Illustrator, activist en feminist Sioejeng Tsao: ‘Luister in plaats van altijd je eigen zegje te willen doen’
Maak kennis met illustrator, activist en feminist Sioejeng Tsao (1991). Als dochter van Chinese ouders gaat de discriminatie jegens Oost-Aziatische Nederlanders haar aan het hart. Het moet afgelopen zijn met het neerkijken op de Chinese cultuur en racistische formuleringen zoals ‘eet je ook hond’ en ‘het China-virus’.
Het lijkt of Nederlanders van Oost-Aziatische komaf zich de afgelopen jaren steeds vaker durven uit te spreken tegen racisme.
“Dat klopt. De eerste en tweede generatie Chinezen, waaronder mijn grootvader, zijn gevlucht uit de Tweede Chinees-Japanse oorlog. Doordat immigranten geen visum kregen in die periode waren zij genoodzaakt om te ondernemen in Nederland. Omdat ze zich hier te gast voelden en geen klanten wilden kwijtraken, durfden zij zich niet uit te spreken tegen racisme. Zij waren bang om anders nog racistischer bejegend te worden en teruggestuurd te worden naar China, dat toentertijd bezet werd door Japan. “De tweede generatie, waaronder mijn vader, die als Chinese man in Amsterdam is geboren en opgegroeid, heeft mij geleerd om altijd voor mijzelf op te komen. De derde generatie doorbreekt nu gelukkig de zwijgcultuur.”
Dat is vast niet altijd makkelijk.
“Ik ben, of ik het wil of niet, een trotse Nederlander en voel me gesetteld in mijn werk en persoonlijke leven. Ik ervaar een bepaalde vorm van privilege wanneer ik dit bijvoorbeeld vergelijk met zwarte mensen. Ik word meer gehoord en serieus genomen doordat Chinezen honderd jaar lang hard hebben gewerkt in restaurants en snackbars, zonder ooit iets terug te vragen. Daardoor zijn ze een groot onderdeel geworden van het dagelijks leven van Nederlanders. Chinezen waren een zogenaamde ‘modelminderheid’. ”
“Maar dat zij jarenlang hebben gezwegen, betekent niet dat zij geen racisme hebben ervaren. Mijn activisme is anderhalf jaar geleden begonnen. Ik was gevraagd om een deel van de productie van een videoclip van Broederliefde op me te nemen. Er werden namelijk Chinese acteurs gezocht. Ik had van tevoren wel aangegeven dat ik het niet fi jn zou vinden als Chinezen in een slecht daglicht zouden komen te staan in de clip. Toen de videoclip uitkwam, bleek het best racistisch te zijn. Er werd bijvoorbeeld gerefereerd aan ‘hoelang is een Chinees’ en het beeld droeg wederom negatief bij aan het stereotiepe beeld dat altijd getoond werd in Nederland. Ik heb de makers gevraagd om te kijken of we het nog konden rechtzetten. De videoclip was ook van artiesten van kleur, die een groot bereik hebben onder jonge mensen. Ik kaartte het probleem online aan en ging viraal. Zo wisten steeds meer mensen mij te vinden over dit onderwerp en werd ik een steeds grotere spreekbuis.”
De eerste coronagolf maakte racisme tegen Aziatische Nederlanders ook weer pijnlijk actueel.
“Ja, ik heb me toen ook dagelijks uitgesproken over dit onderwerp. Voor het incident met de videoclip liet ik het passeren. Omdat er niemand naar voren stapte om er iets van te zeggen. Daardoor twijfelde ik soms: ben ik aan het overdrijven? Vaak was ik de enige Chinees.”
Dit is een fragment uit het artikel ‘Sioejeng Tsao: Luister in plaats van altijd je eigen zegje te willen doen’ van Noémi Prent. Het volledige stuk staat in het februari/maartnummer van OPZIJ. Koop hier het complete nummer.