Olcay Gulsen: ‘Ik was gewoon écht heel onbescheiden. Dat is de manier om jezelf te profileren, dacht ik. Dat doen alle mannen ook.’
Ondernemer en televisiepersoonlijkheid Olcay Gulsen (1980) wierp zich de afgelopen jaren op als boegbeeld tegen huiselijk geweld – ze groeide zelf op met een schizofrene vader. Binnenkort is ze terug met een nieuw NPO-programma over dit onderwerp: Fatale liefde. Ondertussen runt ze haar eigen gelijknamige beautybedrijf. OPZIJ sprak haar in Café de Ysbreeker over luisteren naar slachtoffers, Sigrid Kaag en op je bek gaan als ondernemer. “Je kunt een cosmeticamerk ontwikkelen én je inzetten voor wereldzaken.”
In een interview zei je dat er regelmatig vrouwen naar je toekomen met hun eigen geweldverhaal naar aanleiding van onder meer jouw serie Olcay & huiselijk geweld en je ambassadeurschap voor UN Women Nederland. Wat doet dat met jou als mensen met zulke verhalen bij jou komen?
“Ik wil ze het liefst allemaal helpen. Want ze komen letterlijk bij mij om hulp vragen. Als je te maken krijgt met geweld, is het voor veel vrouwen heel onduidelijk waar je terecht kunt. Dat vind ik in Nederland nog steeds slecht geregeld. Ik heb even gedacht: moet ik hier niet mijn werk van maken, andere vrouwen helpen? Maar ik kan niet de hele dag in die verhalen zitten. Ik vind het fijn om ze aan te horen en vrouwen te adviseren, ik ben geen hulpverlener. Ik geniet ook te veel van oppervlakkige zakelijke successen.”
Op welke manier kun je deze vrouwen helpen?
“Alleen al dat ze hun verhaal kwijt kunnen. Voor slachtoffers is het soms makkelijker je verhaal aan een vreemde te vertellen. Bekenden komen vaak met ongevraagde adviezen. Ik weet nu ook beter hoe een hulptraject eruitziet, dus daar kan ik ze in adviseren. En ik vind het ook fijn om contact met ze te houden, dat ik nog eens hoor hoe het met ze gaat.”
Hoe is het voor jou om steeds weer met zo’n pijnlijk onderwerp bezig te zijn? Of anders gezegd: haalt dat niet telkens oude wonden open?
“Het raakt me altijd. Ik ben net klaar met mijn nieuwe NPO-serie Fatale liefde. Daarin laten we zes verhalen van slachtoffers zien, waarvan niet alle slachtoffers het overleefd hebben. Als je dat verdriet ziet, neemt dat je over. We vertellen bijvoorbeeld het verhaal van Shanti, de zus van Fajah Lourens. Haar partner vermoordde hun baby en zijn moeder en pleegde daarna zelfmoord. De afleveringen spelen zich af in een safe house
waarin ik gasten ontvang. Die vertellen mij wat hen is overkomen. Wat het anders maakt dan de vorige programma’s die ik over dit onderwerp maakte, is dat hun omgeving ook meegenomen wordt. Dat levert een interessante dynamiek op. Ik sta stil bij vragen: Wat had de omgeving kunnen doen? In de afleveringen zitten ook leermomenten voor de mensen die ernaar kijken.”
LEES VERDER IN DE NIEUWE OPZIJ