Feit is dat zijn voorstellingen, ook na de aantijgingen, stijf uitverkocht zijn. In De Volkskrant: ‘Tot en met Eerste Paasdag trekt Leusink in 33 etappes door Nederland. Soms klinkt Bachs meesterwerk over het lijden van Christus zelfs twee keer op één dag. Vermoedelijk is Leusink de eerste man op aarde die zo’n Matthäusmarathon loopt.’
De recensent eindigt het artikel met:
‘En tja, de morele vraag. Die zal elke muziekliefhebber voor zichzelf moeten beantwoorden. Niemand is verplicht te gaan luisteren naar Leusink. Evenmin kan het iemand worden verboden.’
Het is een duivels dilemma.
In diezelfde Volkskrant ook een recensie van de toneeluitvoering van Jan Wolkers Turks Fruit, ooit een filmhit die nog altijd nauwelijks geëvenaard is in ons land en waaraan velen – net als aan het destijds bijna verboden lezen van het boek – heel warme herinneringen hebben. Maar ook aan Jan Wolkers, ook in zijn latere leven. In haar column schrijft Daniela Hooghiemstra over ‘De nivellering van de lusten in Turks Fruit’ waarmee ze het toneelstuk bedoelt. Ze gaat in op het interview dat diezelfde Volkskrant vorige week had met regisseuse Hanneke Braam. Uit dat interview:
‘Vrouwen worden in de roman ‘geramd’, hun schaamlippen worden beschreven als ‘de klapdeurtjes van een saloon’ en hun vagina als een ‘vlabroodje’. Moest deze ‘seksistische en stigmatiserende’ taal in de toneelbewerking niet gecorrigeerd worden, vroeg de interviewster, Herien Wensink. Verdroeg de machomoraal in dit boek ‘met de kennis van nu’, na #MeToo en met ‘de winst van de seksuele revolutie stevig op zak’ het daglicht nog wel?
Hooghiemstra schrijft over hoe ze daar zelf over denkt: ‘Toen ik als 16-jarige Turks Fruit las, was het juist de ernst waarmee die ‘afschuwelijke dingen’ gezegd werden, die indruk maakte. De precieze beschrijving van grenzeloze lust, in dit geval die van Erik, bood in een tijd dat nog niet iedereen daarmee te koop liep, een nieuw perspectief.’
Het gegeven dat dit een werk van Jan Wolkers betreft maakt de vergelijking interessant. Want een onbekende auteur die nu hetzelfde zou schrijven – laat staan een Paul Verhoeven die het op dezelfde manier als destijds zou verfilmen – zouden het nu niet makkelijk hebben in de publieke opinie.
Een paar weken geleden zag de redactie van OPZIJ op uitnodiging van filmmuseum EYE een volledig digitaal geremasterde versie van Blue Movie. Dat de film nu voor eeuwig is bewaard voor het nageslacht, dat was de aanleiding voor een feestelijke hervertoning.
Ook zo’n film die al dan niet stiekem door miljoenen werd gezien. Het was destijds een enorme doorbraak, de filmkeuring hield hem in eerste instantie tegen. Dat je hier zomaar vrijuit naar kon kijken, in een bioscoop. Maar met de blik van nu niet alleen een heel liefdeloze en trage film. Maar ook een film die – met de rollen van de vrouwen – nu niet meer zou kunnen. Al was het alleen al omdat je er vandaag niemand meer voor naar de bioscoop krijgt.
Als u het antwoord weet op de vraag boven dit artikel, dan mag u het zeggen.