Herstory: de Turkse vrouwenbeweging in Nederland

(c) Bertien van Manen, 1978. Collectie IAV-Atria

In de jaren zestig en zeventig staan Nederlandse bedrijven te springen om arbeiders uit onder andere Marokko en Turkije. In de samenleving krijgen veel gastarbeiders echter te maken met discriminatie. In 1975 besluit een groep Turkse vrouwen zich te verenigen in Hollanda Türkiye Kadinlar Birligi (HTKB), de eerste landelijke Turkse vrouwenvereniging van Nederland, om op te komen voor hun belangen. Wat is hun verhaal?

DOOR MILOU BOLLEN

Een van de oprichtsters van de Turkse Vrouwen Vereniging Hollanda Türkiye Kadinlar Birligi (HTKB) was Maviye Karaman: op dat moment samen met haar echtgenoot hét gezicht van de progressieve Turkse arbeidersbeweging HTIB in Nederland. Hoewel die vereniging dan openstaat voor het lidmaatschap van vrouwen, meent Karaman dat er voor hen een aparte vrouwenorganisatie opgezet moet worden. Zo geschiedde. De HTKB zet zich vanaf dat moment niet alleen in voor seksegelijkheid, maar ook voor klassengelijkheid en tegen racisme. Hun doel: solidair zijn met de democratische beweging en bevolking in Turkije én Turkse vrouwen bewust maken van hun positie.

In staking

Samen staan we sterker, merken de Turkse vrouwen. In 1978 legt fotograaf Bertien van Manen de eerste staking van Turkse vrouwen in Nederland bij een kippenslachterij in Almelo vast. De vrouwen komen in opstand vanwege de slechte arbeidsomstandigheden. Ze krijgen lichamelijke klachten omdat ze met hun handen het gloeiendhete kippenvlees van botjes moeten verwijderen, tachtig uur per week werken en onderbetaald worden. Alle vrouwen schrijven zich tijdens de staking in bij de vakbond. De foto herinnert ons aan een onderbelichte geschiedenis: niet alleen mannen maar ook de eerste generatie Turkse vrouwen in Nederland heeft hard gewerkt voor de kost.

Wederzijds respect

De HTKB netwerkt van meet af aan veel met andere feministische groepen. De samenwerking met Nederlandse vrouwenorganisaties verliep echter stroef. Turkse vrouwen voelden zich bijvoorbeeld niet gesteund in hun strijd voor zelfstandige verblijfsvergunningen voor buitenlandse vrouwen. Dat werd gezien als een probleem voor buitenlandse organisaties. “Dat is ongelijkwaardig,” stelde HTKB-voorzitter Maviye Karaman in 1986. Veel migranten hadden zich immers inmiddels blijvend in Nederland gevestigd. Karaman: “We moeten ook gemeenschappelijke programma’s maken onder gelijkwaardige omstandigheden. Wederzijds respect is een voorwaarde en het bestrijden van vooroordelen tegen migranten en het strijden voor gelijke rechten moeten de Nederlandse organisaties niet alleen als hun probleem zien, maar ook hun plicht.”

Verder lezen? Het hele achtergrondverhaal lees je in de nieuwste Opzij. Een abonnement is zo gepiept. Nergens aan vastzitten? Lees dit nummer fysiek of digitaal via onze site of Blendle.

Dit artikel is een bijdrage van Atria, het kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis. Herstory is een samenwerking tussen Atria en Opzij. Verhalen uit de vrouwenarchieven halen we in deze rubriek uit de onzichtbaarheid.