Barbara Baarsma: Kanskracht
Barbara Baarsma (1969) is hoogleraar toegepaste economie aan de Universiteit van Amsterdam en is directievoorzitter van Rabobank Amsterdam. Baarsma schuift daarnaast regelmatig aan
in talkshows en bracht afgelopen augustus haar boek Nederland voedselparadijs uit over korte ketens. Wij spraken haar over hoop in tijden van corona.
Wat is je hoogtepunt van het afgelopen jaar geweest?
“Ik ben van nature een heel optimistisch mens. Dus ik probeer altijd elke dag minstens één ding te doen waar ik me op kan verheugen. Het kunnen heel kleine dingen zijn en ook hele grote dingen. Laat ik dan één ding noemen. Iets waar corona een zet in de goede richting heeft gegeven, en dat gaat over het verkorten van de voedselketen. Momenteel is de voedselketen
sterk geglobaliseerd. Ongeveer driekwart van wat wij in Nederland agrarisch produceren gaat naar het buitenland. Tegelijkertijd ligt 75% van de landbouwgrond die wij nodig hebben om Nederlandse monden te voeden in het buitenland. Dat kan allemaal een stuk slimmer als je nagaat dat wij in ons land gevarieerd en vers voedsel hebben. De coronacrisis is een vruchtbare grond voor het versnellen van korte ketens. Vanwege internationale handelsbeperkingen stokte de export namelijk en
door hamstergedrag ontstonden tijdelijk tekorten in supermarkten. Als Rabobank zijn we Boeren voor Buren gestart, een organisatie waar boeren hun overtollige voedsel, dat ze niet meer konden exporteren of aan de horeca konden afzetten, nu verkopen aan Amsterdamse gezinnen die moeite hadden om de eindjes aan elkaar te knopen. Het is uitgegroeid tot een korte ketenbedrijf dat ook na corona blijft. Daar zijn we supertrots op. Dat was voor mij echt wel een hoogtepunt.”
De Rabobank is wel meer projecten gestart tijdens corona, waaronder het uitdelen van laptops aan jongeren met een achterstand. Is dat dan ook de positieve kant van corona? Dat het tot dit soort initiatieven leidt?
“Ik geloof enorm in het begrip kanskracht. Kanskracht is de mate waarin mensen het gevoel hebben regie over of grip op hun eigen leven te hebben. Voor een econoom staat niet inkomen of koopkracht centraal, maar gaat het erom zoveel mogelijk mensen zo gelukkig mogelijk te maken. Kanskracht is een veel belangrijkere factor voor geluk dan koopkracht. Onderwijs is een essentieel onderdeel van kanskracht. De coronacrisis heeft ons pijnlijk laten ervaren dat met name het onderwijs niet coronaproof was, dat het niet klaar was gedigitaliseerd te worden en het op afstand te organiseren. Het hing van de individuele docent af of er goed afstandsonderwijs was. En dergelijke willekeur is niet acceptabel. Het heeft mij ook geleerd dat we eigenlijk een massief digitaliseringsprogramma voor scholen nodig hebben. Dat is een leerpunt uit de crisis. Als je de crisis gebruikt om van te leren in plaats van er louter over te mopperen, kan dat hoop geven. We zien nu dat men de urgentie van digitalisering onderkent. Ik hoop dat er nu ook budget komt om het onderwijs te digitaliseren.”
“Wij hebben als Rabobank in de crisis ook bijgedragen
om kinderen in kansarme situaties een laptop of andere leermiddelen te geven, en dat is ontzettend belangrijk. Onderwijs is misschien wel het allerbelangrijkste ingrediënt voor kanskracht. Helaas is het op dit moment niet de kansengelijkheidsvergroter die het zou kunnen zijn. Het leerrendement hangt nog steeds heel erg af van je achtergrond, hoe groot de portemonnee van je ouders is of uit welke wijk je komt, en dat zou niet mogen. Corona heeft die ongelijkheid verergerd. En ik hoop nu echt dat we als maatschappij hiervan leren. Als we dat doen, is corona ook een kans geweest.”
Dit is een fragment een stuk geschreven door Nina Klaassen. Het volledige stuk staat in het december/januari 2021 nummer van OPZIJ. Koop hier het complete nummer.