‘Vrouwen kunnen niet autorijden en dit is waarom’
Op 29 maart j.l. schreef De Volkskrant uitgebreid over allerlei producten en toepassingen waarvoor onderzoek waarin de man centraal staat als uitgangspunt geldt, overwegend. De kop boven het artikel was gelijk aan de kop boven dit artikel. Uitdagend, in elk geval.
De analyse van De Volkskrant bevat een aantal rake waarnemingen. In het algemeen kun je zeggen dat de gedachte – alles is gebaseerd op mannen – steeds grotere bekendheid geniet. Maar een probleem onderkennen is niet hetzelfde als het oplossen en dus stelde GroenLinks-kamerlid Nevin Özütok op 5 april minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) een aantal indringende vragen. Nu, ruim een maand later, is de minister nog niet bij machte de vragen te beantwoorden. Ze schrijft:
Mededeling
Op 5 april 2019 jongstleden heeft het lid Özütuk (GroenLinks) van uw Kamer schriftelijke vragen gesteld over het artikel «Vrouwen kunnen niet autorijden en dit is waarom».
Tot mijn spijt is beantwoording binnen de gestelde termijn niet mogelijk, omdat er nog afstemming plaatsvindt. Ik zal de vragen van het lid Özütuk (GroenLinks) zo snel mogelijk beantwoorden.
Toch zijn de vragen niet heel ingewikkeld, zie hieronder.
Vraag 1
Bent u er van op de hoogte dat beleid en producten vaak zijn ontwikkeld met de man als norm, waardoor het in de praktijk nadelig kan uitpakken voor vrouwen, zoals bijvoorbeeld naar voren komt in het artikel «Vrouwen kunnen niet autorijden en dit is waarom»?
Vraag 2
Deelt u de mening dat de «gender data gap», het gebrek aan goede gegevens over vrouwen, een probleem vormt omdat bij ontwikkeling van beleid en producten vaak de aanname wordt gedaan dat mannelijke behoeften universele behoeften zijn?
Vraag 3
Deelt u de mening dat het goed zou zijn voor beleid en producten wanneer in de data, bij het testen van een toepassing, in het team dat de toepassing ontwikkelt vrouwen beter vertegenwoordigd zijn?
Vraag 4
Bent u op de hoogte van het onderzoek dat Atria heeft gedaan naar gender- sensitief beleid in opdracht van de Kamer?
Vraag 5
Hoe zorgt de rijksoverheid dat data over vrouwen en het perspectief van vrouwen goed wordt meegenomen in de ontwikkeling van wet- en regelgeving?
Vraag 6
Bent u van mening dat het toetsen van effecten op gendergelijkheid in het Integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving hierbij voldoen?2 Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
Vraag 7
Bent u bereid de nieuwe Wet Digitale Overheid te laten toetsen op gender- sensitiviteit en genderongelijkheid? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wilt u de resultaten van deze toets voor de plenaire behandeling in de Kamer toesturen?