Persvrijheid in Iran: Open brief voor journaliste Niloofar Hamedi
Journalist Niloofar Hamedi brak het nieuws over Mahsa Jina Amini, waardoor de protesten in Iran losbarstten. Sindsdien zit ze vast in de gevangenis. Op 15 februari kreeg Hamedi de prijs voor persvrijheid van de Canadian Journalists for Freedom. Haar man verzocht mensen Hamedi een brief te sturen, en ter gelegenheid van de prijs schreven jurist Anahita Rezaie, journalist Mina Etemad en schrijver Rosanne Schot haar samen een brief.
Beste Niloofar,
Niemand zou verwachten dat de foto die jij op 14 september 2022 nam in een ziekenhuis in Teheran tot een gevangenisstraf kon leiden. Een man en een vrouw omhelzen elkaar in een ziekenhuisgang – hun dierbare Mahsa Jina Amini zou kort erna overlijden. Jij was de eerste journalist ter plaatse en legde dit verdrietige moment vast. Vlak daarvoor was Amini gearresteerd en in elkaar geslagen door de zogenaamde moraliteitspolitie van het Iraanse regime omdat ze zich volgens hen niet goed genoeg had bedekt. Op 16 september stierf ze, waarna de golf van protesten losbarstte onder de leus ‘Jin Jîyan Azadi / Zan Zendegi Azadi’ (vertaald: Vrouw Leven Vrijheid).
Niloofar, jij brak de stilte over Amini’s lot. Hoe meet je moed? Voor veel mensen is het doen van hun werk geen heldendaad. Voor jou was het op dat moment waarschijnlijk ook niet meer dan je werk – je had nooit kunnen voorzien hoe groots en vurig de reactie zou zijn.
Wij schrijven deze brief om aandacht te vragen voor jouw moed en die van je collega-journalisten. Het islamitische regime in Iran pakt ze op, martelt en vermoordt ze. Sinds het begin van de protesten zijn al zo’n honderd journalisten gearresteerd, een record volgens de Committee to Protect Journalists. Iran staat nu bovenaan de lijst met de gevaarlijkste landen als het aankomt op persvrijheid, en de situatie verslechtert met de dag.
Ondertussen zit jij al ruim 150 dagen vast in de beruchte Evin-gevangenis onder de valse aanklacht van spionage. De updates die we horen komen voornamelijk van je man. Hij deelt dat je houdt van bergbeklimmen en van yoga, en dat je laatst een sjaal voor hem hebt gebreid ter ere van jullie trouwdag.
Het was ook je man die ons ertoe aanzette deze brief te schrijven; op Twitter deelde hij dat je houdt van het ontvangen van brieven. Hij vroeg of mensen je post zouden willen sturen, zodat er van alles op je zou wachten zodra je vrij komt. We willen je laten weten dat wij aan jou denken, al zo’n 150 dagen lang. Dat er veel mensen op de wereld zijn die zich jouw lot aantrekken en je moed prijzen.
Op 15 februari ontving je zelfs de prijs voor persvrijheid van de Canadian Journalists for Free Expression, samen met collega-journalist Elaheh Mohammadi. Zij deed verslag van de begrafenis van Amini en belandde daardoor eveneens in de cel. Ook in Nederland zijn mensen zich bewust van het onrecht dat jullie wordt aangedaan. Enkele maanden geleden zetten wij, de auteurs van deze brief, een solidariteitsoproep op voor jou en Elaheh, die door honderden Nederlandse journalisten, fotografen en mediamakers werd ondertekend. We kregen empathische, bezorgde en gefrustreerde reacties van ondertekenaars die zich jullie lot aantrekken. Ze spreken zich uit voor persvrijheid, een recht dat zij genieten hier in Nederland, maar ze weten dat dat recht overal ter wereld opgeëist en beschermd moet worden.
Jij hebt je al langer gewijd aan de vervulling van je journalistieke plicht door te publiceren over onrecht. Volgens jouw vrienden ging jij verder dan de grenzen die je in Iran gegeven waren om de stem te zijn van vrouwen die van hun rechten worden beroofd.
Je schreef over zelfbeschadiging onder vrouwen die het slachtoffer zijn van huiselijk geweld en een maand voordat je in dat ziekenhuis bij de kamer van Amini verscheen, interviewde jij de familie van Sepideh Rashno, een Iraanse schrijver en kunstenaar. Zij werd in juli gearresteerd nadat er online beelden waren verspreid waarop te zien was hoe Sepideh fel reageerde op een vrouw die haar intimideerde in een bus wegens ‘ongepaste’ kleding.
Jouw naam, Niloofar, betekent vanuit het Perzisch vertaald lotus, een bloem die in de Iraanse mythologie symbool staat voor openbaring en het vrouwelijk bestaan. Met de momentopname van een groots verlies, bloeide door jouw openbaring de vrijheidsstrijd op. Wij hebben hoop dat er een dag zal komen waarop jij je werk kunt uitvoeren zonder het te moeten bekopen met je vrijheid. Een dag niet ver van vandaag, waarop jij, Niloofar, kan bloeien en in je volledigheid kan bestaan in een vrij Iran.
Veel liefs, be omide azadi (in de hoop op vrijheid),
Anahita Rezaie, Mina Etemad en Rosanne Schot
Ook Opzij spreekt zich uit tegen censuur en de vervolging van Iraanse journalisten. Klik hier om de de solidariteitsoproep met Iraanse journalisten te ondertekenen.