In de nieuwe (digitale) OPZIJ: een interview met Ingrid van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Voor Ingrid van Engelshoven (1966), minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, eindigde 2019 met een feestelijke borrel op de kamer van Mariette Hamer, voorzitter van de SER. Met vereende krachten was het quotum binnengesleept en er werd vol verwachting naar 2020 uitgekeken. Inmiddels zitten we midden in een quarantaine en is de ellende in de culturele sector bij na niet te overzien. Daar ligt dus nog een enorme taak voor de minister. Maar voor OPZIJ geen reden om de voortgang rond het quotum en aanverwante zaken te laten rusten. We spreken de minister na een lange dag in de Tweede Kamer, wat aan haar energieniveau niet is te merken. Hieronder antwoordt ze op de vraag van hoofdredacteur van OPZIJ Marianne Verhoeven over kinderopvang
Kinderopvang is toch echt een hele belangrijke factor. En het beleid is – als ik de afgelopen dertig jaar bekijk – nogal wisselend geweest. Waarom is het zo moeilijk een besluit te nemen dat langer dan vier jaar houdbaar blijkt? Subsidie op kinderopvang wordt verstrekt, maatregel weer ingetrokken; kinderopvang is belastingaftrekbaar, later weer niet. Dat is niet alleen voor ouders, maar ook voor de private kinderdagverblijven niet te doen: personeel moet worden aangetrokken, om dan weer overhaast te worden afgestoten.
“De prijs speelt zeker een rol en de instabiliteit. Daar ligt echt een opgave. Ik denk dat iedereen ervan doordrongen is dat dit een van de dingen is waar we het niet goed georganiseerd hebben.
“Als ik het over deeltijd heb, zie ik heel snel mensen boos worden: ‘Van mevrouw Van Engelshoven moet iedereen voltijds werken.’ Maar van mij móet niks. Er is echter wel veel verschil tussen kleine deeltijdbanen en een iets grotere deeltijdbaan. We wijken af van andere Europese landen als het gaat om kinderopvang en de verdeling van arbeid en zorg. Daar zitten we in een veel traditioneler rolpatroon dan andere landen. We krijgen ook nog de discussie over het ouderschapsverlof. We hebben op dat vlak nog een Europese richtlijn die geïmplementeerd moet worden. Dat zijn belangrijke factoren waar we echt iets aan gaan doen.
“Wij vinden het zeker bij het hele jonge kind belangrijk dat ook mannen de zorg oppakken. Ik ben ervan overtuigd dat als je dat doet als je kinderen heel klein zijn, je dat dan blijft doen. En het heeft zelfs later effect op mantelzorgtaken. Daar moeten we echt een systeemverandering in Nederland tot stand brengen. Er moet meer maatwerk worden toegepast. Bijvoorbeeld door roosters aan te pakken in die beroepen waar dat bij uitstek kan.”