Koester de kraamzorg
Vandaag breekt Vanessa Lamsvelt in De Volkskrant een lans voor de kraamzorg in ons land. Ze maakt de vergelijking met Engeland, waar ze lang correspondent was en waar kraamzorg zoals wij die kennen zo goed als ontbreekt. Ze herinnert zich Ineke en Lenneke, de kraamverzorgden die er bij haar eerste en derde kind waren. Haar tweede kind kreeg ze in Engeland en daarover schrijft ze:
‘Toen de taxichauffeur in Londen me thuis afzette, was er niemand. Niemand om me door die eerste dagen van paniek heen te helpen die ik bij elke pasgeboren baby weer ervaar. Niemand om al mijn vragen te beantwoorden. Niemand om te signaleren dat ik een postnatale depressie had. In Londen belde ik mijn huisarts. Na twee dagen kwam een verpleegster in een blauw uniform langs. Ze stelde wat obligate vragen en was na een half uur weg. Ik was bang en alleen. Geen Ineke of Lenneke aan wie ik al mijn angsten en zorgen kwijt kon.’
Vanessa Lamsvelt werd gealarmeerd door berichten van het FNV, steeds meer kraamverzorgden stoppen ermee. Te slecht betaald en in een krappe arbeidsmarkt is het makkelijk om tegen betere beloning over te stoppen naar een andere baan, zelfs in de gezondheidszorg. Inmiddels dreigt er een tekort.
Een kleine maand geleden boden kraamverzorgenden minister Bruins van Medische Zorg en Sport 5.000 handtekeningen aan in een ‘Niet zo blije doos’. En dan is er dit ontluisterende feit, omdat het tijdstip van geboorte van een baby zich nu eenmaal niet laat agenderen:
Voor 8 uren wachten krijgt een kraamverzorgende slechts 57 minuten vergoed, 11 euro. Leden van de Branche Adviesraad Kraamzorg van FNV Zorg en Welzijn stellen dat de medewerksters dagenlang op wacht kunnen staan. In die wachturen moet de kraamverzorgende wel binnen een kwartier op weg zijn naar een gezin.