Langs de meetlat: Zedenadvocaat Richard Korver
Hij maakt zich kwaad over racistische appjes binnen de politie: “Als je dagelijks Artikel 1 van de Grondwet schendt onder het mom van ‘stoom afblazen’, dan is er iets goed ziek in je organisatie.” Zijn telefoon bliept onophoudelijk, want hij appt en DM’t non-stop over zijn meest recente zaak – baby Ter Apel. De ongelijke positie van slachtoffers in het strafrecht gaat hem aan het hart: “Neem dat informatieve gesprek bij zedenmisdrijven, heel betuttelend”. De BOOS- uitzending over The Voice noemt hij een milestone in de tijd, maar “het verketteren van plegers heeft ook grote nadelen.” De welbespraakte jurist stond ooit met zelfgeschreven toneelwerk in de Stadsschouwburg, maar kan zijn acteervaardigheden nu goed kwijt in de rechtszaal.
Wat voor toneelstukken maakte je vroeger?
“Maatschappijkritische stukken. Ik wilde het publiek boos maken of aanzetten tot nadenken. Ik heb eens een monoloog geschreven, waarbij de tekst eerst werd uitgesproken door een agressieve junk. Die man kleedde zich op een podium vervolgens om en veranderde in een yup. En die ging precies diezelfde tekst opnieuw uitspreken. De bedoeling was dat het publiek de tweede keer echt aan zijn lippen zou hangen en dat op enig moment het besef indaalde: ‘maar wacht even, dat zei die ander net ook’. Dat lukte. Spelen met vooroordelen, dat soort dingen vind ik geinig.”
Onlangs hield je in debatcentrum De Balie een stevige speech richting de politietop, naar aanleiding van de documentaire De Blauwe Familie, over racisme en discriminatie bij de politie. Waar kwam je boosheid vandaan?
“De politie is al 30 jaar bezig met allerlei inclusiviteitsprogramma’s en er is eigenlijk niets substantieels veranderd. De angst zit heel diep. De mensen die in De Blauwe Familie hun verhaal deden, durfden eigenlijk niet te spreken op die avond in De Balie, maar waren tegelijkertijd wel verontwaardigd dat ze niet waren uitgenodigd. Uiteindelijk werd aan mij gevraagd of ik wilde spreken. Maar dat mocht weer niet námens hen, want dan waren ze bang voor arbeidsrechtelijke gevolgen. De meeste mensen zijn nog altijd in dienst bij de politie. Het was nodig, dat ik me boos maakte. Of het voldoende is, dat betwijfel ik zeer.”
Jij vertegenwoordigt regelmatig politiemensen. Wat is het beeld dat uit die zaken naar voren komt?
“Het beeld is dat klokkenluiders worden weggepest, niet serieus worden genomen. Dat zij geen veilig klimaat hebben om mistanden te melden. Er zijn te veel types die zich in een masculiene organisatie racistisch, homofoob of grensoverschrijdend gedragen en niet worden gecorrigeerd. Als iemand wèl probeert te corrigeren, dan wordt die persoon in diskrediet gebracht.”
Lees verder in de nieuwste OPZIJ.