Saskia Noort: ‘Je kunt niet schrijven en bang zijn wat mensen ervan vinden’

Ze is alweer twintig jaar schrijver. Saskia Noort schrijft boeken, columns, tv-series en is dit najaar te zien in een theatershow met Stella Bergsma. Met Opzij praat ze over levenslessen, seksisme, Jan Slagter en the dark side die elke vrouw heeft.

TEKST MARLEEN HOGENDOORN BEELD SASKIA VOGELENZANG

Het ging die ochtend even niet zoals gepland. De auto moest worden weggebracht voor een keuring, de stukadoors stonden onverwacht voor de deur en de keuken moest nog worden schoongemaakt. Gelukkig schijnt de zon op deze septemberochtend en kunnen we terecht op een terrasje aan een van de Amsterdamse grachten. In 2003 debuteerde Saskia Noort (1967) met de literaire thriller Terug naar de Kust. Sindsdien schreef ze dertien boeken waarvan er meer dan drie miljoen zijn verkocht. Dit jaar is extra bijzonder want ze viert haar twintigjarig schrijverschap.

Ik weet goed dat Terug naar de Kust uitkwam, en nu zijn we twintig jaar verder. Wat vliegt de tijd.

“Het is zo gek, ik dacht destijds dat mijn kinderen al groot waren – maar kijk nu naar ze. Ik was journalist en schreef voor wat bladen. Toen begon ik aan een boek en veranderde mijn leven. Drie dagen later ben je twintig jaar verder.”

Er is een hoop gebeurd: je schreef meerdere boeken, columns, boeken werden verfilmd. Privé gebeurde er bij je het een en ander. Wat is de belangrijkste les die je in die twintig jaar hebt geleerd?

“Dat alles weer voorbijgaat, zowel de nare als de mooie momenten. De rotdingen gaan ook weer voorbij. Je moet erdoorheen. Toen mijn eerste boek uit was, moest ik presentaties geven. Iets dat ik heel eng vind. Een vriendin van me, die dat wel vaker had gedaan, zei: over anderhalf uur is het voorbij. Dat hielp mij heel erg. Of het nou gaat om een recessie, een scheiding, liefdesverdriet of een boek dat niet goed verkoopt – het gaat weer voorbij. Of je nou hard je best doet of niet. Er komen andere tijden aan.
Maar dat geldt ook voor de mooie dingen. Die gaan ook voorbij. Daarom moet je extra genieten van de mooie dingen in het leven.”

Gaat het na twintig jaar schrijven ook steeds makkelijker?

“Mijn eerste boek was relatief makkelijk om te schrijven, niemand zat erop te wachten. Ik was al blij als duizend mensen het zouden kopen. Nu voel ik wel meer druk, van mijn lezers en mijn uitgever. Lezen staat sowieso onder druk. En ik wil mezelf blijven uitdagen. Ik probeer elk boek iets nieuws. Zo had ik in De Nazaten bijvoorbeeld zin in veel actie.”

En dat is gelukt. De Nazaten is het langverwachte vervolg op De eetclub en Debet, die elk tien jaar na elkaar verschenen. Het verhaal gaat over Karen die met haar twee dochters en haar zoontje Mik is verhuisd naar het rustige Noord-Brabantse platteland. Zonder al te veel spoilers te geven: het zit vol met ontvoering, moord en andere spannende elementen.

Je schreef columns voor Linda en het AD, vaak over persoonlijke zaken. Heb je dat nooit lastig gevonden om persoonlijke kwesties te delen met een groot publiek?

“Ik kreeg als journalist ooit een cursus van mijn werkgever omdat ik zo onzeker was. De cursusleider zei: je bent te bang van wat mensen vinden en daardoor is alles wat je schrijft mediocre. Ik kreeg de opdracht om te schrijven wat ik wilde, zonder te denken aan wie het ging lezen. Ik schreef een column en die was zo hilarisch dat ik meteen een column mocht schrijven voor Viva. Je kunt niet schrijven en bang zijn wat mensen ervan vinden. Als schrijver moet je schaamteloos zijn, de barrières moet je doorbreken en vooral niet aan zelfcensuur doen.”

Bij het AD kreeg je heel veel haat over je heen, was je toen ook niet bang?

“Dat was ik niet, ik dacht wel: heb ik hier nog zin in? Ik kreeg er een olifantenhuid van en merkte dat ik ook ging haten. Je wordt er geen leuk mens van. Een rare dynamiek is dat.”

Een olifantenhuid lijkt me niet goed. Mensen zeggen vaak: joh, trek het je niet aan. Maar waarom zou je het niet moeten aantrekken?

“Er worden bovenmenselijke krachten van je verwacht. ‘Sta erboven’. ‘Trek het je niet aan’. ‘Niet op reageren’. Want reageren is natuurlijk ‘niet chique’.”

Je zei in een interview eerder: als een vrouw een mening heeft of een vak uitoefent, dan is dat reden genoeg voor een shitstorm aan haat. Waar zou dat dan toch vandaan komen?

“Dat vraag ik me al jaren af. Deze week verwonderde ik me over de het gesprek tussen politiek verslaggever Floor Bremer, Jan Slagter en Frits Wester bij Renze Klamer aan tafel. Floor zei: ‘De maatschappij is ook wel jarenlang vormgeven door witte mannen en dat de nieuwere generatie dat toch graag wat diverser zou zien.’ De mannen reageerden: ‘Ach, houd toch op, Floor! Hoeveel vrouwen hebben niet bijgedragen aan deze samenleving? In veel gezinnen waren vrouwen vroeger gewoon de baas! Op binnenvaartschepen waren vrouwen vroeger vaak de échte kapitein! Je onderschat jullie eigen soort!’ Niemand greep in en ook op social media werd ze hard aangepakt. Terwijl ze hartstikke gelijk had en dit op een bescheiden manier zei. Mannen voelen zich aangevallen. Mannen vechten in plaats van luisteren.”

Het hele interview lees je in de nieuwste Opzij. Een abonnement is zo gepiept. Nergens aan vastzitten? Lees dit nummer fysiek of digitaal via onze site of Blendle.