Ellen Brudet: “Als iemand vraagt of ik me wit of zwart voel, dan zeg ik beide”
De term ‘halfbloedje’ is inmiddels not done, maar was jarenlang een geaccepteerde term voor mensen met een biculturele achtergrond. Schrijfster Etchica Voorn omarmde de term dubbelbloed. Geboren en getogen in Amsterdam is ze ooit haar zoektocht gestart naar haar Surinaamse roots en welke betekenis dit heeft in haar leven. Etchica gaat nu op zoek naar verhalen van andere ‘dubbelbloeden’. Hoe ervaren zij hun dubbele achtergrond? In deze nieuwe rubriek trapt ze af met Ellen Brudet (1966), eigenaar van Colourful Goodies.
DOOR ETCHICA VOORN
Haar winkel wordt bezocht door mensen van over de hele wereld. Zelfs beroemdheden weten de weg naar Colourful Goodies in de Van Der Pekstraat in Amsterdam-Noord te vinden. Van Anouk tot aan de wereldberoemde Amerikaanse rapper The Game. Die laatste had over haar gehoord en wilde een pop voor zijn dochter kopen. Ellen had in haar collectie een Winnie Harlow- pop, naar het beroemde Canadese fotomodel met de huidaandoening vitiligo. The Game (meer dan 13 miljoen volgers) postte een foto van zijn dochtertje met haar nieuwe pop én het verhaal van ‘the nice woman Ellen Brudet, founder of Colourful Goodies from Amsterdam’. Haar socials ontplófte.
De tweede vestiging is een feit en pas vierde ze het zevenjarige bestaan van haar bedrijf. Maar eigenlijk bestaat het langer, tien jaar terug stond ze al op de markt in diezelfde Van der Pekstraat met wenskaarten en de eerste poppen van kleur. Toen ze moeder werd, kwam ze erachter dat er geen geboortekaartjes waren voor een bruine baby. Dat vond ze zó raar dat ze zelf wenskaarten is gaan maken voor kinderen van kleur. Daarna is ze poppen van kleur gaan creëren, maar ook poppen met huidaandoeningen zoals wijnvlekken en vitiligo. En poppen met het downsyndroom voor kinderen met een beperking. Want elk kind verdient een pop waarin het zich kan herkennen.
Niet voor niets wordt Ellen Brudet ook wel ‘tante pop’ genoemd. Ze is ras-Amsterdamse: dochter van een Nederlandse moeder en een Surinaamse vader. Ik bel Ellen Brudet om te vragen of ze de première wil voor deze nieuwe rubriek. “Oh geweldig, wat een eer!” reageert ze enthousiast. Maandagmorgen vroeg stap ik op de fiets en maak de oversteek naar Amsterdam-Noord. Op de pont overdenk ik dat we elkaar kennen sinds het uitkomen van mijn boek Dubbelbloed in 2017. Het ligt standaard in haar winkel. Allebei dubbelbloed, herkennen we elkaar in de hobbelige zoektocht naar onze roots. Aangekomen in haar nieuwe showroom zie ik overal poppen. Achterin is een werkruimte om textiel te bedrukken. In het midden van de showroom staat een ovale tafel van wel drie meter doorsnede. “Heb ik op de kop getikt bij de kringloop, we hebben al een paar mooie businessmeetings aan deze tafel gehad, hoor.” Ze glundert. Laat je riedel maar los, geef ik haar mee als instructie, want Ellen heeft al tientallen interviews, radio- en tv-optredens achter de rug. Wat volgt is een open en persoonlijk gesprek.
“Mijn allereerste wiegje stond in het Wilhelmina Gasthuis in Amsterdam, dat ziekenhuis bestaat niet meer. Trouwens, mijn moeder lag de laatste vijf maanden van haar zwangerschap in het ziekenhuis met trombose. Als die bloedprop zou losschieten, zou een van ons komen te overlijden, ze moest dus plat. Maar het is allemaal goed gekomen. Uiteindelijk werd ik een maand later geboren, ik was helemaal behaard. De eerste reactie van mijn vader was: ‘Wat is dát, het lijkt wel een aapje!’
Verder lezen? Het hele verhaal lees je in de nieuwste Opzij. Een abonnement is zo gepiept. Nergens aan vastzitten? Lees dit nummer fysiek of digitaal via onze site of via Blendle