Slecht nieuws voor Thierry Baudet: Máxima had gelijk. De Nederlander bestaat niet
Met de winst van Thierry Baudet staat de discussie over immigratie zo mogelijk nog meer op de kaart dan voorheen.
Als hij in ‘n een kwartier durende toespraak zijn boekenkast mag omkeren, dan wordt het tijd om ook wat uitvoeriger in te gaan op wat hij zoal mist.
Daar gaan we. En we baseren ons in belangrijke mate op een artikel van historicus Gert Jan Hofstede die het in 2011 al eens op een rij zette.
Het past nu niet meer bij haar positie maar in 2007 kreeg koningin Maxima veel Nederlanders op de kast met haar uitspraak dat Dé Nederlander niet bestaat’. Ze had natuurlijk gelijk. Ze zei het op 24 September 2007, bij de presentatie van een WRR-rapport over de Nederlandse identiteit. De conclusie van dat rapport was, kort gezegd, dat je niet te benepen moet zijn over wie er bij de club mag, dat transfers in orde zijn en dat je zelfs wel van twee clubs lid mag zijn. Máxima ondersteunde dat door haar eigen voorbeeld: een immigrante die taal en mores heeft geleerd.
De oudste bewoners in onze contreien waren jagende Neanderthalers, een paar honderd duizend jaar geleden. Die stierven rond 30.000 jaar geleden uit en er vestigden zich jagende en verzamelende stammen. Pas na de laatste ijstijd, zo’n dikke 10.000 jaar geleden, ontstond het huidige landschap. Op de Löss in Limburg werd vanaf 5000 jaar voor Christus landbouw bedreven. In de rest van het land werd gejaagd en verzameld in de moerassen. Vanaf ca. 2400 voor Christus vindt men wielen van een volk dat aan de kust woonde van Marokko tot Scandinavië; ze voeren dus en gebruikten wielen. Rond 500 voor Christus werden ze verdreven of geassimileerd door de Kelten en Germanen.
De Rijn bleek een stabiele grens voor het Romeinse rijk. Voor het huidige Brabant en Limburg betekende dat: kolonisatie door rijke landeigenaren en door oud-legionairs die zich na hun pensioen als geromaniseerde boer vestigden in dorpjes, die vaak de huidige steden werden. Deze grens bleef bestaan, ook in de Frankische tijd na de ineenstorting van het Romeinse rijk. Tussen 500 en 734 bestond Magna Frisia, op het gebied dat de kustprovincies van Zeeland tot Groningen bestrijkt.
Maar na 700 was het een tijd lang gedaan met de driedeling van ons land in Friezen, Saksen en Franken. ‘We’ werden door Karel de Grote ingelijfd en via allerlei opvolgingen kwamen we terecht bij het Heilige Roomse rijk, dat echter meer een federatie was en waarin er allengs weer veel vrijheid kwam voor lokale graven, zeker in Holland en Friesland. Vanaf 1465 maakten de Bourgondiërs nog een tijd de dienst uit, behalve in Friesland en Groningen. Vlaanderen en Brabant waren de rijkste gewesten, terwijl Holland met zijn kleine stadjes door scheepvaart en visserij rijker begon te worden. De centralistische Spanjaarden, gefuseerd met het Roomse rijk, zouden de vijand zijn die ons het duwtje gaf naar een identiteit als ‘Nederlanden’. Lutheranisme en later Calvinisme hielpen de nieuwe identiteit onder- steunen en de gehate Katholieken bestrijden.
In 1579 ontstonden de Nederlanden formeel in de Unie van Utrecht, en na een paar mislukte vorsten en de moord op Willem van Oranje besloot men om er een republiek van te maken. Wie het over Nederland heeft ziet dat momentum – Willem van Oranje – graag als een beginpunt. Dat maakt het interessant om eens te zien aan welke immigratiegolven ons toen al flink gemengde volk daarna na nog werd blootgesteld.
Los daarvan is het niet moeilijk om vast te stellen dat op dat moment de tegenstellingen tussen protestanten en katholieken die tussen het Christendom en de Islam flink doen verbleken. We deden er 80 jaar over om daar althans een begin van een oplossing voor te vinden. In die tijd 4 a 5 generaties.
We doen een greep.
1580 – 1800
Soldaten en zeelieden bij de V.O.C.
‘Trekarbeiders’ uit Duitsland
Griekse geestelijken aan de Universiteit van Leiden
Sefardische joden uit Spanje, verdreven door de Moren
Italiaanse ambachtslieden
Hugenoten
Hongaarse studenten
1800 – 1900
Duitse handelaren en winkeliers
Ambachtslieden uit Hongarije
Italiaanse schoorsteenvegers
Ghanese KNIL-soldaten
Dienstbodes uit tal van Europese landen
1900 – 1945
Politieke vluchtelingen Naziregime
Indische verlofgangers
Italiaanse mijnwerkers, ijsmakers en terrazzowerkers
Pleegkinderen uit Hongarije en Oostenrijk, na de 1e Wereldoorlog
Zeelui uit China
1945 – heden
Displaced persons uit de Baltische staten
Surinamers en Antillianen
Gastarbeiders uit Italië, Griekenland, Turkije en Marokko
Poolse immigranten
Vluchtelingen uit Hongarije, Joegoslavië, Irak, Iran en Afghanistan