Gabi van Driem: ‘Waar macht is, komt machtsmisbruik voor als mensen er niet mee om kunnen gaan’
Gabi van Driem
Van Opzij kreeg ze de Harriet Freezerring in 1990, acht jaar later riep Elsevier haar uit tot een van de vijftig
belangrijkste vrouwen van de twintigste eeuw. De feministische advocate Gabi van Driem, actief strijdster
in de tweede feministische golf, heeft zich haar leven lang ingezet voor vrouwenrechten. Tijdens Opzij’s vijftigste verjaardag vragen we ons af: hoe kijkt zij terug en hoe blikt zij vooruit?
Ze bedacht het straatverbod voor mannen die hun ex-vrouw intimideren en onophoudelijk lastigvallen.
In 1982 legde de rechter voor het eerst zo’n straatverbod op. Het is een van de vele wapenfeiten
van advocate Gabi van Driem, (71) die gedurende haar lange loopbaan veel voor de rechten van vrouwen heeft betekend. Al ver voor het internettijdperk de MeToo-beweging voortbracht, streed zij tegen seksuele intimidatie op de werkvloer. Ze spande een kort geding aan tegen een Haagse
keuringsarts die vrouwen in hun billen en borsten kneep. En ze voerde verschillende geruchtmakende
proefprocessen waarmee ze veel publiciteit kreeg, zoals met de zaak van de vrouwelijke KLM-purser die
dezelfde betaling eiste als haar mannelijke collega’s. Of de zaak tegen een werkgever die een sollicitante
niet aannam omdat ze zwanger was. Het Europese Hof gaf haar gelijk.
Dertig jaar was ze, toen ze als eerste advocate in Nederland in 1981 een feministische advocatenpraktijk begon. Dat betekende dat Van Driem zich exclusief voor vrouwen inzette, voor bedreigde en mishandelde vrouwen, slachtoffers van seksueel geweld en intimidatie, onderbetaalde of ontslagen werkneemsters. Mannen konden in die eerste jaren helemaal niet bij haar terecht. Want het uitgangspunt van Van Driem
advocaten luidde: het verbeteren van de positie van de vrouw in de maatschappij.
Het waren de hoogtijdagen van de tweede feministische golf. De wet gelijke behandeling was in 1980 in werking getreden en voor het eerst konden vrouwen rechtszaken aanspannen tegen hun baas, collega,
arts of man. Van Driem stond ze daarbij terzijde. Opgegroeid in de vrouwenbeweging, was een eigen advocatenpraktijk die louter werkte voor vrouwen een logische vervolgstap. Als jonge juriste begon ze bij het Jongeren Advies Centrum (JAC). Daarna werkte ze bij het ‘Eva bijt door’, het eerste landelijke vrouwenadviescentrum. Ze was betrokken bij de oprichting van de eerste Rechtswinkel, bij het eerste Vrouwen gezondheidscentrum in Amsterdam en de actiegroep Vrouwen tegen verkrachting.
Vanaf eind jaren zestig studeerde ze rechten aan de Universiteit van Amsterdam. Liever was ze naar het
conservatorium gegaan, maar haar vader zelf concertmeester, vond dat ze niet fanatiek genoeg was om urenlang piano te oefenen. Haar moeder schreef haar gewoon zonder overleg in voor rechten. Zo ging dat in die tijd, tot je 21ste was je minderjarig, protesteren tegen je je ouders deed je niet. Haar vriend, Irwin, die ze kende vanaf haar vijftiende vanuit hun buurt in Amsterdam-zuid, keurden ze af. Haar ouders vonden hem een nietsnut, geen goede partij voor hun begaafde dochter die op haar zestiende het
gymnasium had afgerond. Maar hun afkeuring dreef haar vanzelfsprekend nog verder in zijn armen. Zij trouwden en ze zijn inmiddels 55 jaar samen. Drie dochters kregen ze, die allemaal iets artistieks of creatiefs doen, zij mochten zelf wel hun vervolgopleiding kiezen.
We spreken elkaar in Schoorl, het kustdorp waarvandaan Van Driem en haar man tegenwoordig op en neer pendelen naar hun appartement in Amsterdam. Ze schenkt thee en presenteert er pindakoeken bij op een schaaltje. In de woonkamer staan overal zelfgemaakte beelden, want Van Driem is, zoals ze het zelf uitdrukt, ‘in de klei’. Ze nestelt zich in een stoel, rustig, opgeruimd, monter. Door de ramen is de tuin rondom het huis zichtbaar, met het speelpaleis van de zeven kleinkinderen. De hond ligt na een besnuffeling van het bezoek, in de mand te slapen.
Lees verder in de nieuwe OPZIJ.