Vrouwelijke rechters in Suriname: “Zij zijn in staat gebleken de rechtsstaat overeind te houden”
In de geschiedenis zijn er veel moedige vrouwen geweest. Vrouwen die het verschil maakten en die stonden voor hun principes. Moedige vrouwen zijn er ook vandaag de dag en niet alleen in bijzondere omstandigheden zoals in oorlogssituaties. Dat bewezen de drie vrouwelijke rechters in het strafproces tegen de president van Suriname, Desi Bouterse.
In Nederland is het aantal vrouwen bij de rechterlijke macht hoog. Maar ook Suriname kent vrouwelijke rechters. En zoals we inmiddels weten, dat zijn niet de minsten. Een van hen is Cynthia Valstein-Montnor (60). Zij is voorzitter van de Krijgsraad en hoofdrechter in het strafproces tegen Bouterse. Eind vorig jaar werd deze president op grond van een vonnis van 120 pagina’s tot twintig jaar cel veroordeeld voor zijn aandeel in de Decembermoorden.
Al jaren leidt Cynthia Valstein- Montnor de zittingen in het proces dat Suriname in zijn greep houdt. Zij oogst bewondering voor de wijze waarop zij dat doet; onbevreesd en dapper. De pers houdt zij op afstand en dat is begrijpelijk want een verkeerd uitgelegde uitspraak kan haar onafhankelijkheid in twijfel doen trekken. Om die reden geeft zij geen interviews.
In 1973 kwam ze naar Nederland om aan de universiteiten van Utrecht en Amsterdam rechten te studeren. In de jaren tachtig ging zij terug naar Suriname en werkte als jurist op het ministerie van Buitenlandse Zaken. Na een opleiding tot rechter werd zij in 1998 als eerste vrouw benoemd tot lid van het Hof van Justitie in Suriname. Twee jaar later begon het gerechtelijk vooronderzoek naar de Decembermoorden. Toen het proces in 2007, dus 25 jaar na de feitelijke gebeurtenis, kon starten werd zij aangewezen als krijgsraadvoorzitter.
Dit is een fragment van een interview, geschreven door Dr. Joyce Sylvester. Het volledige stuk staat in het juni/juli 2020 nummer van OPZIJ. Koop hier het complete nummer.