Romana Vrede: Tegen de norm in
Tijd zal ons leren, zo heet het nieuwe project van Romana Vrede over de verzetshelden tijdens het kolonialisme. Inspirerende verhalen die niet in de geschiedenisboeken staan, maar zeker het kennen waard zijn. Opzij praat met haar over het excuus van de Nederlandse regering voor het slavernijverleden, diversiteit in de media en the big 5-0.
Precies vijf geleden sprak ik je voor het laatst. Je speelde toen in Oresteia. Is er sindsdien veel gebeurd?
“Wow, waar moet ik beginnen? Privé is er veel veranderd. Mijn zoon Charlie (hij heeft autisme – MH) is nu twintig jaar oud en net het huis uit. Daarvoor deelde ik de zorg voor hem met zijn vader. Mijn moeder is overleden, dat was heel verdrietig. Maar ik ben ook vijftig geworden. Ik heb geregisseerd, een boek geschreven en veel gewerkt. En dat gebeurde allemaal tijdens corona.”
Vijftig jaar, wat een mooie leeftijd!
“Eindelijk volwassen. Dus meer Romana, zoals ik als kind altijd al was. Maar nu unapologetic en tegelijkertijd milder en liever. Het was fijn om vijftig te worden. Mijn vriendinnen organiseerden een groot feest voor me, dat was echt fantastisch. Iemand zei: ‘Heeft Romana alleen maar mooie mensen uitgenodigd of zo?’ Omdat iedereen zo vol was, met een big smile en dansend binnenkwam. Ik heb ook echt zulke mooie dingen gedaan, het is best een tof en vol leven tot nu toe. Op naar de volgende vijftig.”
Hoe is het, nu je zoon uit huis is?
“Ik had verwacht dat ik veel meer ruimte en tijd zou hebben, maar ik ben nog steeds heel moe. Ik zit het liefst in mijn vrije tijd gewoon thuis op de bank. Het zal misschien ook wel de leeftijd zijn. Ik wil na deze voorstelling een jaar stoppen bij Het Nationale Theater, zodat ik niet fulltime aan het werk ben. Zo ontstaan er weer nieuwe dingen. ”
Je noemde jezelf destijds in ons gesprek een ‘normverbreder’. Ben je dat nog steeds?
“Zeker. Als het gaat om sekse, gender, kleur, verhalen die we vertellen in het theater, hoe we kijken naar ons verleden, dan kijk ik altijd naar wat er nog meer achter zit. Ik vind het belangrijk dat er meer mensen van kleur op bepaalde posities komen. Er moet een grote noodzaak gevoeld worden door bedrijven of instellingen om dat te doen, maar ook om het vol te houden. In het algemeen voelen witte bedrijven dat niet. Ze denken meer: o, dat zou tof zijn. Maar ze houden niet op met bestaan als bijvoorbeeld de redactie van een krant helemaal wit is. Dus de urgentie is er niet. Een quotum in het bedrijfsleven zou een goed idee zijn, het werkt ook voor vrouwen op topfuncties. Dan maar forceren.”
Ik heb het idee dat het qua diversiteit in de media wel wat beter gaat. Het kan natuurlijk altijd nog beter.
“Oh, to be young in this age. Ik zou graag nu veertien jaar willen zijn. Als je ziet welke actrices er spelen in films en series, welke kunstenaars, theatermakers, poppen en kinderboeken er zijn. Ariël de kleine zeemeermin is nu zwart, Viola Davis speelt The Women King. Op allerlei vlakken gaat het steeds beter. De jongeren doen hun ogen open en zien mensen die op henzelf lijken.”
Jij hebt daar mede voor gezorgd.
“Ik ben er ook echt trots op dat ik, samen met duizenden anderen uiteraard, daar een bijdrage aan heb kunnen leveren. En ook alle stappen daarvoor hè, want het kwam niet zo uit het niets. Gloria Wekker bijvoorbeeld is al sinds de jaren zestig bezig. Dat zijn de schouders waar ik op sta. Eerst waren het er vier of vijf en nu honderden of duizenden. Mensen durven zich meer uit te spreken. Het kwartje is meer gevallen. Als we vroeger een panel met vijf witte mannen zagen, dan namen we dat zo aan. Nu spreken we ons ertegen uit.”
Hoe ben je met Tijd zal ons leren begonnen?
“Het begon met de moord op George Floyd, een man die werd vermoord vanwege zijn huidskleur. En toen overleed mijn moeder. De pandemie woedde rond. Ik zat binnen met een puber met uitbarstingen, die niet begreep wat anderhalve meter afstand was, en die ik niet alleen kon laten. Ik voelde me zo buitengesloten.
Met Het Nationale Theater wilden we doorspelen, desnoods voor maar twee personen. Ze wilden klassieke stukken spelen. Ik zei: Nee, dat kan ik niet. Ik kan niet zomaar een stuk spelen, het moet ergens over gaan. Over de wervelwind van alle gebeurtenissen die me hebben beïnvloed te gaan zoeken naar de helden van de slavernij. De vergeten verhalen van de verzetshelden die niet in de geschiedenisboeken staan. Ik wilde de focus leggen op de mensen die in verzet kwamen tegen de norm.”
Verder lezen? Het hele artikel lees je in de nieuwste Opzij. Een abonnement is zo gepiept. Nergens aan vastzitten? Lees dit nummer fysiek of digitaal via onze site of via Blendle.