Theatertip van de maand: Leven zonder Sartre
“Ik denk zo nauwgezet na dat ik het eigenlijk altijd met mezelf eens ben.” Het is één van de heerlijke zinnen die we José Kuijpers in de rol van Simone de Beauvoir horen uitspreken. In de voorstelling Leven zonder Sartre staat zij centraal: icoon van de tweede feministische golf, schrijfster van De tweede sekse, filosofe en levensgezellin van Jean-Paul Sartre. Samen stonden zij aan de wieg van het existentialisme en speelden zij een belangrijke rol in het links activisme van het Frankrijk na de Tweede Wereldoorlog.
De voorstelling van OT Rotterdam focust zich op de periode na de dood van Sartre. We zien De Beauvoir in gesprek met de jonge ex-maoïstische studentenleider Benny Lévy, afkomstig uit een Joods-Egyptische familie uit Caïro. Zes jaar lang was hij Sartre’s secretaris en filosofische sparringspartner.
Boos op anderen èn op zichzelf
De gesprekken die Lévy voerde met de oude, blinde Sartre werden in 1980 in drie wekelijkse afleveringen gepubliceerd in Le Nouvel Observateur. De inhoud ervan leidde tot grote commotie bij Simone de Beauvoir en de ‘Sartrianen’. Sartre – een overtuigd atheïst – verklaarde aan het einde van zijn leven opeens God levend. Volgens De Beauvoir was het onmogelijk dat Sartre – ze noemt hem steevast ‘Sartre’, en niet ‘Jean-Paul’ – zich zou bekeren tot het Joodse messianisme.
Ze is dan ook boos. Op Lévy, omdat hij niet doorhad hoe beïnvloedbaar en kwetsbaar Sartre op late leeftijd was. En op zichzelf, omdat ze Sartre niet voor zijn eigen valkuilen heeft kunnen behoeden. Ze ontroert in haar liefde voor Sartre, maar ook in haar herkenbare worsteling. “Het verbaast mij dat ik zijn geluk, zijn werk, zo vaak boven het mijne heb geplaatst.”
Lévy als de typisch ‘mansplainende’ man
Het is niet moeilijk je als toeschouwer te identificeren met De Beauvoir. Ze is intellectueel duidelijk superieur aan de nogal drammerige Lévy – gespeeld door acteur Tim Linde. Met zijn bijtende betweterigheid is hij het prototype van de ‘mansplainende’ man, die meent het recht te hebben een verklaring te eisen van zijn vrouwelijke gesprekspartner. “Ik wil weten wie je bent. Wat Sartre in je zag. Want ik zie het niet”, zo bijt hij haar toe.
Voorkennis van de existentialistische filosofie is bij een bezoek aan de voorstelling prettig, maar zeker niet noodzakelijk. Kuijpers neemt de kijker in haar vertelling mee langs de belangrijkste ijkpunten van De Beauvoir’s intellectuele denken. De voorstelling is daarmee niet alleen mooi om naar te luisteren, maar ook nog eens informatief.
Lange tijd dacht De Beauvoir – net als Sartre – dat het socialisme de uitkomst bood, zo vertelt ze. Maar ze raakte er steeds meer van overtuigd dat dit niet zo was. “Dat alleen het feminisme uitkomst bood.” Dit in tegenstelling tot Sartre die “niet kon functioneren zonder een radicaal toekomstbeeld”. Iets waar journalisten als Lévy volgens haar maar al te gretig gebruik van maakten.
Leven zonder Sartre van OT Rotterdam is nog t/m 7 maart te zien op verschillende plekken in het land.
Meer lezen over Simone de Beauvoir en De tweede sekse? Opzij publiceerde vorig jaar een reeks artikelen over dit onderwerp.