Battleground States
De presidentsverkiezing in de VS neemt steeds vreemdere wendingen. De totale chaos in het land met meer dan 200.000 doden als gevolg van Covid19, de president en zijn vrouw die dit ‘volstrekt ongevaarlijke’ virus inmiddels ook hebben opgelopen, de opvolging van Ruth Bader Ginsburg, het volkomen uit de hand gelopen debat Biden-Trump, we kunnen alleen maar in verbazing en afgrijzen afwachten wat het resultaat zal van de verkiezingen. De peilingen worden overal nauwlettend gevolgd. Maar toch, die nationale peilingen zeggen in de Verenigde Staten niet zo veel. Bij de presidentsverkiezingen draait namelijk alles om kiesmannen (electoral votes), waarbij een ‘winner takes all’ principe geldt. De kandidaat die in een staat meer dan 50 procent van de stemmen behaalt, krijgt álle kiesmannen van die staat en een presidentskandidaat heeft in totaal 270 kiesmannen nodig om te winnen. In veel staten is dat helemaal geen spannende strijd. De 55 kiesmannen van Californië gaan bijvoorbeeld altijd naar de Democraten. Maar in andere staten is de race vaak wèl spannend en doen zich in korte tijd soms grote veranderingen voor. Welke ‘battleground states’ kunnen in 2020 het verschil gaan maken?
In deze staat aan de oostelijke kust van de Atlantische oceaan is de presidentsrace behoorlijk spannend. North- Carolina valt onder de zuidelijke staten en stemde de afgelopen decennia overwegend Republikeins. Maar in de grote stedelijke gebieden met veel hoger-opgeleide, gematigde kiezers, liggen er voor de Democraten zeker kansen. Barack Obama was in 2008 de eerste Democratische presidentskandidaat sinds 1976 die de staat won. En die in 2012 ook weer verloor – typerend voor het wispelturige karakter van de staat. Vanwege de snelle groei van de bevolking is North- Carolina moeilijk te peilen: in 2016 alleen al registreerden 1,3 miljoen níeuwe kiezers zich. Van hen is de politieke voorkeur lang niet altijd op voorhand duidelijk.
Voor de verkiezingen in 2020 lijken de kiezers in North-Carolina in beide kandidaten wel iets te zien. Als het gaat om het managen van de Amerikaanse economie, hebben ze meer vertrouwen in Donald Trump. Als het gaat om het aanpakken van de corona-pandemie en raciale ongelijkheid, geven ze de voorkeur aan Joe Biden. Van doorslaggevend belang worden hierbij de hoger- opgeleide, witte, vrouwelijke kiezers; vrouwen die veelal in de suburbs wonen, geen uitgesproken politieke voorkeur hebben, en voor 2020 nog geen definitieve keuze hebben gemaakt. North Carolina kan bovendien een belangrijke rol spelen in het bepalen van de samenstelling van het Congres: de Democraat Cal Cunningham dreigt in november de zittende Republikein Thom Tillis te verslaan; mogelijk het begin van het einde voor de Republikeinse meerderheid in de Senaat.
Dit is een fragment, geschreven door Marije van Rest. Het volledige stuk staat in het oktober/november 2020 nummer van OPZIJ. Koop hier het complete nummer.