Sinan Can: ‘Mijn moeder heeft mijn vader geschaakt’
Hij is een kritisch tv-maker met groot gevoel voor onrecht. In het Midden-Oosten waar hij geregeld filmt, spreekt hij ook altijd vrouwen die strijden voor vrijheid en rechtvaardigheid, want Sinan Can (1977) probeert te begrijpen. Zijn weidse blik heeft hij te danken aan zijn moeder, voor wie hij diepe bewondering heeft. ‘Zij heeft mij gedrild als feminist.’
Can werd in Nijmegen geboren als oudste zoon van ouders van Turks-Koerdische komaf. Zijn vader Mehmet was metaalarbeider, zijn moeder Melek was maatschappelijk werkster en later had ze een winkel met een vriendin. Ook was ze voorzitter van de Turkse vrouwenvereniging. Hij heeft, vertelt hij vaak in interviews, een zeer gelukkige jeugd gehad met een vijf jaar jonger broertje in een liefdevol links-activistisch gezin. Ze woonden in de multiculturele arbeiderswijk Bottendaal, waar destijds een prettige sociale sfeer hing. Toen hij geboren werd, woonden zijn ouders in bij zijn grootouders van vaders kant. Naast zijn moeder droegen zijn oma en zijn tante bij aan zijn opvoeding. Stuk voor stuk liefdevolle, sterke, strijdbare vrouwen, die allesbehalve onder de plak zaten van de heer deze huizes.
Zijn opa Kazim Can, vertelt Can, was een humoristische charmeur, maar ook een dominante man afkomstig uit een trots geslacht van landheren. Eind jaren zestig week hij uit naar Nijmegen omdat er aan zijn land niets meer te verdienen viel. Can is verknocht aan zijn geboortestad aan de Waal, waar hij nog steeds woont. Zijn grootvader en vader hadden een vergelijkbare band met de Eufraat, de rivier die stroomt door hun geboortestad Erzincan in Oost-Turkije. Can ging er in zijn jeugd ieder jaar naartoe op vakantie, zonder dat hij enig besef had van wat er zich aan de oevers had afgespeeld en hoe dat ook heeft bijgedragen aan zijn eigen identiteit.
Inmiddels weet hij beter en heeft hij een serie over de Eufraat in voorbereiding. De rivier doorkruist een gebied met een lange geschiedenis, waar ook Cans eigen familiehistorie mee is verknoopt. De Eufraat scheidde aanvankelijk zijn vader en zijn moeder, die aan tegenovergestelde oevers opgroeiden in de omgeving van Erzincan. Ze leerden elkaar als tieners kennen op de stadsmarkt. Maar er kon geen vrouwsprake van zijn dat hun liefde door een huwelijk bezegeld zou worden. “Mijn opa was onverbiddelijk: ‘We gaan toch geen bruid nemen van die Koerdische dieven?’ Mijn moeder komt uit een Koerdisch gezin en de Koerden aan de overkant van de rivier stonden bekend als geitendieven, het laagste soort mensen wat er maar was. Mijn ouders gingen met heel veel verdriet uit elkaar. Mijn vader was erg teleurgesteld en boos.”
Boos op de familie, op de omstandigheden?
“Op zijn vader natuurlijk. En toen is mijn moeder haar geluk in Londen gaan zoeken, ze vertrok naar een van haar broers die daar woonde. Het was eigenlijk de bedoeling dat ze aan de universiteit zou gaan studeren. Mijn moeder is als jongste uit een gezin van negen kinderen als enige naar het lyceum gegaan.”
Bijzonder dat ze als meisje naar de middelbare school mocht – was dat niet voorbehouden aan jongens?
“Mijn opa, de vader van mijn moeder, was een ontzettend empathische en progressieve man. Van al zijn zeven dochters en twee zonen hield hij evenveel. Hij was weliswaar straatarm, maar niet conservatief. Hij gunde zijn jongste goed onderwijs. En het leuke is dat heel veel families in het dorp destijds hun dochters naar de middelbare school in de stad stuurden. En dan heb je het over de jaren zestig, over een klein dorpje in het oosten van Turkije.”
In dat dorp in Oost-Turkije voltrok zich ten tijde van de tweede feministische golf geen seksuele maar een intellectuele revolutie. “Onderschat niet de rol van Atatürk daarin, die heeft het heel erg aangemoedigd om kinderen, en ook meisjes, naar school te sturen.”
Het lyceum was aan jouw moeder wel besteed?
“Oh zeker. Ze trok met de andere dorpsmeiden naar de stad waar het lyceum stond, en woonde daar samen in een huis. Ze was zeer zelfstandig. Tijdens haar tienerjaren was ze al bezig met de vraag: waarom staan wij vrouwen altijd met 10-0 achter in het leven?”
Dit is een fragment uit het interview ‘Man over vrouw: Sinan Can’ van Alies Pegtel. Het volledige stuk staat in het februari/maartnummer van OPZIJ. Koop hier het complete nummer.