Haroon Ali: ‘Volgens westers feminisme ben je pas vrijgevochten als je carrière maakt en je moederschap op een moderne manier invult’

(c) Wouter le Duc

Schrijver, journalist en programmamaker Haroon Ali (1983) onderzoekt in zijn nieuwe boek Spectrum verschillende uithoeken van zijn eigen gemeenschap: De lhbtiq+-community. Want waarom worstelen sommige homomannen zo met de invulling van hun mannelijkheid? En wat betekent de toenemende zichtbaarheid van trans vrouwen voor het feminisme? Eerder verkende Ali in documentaire Het M-woord al queerness binnen de Islam, waar hij De Tegel in de categorie Achtergrond voor ontving. In 2020 debuteerde hij met het boek Half, over zijn botsende identiteiten als homoseksuele half-Pakistaan. Met Opzij gaat Ali in gesprek over wat zijn zoektocht hem leerde over feminisme, wat mannelijkheid voor hem betekent en de vrouwen in zijn leven.

DOOR TESSEL TEN ZWEEGE

Een nieuw boek

Spectrum begon met de interviewserie genaamd Alfabetsoep die ik schreef voor de Volkskrant. Die titel is een knipoog naar de veelgehoorde opmerking dat de term ‘lhbtiq+’ een verwarrende en te lange lijst met letters is. De interviewserie kwam voort uit een verlangen naar nieuwe verhalen over onze gemeenschap. Ik merkte dat de gemeenschap eigenlijk alleen in het nieuws kwam met dramaverhalen: geweldsdelicten, maatschappelijke uitsluiting en discriminatie. Elke paar maanden is er weer een mediahetze omdat er een lhbtiq+’er in elkaar is geslagen of omdat een chauffeur een dragqueen een Uber-ritje weigert. Dat doet wat met onze gemeenschap, om onszelf alleen maar in tragische nieuwsartikelen gerepresenteerd te zien. Mooie portretten en verdiepende gesprekken, die ook gaan over het plezier en levensgeluk van lhbtiq+ personen zie je minder. Bij de Volkskrant pitchte ik ‘Alfabetsoep’ zodat ik de ervaringen van lhbtiq+ personen kon uitdiepen en in alle nuance kon laten zien. Voorbij alleen die ‘coming-out’ verhalen, maar ook over hun levens daarna. Bij de Bezige Bij, mijn uitgeverij, stelde ik voor om de verhalen uit de serie in de Volkskrant te bundelen. Samen met mijn redacteur kwamen we op het idee om daar wat verdieping aan toe te voegen – dus zodoende. Ik heb tien langere essays geschreven over thema’s die nu relevant zijn in de queer community.

Spectrum gaat eigenlijk over alle verschillende manieren waarop mensen zich kunnen voelen en uiten als het gaat om hun seksualiteit en gender. Het stelt vragen zoals waarom sommige mannen die op mannen vallen zich soms onzeker voelen over hun mannelijkheid, of waarom sommige feministen weigeren transgender vrouwen als ‘echte vrouwen’ te erkennen. Ook wordt er gekeken naar racisme binnen de lhbtiq+-gemeenschap en hoe mensen op andere manieren worden buitengesloten. Ik sprak verschillende activisten en ervaringsdekundigen en vergelijk queer personen uit verschillende generaties, waardoor ik heel veel perspectieven heb kunnen meenemen in mijn boek. Uiteindelijk stel ik de vraag of we eigenlijk wel al die labels en hokjes nodig hebben om te begrijpen wie we zijn, en benadruk dat we als samenleving moeten samenwerken om ervoor te zorgen dat lhbtiq+ personen zich veilig en geaccepteerd voelen, omdat iedereen ergens op een spectrum van seksualiteit en gender zit.”

Verschillende golflengtes

“Voor mijn boek sprak ik onder meer met Dinah Bons, voormalig BIJ1-politica en trans activiste, die mij vertelde over de strijd die TERFS (trans exclusionary radical feminists) tegen trans vrouwen aan het voeren zijn. Een belangrijk aspect van het feminisme is natuurlijk dat er plekken gemaakt moeten worden voor vrouwen en hun belangen: ruimtes waarin mannelijke dominantie niet zo voelbaar is. Voor sommige feministen voelt het als een groot onrecht dat trans vrouwen ook in die ruimtes voor vrouwen vertoeven, zo vertelde Dinah Bons mij toen ik haar interviewde. De oudere generatie feministen heeft heel veel bereikt op het gebied van vrouwenemancipatie. Maar er is nu een nieuwe generatie feministen aan zet die heel andere ideeën hebben over voor wie het feminisme allemaal op zou moeten komen. Zij hebben het over intersectioneel feminisme: een feminisme dat ook opkomt voor vrouwen van kleur en trans vrouwen. Daar heeft de oudere generatie vaak geen kaas van gegeten. Er ontstaat daar een soort paniek: ‘Het gaat niet meer over ons!’ Zij vinden het moeilijk dat ze niet meer centraal staan in de vrouwenbeweging.

“Wat dat betreft is er een parallel te zien met de homobeweging. Daar zie je ook dat witte mannen die zich hebben ingezet voor homo-emancipatie het soms lastig vinden dat de lhbtiq+-gemeenschap steeds meerstemmiger wordt en zij ook weerstand krijgen omdat de homobeweging lang niet even inclusief is geweest. Sommige homoseksuele mensen vinden het moeilijk plaats te maken voor genderdiverse personen, of andere letters uit de alfabetsoep. De oudere generatie feministen en de oudere generatie uit de homobeweging zijn gewend dat er naar hen wordt geluisterd, maar krijgen tegenwoordig ook kritiek. Soms is die ook terecht, vind ik. Dat geldt overigens niet voor die gehele generatie aan feministen en lhbtiq+ personen: er zijn ook een hoop mensen die openstaan voor nieuwe inzichten en graag meer leren over de levenservaringen van andere mensen. Die doen hun best de generatiekloof te overbruggen. Ik ben dit jaar veertig geworden, dus ik sta tussen die oudere en jongere generatie in. Ik heb respect voor het werk dat onze voorgangers hebben verricht, maar vind ze soms ook wat ouderwets. Tegelijkertijd kijk ik met bewondering naar Gen Z – omdat hun aanpak zowel radicaler als inclusiever is – maar voel ook dat ik zelf ouder word.

“Zo sprak ik voor mijn boek directeur Marie Ricardo van het COC over gender en nieuwe aanspreekvormen als ‘die’ en ‘diens’, ‘hen’ en ‘hun’. Toen die voornaamwoorden aan populariteit begonnen te winnen moest ik daar eerst ook even aan wennen. Ik betrapte mezelf erop dat ik beroep ging doen op taalpurisme en dingen stamelde als: ‘Dat klopt toch niet, en they/them is toch een meervoudsvorm?’ Nu vind ik dat een flauwe gedachte. Het kost mij weinig moeite om mijn taalgebruik een beetje aan te passen en mezelf iets nieuws te leren, en het kan mensen zoveel geluk opleveren als ik ze op de goede manier aanspreek. Het gesprek over gender gaat niet alleen over trans en non-binaire mensen, maar dwingt ons allemaal om na te denken: Wat betekent het om man of vrouw te zijn? Waar komen die gendernormen vandaan en hoeveel invloed hebben ze op ons leven?”

Verder lezen? Het hele stuk lees je in de nieuwste Opzij. Een abonnement is zo gepiept. Nergens aan vastzitten? Lees dit nummer fysiek of digitaal via onze site of via Blendle